Difference between revisions of "Derscheid (Delcourt) Marie (1859-1932)"
m (→Noten) |
m |
||
Line 7: | Line 7: | ||
Derscheid groeide op in een welstellend en wellicht vrijzinnig burgergezin met elf kinderen. Haar vader Charles, die directeur van de porseleinfirma Boch was, koos ervoor om ook zijn dochters een goede opleiding te geven. Derscheid volgde een opleiding tot leerkracht aan de Ecole du Denier van Bergen, een middelbare school die door [[Popelin, Louise (1850-1937)|Louise]] en Marie Popelin volgens het model van de Brusselse Cours d’Instruction van [[Gatti de Gamond, Isabelle (1839-1905)|Isabelle Gatti de Gamond]]. Al snel na het behalen van haar diploma kon Derscheid als leerkracht aan de slag. Ze besliste nochtans om tegelijk ook universitaire studies te ondernemen. In 1885 behaalde ze een doctoraatstitel in de natuurwetenschappen, waarna ze een geneeskundestudie begon. Die voltooide ze in 1894 met grote onderscheiding. Het daaropvolgende jaar won ze de concours Universitaire. Tijdens studieverblijven in Berlijn, Wenen en Parijs specialiseerde Derscheid zich in orthopedie. | Derscheid groeide op in een welstellend en wellicht vrijzinnig burgergezin met elf kinderen. Haar vader Charles, die directeur van de porseleinfirma Boch was, koos ervoor om ook zijn dochters een goede opleiding te geven. Derscheid volgde een opleiding tot leerkracht aan de Ecole du Denier van Bergen, een middelbare school die door [[Popelin, Louise (1850-1937)|Louise]] en Marie Popelin volgens het model van de Brusselse Cours d’Instruction van [[Gatti de Gamond, Isabelle (1839-1905)|Isabelle Gatti de Gamond]]. Al snel na het behalen van haar diploma kon Derscheid als leerkracht aan de slag. Ze besliste nochtans om tegelijk ook universitaire studies te ondernemen. In 1885 behaalde ze een doctoraatstitel in de natuurwetenschappen, waarna ze een geneeskundestudie begon. Die voltooide ze in 1894 met grote onderscheiding. Het daaropvolgende jaar won ze de concours Universitaire. Tijdens studieverblijven in Berlijn, Wenen en Parijs specialiseerde Derscheid zich in orthopedie. | ||
− | <br/>Thuisgekomen ging ze aan de slag in het Hospice des enfants assistés, waar ze een afdeling orthopedische gymnastiek oprichtte, terwijl ze ook een privépraktijk opende. Het was vrouwen sinds 1890 door de wet toegelaten een medisch beroep uit te oefenen. Derscheid was op die manier de | + | <br/>Thuisgekomen ging ze aan de slag in het Hospice des enfants assistés, waar ze een afdeling orthopedische gymnastiek oprichtte, terwijl ze ook een privépraktijk opende. Het was vrouwen sinds 1890 door de wet toegelaten een medisch beroep uit te oefenen. Derscheid was op die manier de tweede vrouwelijke dokter in België met een Belgisch diploma, samen met haar studiegenoot [[Van Heerswyngels, Sylvie|Sylvie Van Heerswyngels]].<ref>na [[Everard (Demoor), Clémence |Clémence Everard]] was de eerste vrouwelijke arts met een met een Belgisch diploma. [[Van Diest, Isala (1842-1916) |Isala van Diest]] praktiseerde al vroeger, maar had haar diploma in Bern behaald.</ref> Van 1901 tot 1911 was Derscheid als diensthoofd werkzaam in het Hospice des orphelines van Brussel. Na de Wereldoorlog werd ze aangesteld als medisch inspectrice van de stadsscholen van Brussel. In 1914 nam ze deel aan deorganisatie van de Antwerpse tentoonstelling De Hedendaagse Vrouw. |
Revision as of 08:58, 27 March 2017
Arts, geboren op 24 december 1859 in Sint-Vaast (La Louvière) en gestorven op 4 december 1932. Echtgenote van de pediater Albert Delcourt.
Biografie
Derscheid groeide op in een welstellend en wellicht vrijzinnig burgergezin met elf kinderen. Haar vader Charles, die directeur van de porseleinfirma Boch was, koos ervoor om ook zijn dochters een goede opleiding te geven. Derscheid volgde een opleiding tot leerkracht aan de Ecole du Denier van Bergen, een middelbare school die door Louise en Marie Popelin volgens het model van de Brusselse Cours d’Instruction van Isabelle Gatti de Gamond. Al snel na het behalen van haar diploma kon Derscheid als leerkracht aan de slag. Ze besliste nochtans om tegelijk ook universitaire studies te ondernemen. In 1885 behaalde ze een doctoraatstitel in de natuurwetenschappen, waarna ze een geneeskundestudie begon. Die voltooide ze in 1894 met grote onderscheiding. Het daaropvolgende jaar won ze de concours Universitaire. Tijdens studieverblijven in Berlijn, Wenen en Parijs specialiseerde Derscheid zich in orthopedie.
Thuisgekomen ging ze aan de slag in het Hospice des enfants assistés, waar ze een afdeling orthopedische gymnastiek oprichtte, terwijl ze ook een privépraktijk opende. Het was vrouwen sinds 1890 door de wet toegelaten een medisch beroep uit te oefenen. Derscheid was op die manier de tweede vrouwelijke dokter in België met een Belgisch diploma, samen met haar studiegenoot Sylvie Van Heerswyngels.[1] Van 1901 tot 1911 was Derscheid als diensthoofd werkzaam in het Hospice des orphelines van Brussel. Na de Wereldoorlog werd ze aangesteld als medisch inspectrice van de stadsscholen van Brussel. In 1914 nam ze deel aan deorganisatie van de Antwerpse tentoonstelling De Hedendaagse Vrouw.
Derscheid is de oprichter van de Fédération belge des femmes universitaires. Ze was er van 1921 tot 1932 voorzitter van. Ze was bovendien vicevoorzitter van de Société belge d’orthopédie, en lid van de Société belge de chirurgie.
Bibliografie
- Derscheid, Marie, in: Gubin, Eliane, Jacques, Catherine e.a., Dictionnaire des femmes belges: XIXe et XXe siècles, Brussel, 2006, 188-189.
- Van Rokeghem, Suzanne, Aubenas, Jacqueline en Vercheval-Vervoort, Jeanne, Des femmes dans l'histoire en Belgique, depuis 1830, 2006, 114.
- Gubin, Eliane en Piette, Valérie, Emma, Louise, Marie… L’Université Libre de Bruxelles et l’émancipation des femmes (1834-2000), Brussel, 2004, 104-105.
Noten
- ↑ na Clémence Everard was de eerste vrouwelijke arts met een met een Belgisch diploma. Isala van Diest praktiseerde al vroeger, maar had haar diploma in Bern behaald.