Difference between revisions of "Bidez, Joseph (1867-1945)"

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
m
m (Biografie)
Line 8: Line 8:
 
<br/>
 
<br/>
 
===Biografie===
 
===Biografie===
Bidez studeerd in in 1888 af als doctor in de Filisofie en Letteren aan de [[Universiteit van Luik]]. In 1891 voegde hij daar een diploma van Doctor in de Rechten aan toe en in 1894, na een studiereis in Berlijn, verdedigde Bidez aan de [[Universiteit van Gent]] een proefschrift om de graad van bijzondere doctor in de klassieke filologie te verkrijgen. Het jaar daarop benoemde de [[Universiteit van Gent]] hem als docent voor een hele reeks vakken over klassieke filologie. In 1902 volgde zijn benoeming tot buitengewoon en in 1904 tot gewoon hoogleraar. Bidez gaf er les aan onder meer [[Sarton, George Alfred Leon (1884-1956)|Georges Sarton]], die in hem zijn leermeester zag.<ref>Sarton droeg in 1939 het zesde volume van het door hem gestichte wetenschapstijdschrift [[Osiris]] op aan hem.</ref> In 1933 werd hij tengevolge van de taalhervormingen uit zijn leerstoel ontzet. Vier jaar later werd hij tot het emeritaat toegelaten.
+
Bidez studeerd in in 1888 af als doctor in de Filisofie en Letteren aan de [[Universiteit van Luik]]. In 1891 voegde hij daar een diploma van Doctor in de Rechten aan toe en in 1894, na een studiereis in Berlijn, verdedigde Bidez aan de [[Universiteit van Gent]] een proefschrift om de graad van bijzondere doctor in de klassieke filologie te verkrijgen. Het jaar daarop benoemde de [[Universiteit van Gent]] hem als docent voor een hele reeks vakken over klassieke filologie. In 1902 volgde zijn benoeming tot buitengewoon en in 1904 tot gewoon hoogleraar. Bidez gaf er les aan onder meer [[Sarton, George Alfred Leon (1884-1956)|Georges Sarton]], die in hem zijn leermeester zag.<ref>Sarton droeg in 1939 het zesde volume van het door hem gestichte wetenschapstijdschrift [[Osiris]] op aan hem.</ref> Tijdens de Eerste Wereldoorlog verzette Bidez zich tegen de oprichting van de Nederlandstalige Von Bissinguniversiteit en de vervanging van het Gentse schepencollege door een activistisch bestuur. Hij richtte (mede?) l’Action Patriotique op. Het doel van deze clandestiene organisatie was om de activisten maatschappelijk te isoleren. In 1933 werd Bidez tengevolge van de taalhervormingen uit zijn leerstoel ontzet. Vier jaar later werd hij tot het emeritaat toegelaten.
  
 
<br/>Bidez’ wetenschappelijke belangstelling ging uit naar de antieke wetenschappers en Griekse filosofen uit de periode van het Christemdom. In 1895 maakte hij een lange studiereis naar Griekenland. Zijn onderzoek ter plekke leverden stof op voor een groot aantal publicaties, zoals ''The ecclesiastical history of Euagrius'' (1898), ''Recherches sur la tradition manuscrite des lettres de l'empereur Julien'' (1898), in samenwerking met [[Cumont, Franz Valérie Marie (1868-1947)|Franz Cumont]], ''La tradition manuscrite de Sozomène et la Tripartite de Théodore le Lecteur'' (1908), ''Philostorgius, Kirchengeschichte'' (1913) en ''Vie de Porphyre, le philosophe néoplatonicien'' (1913). Verder interesserde Bidez zich voor de geschiedenis van de alchemie en de de persoon en het oeuvre van keizer Julianus. Bidez’ publicaties werd meermaals bekroond, onder meer door de [[Académie royale des sciences des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique - Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten|Academie royale de Belgique]] (1904 en 1906).  
 
<br/>Bidez’ wetenschappelijke belangstelling ging uit naar de antieke wetenschappers en Griekse filosofen uit de periode van het Christemdom. In 1895 maakte hij een lange studiereis naar Griekenland. Zijn onderzoek ter plekke leverden stof op voor een groot aantal publicaties, zoals ''The ecclesiastical history of Euagrius'' (1898), ''Recherches sur la tradition manuscrite des lettres de l'empereur Julien'' (1898), in samenwerking met [[Cumont, Franz Valérie Marie (1868-1947)|Franz Cumont]], ''La tradition manuscrite de Sozomène et la Tripartite de Théodore le Lecteur'' (1908), ''Philostorgius, Kirchengeschichte'' (1913) en ''Vie de Porphyre, le philosophe néoplatonicien'' (1913). Verder interesserde Bidez zich voor de geschiedenis van de alchemie en de de persoon en het oeuvre van keizer Julianus. Bidez’ publicaties werd meermaals bekroond, onder meer door de [[Académie royale des sciences des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique - Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten|Academie royale de Belgique]] (1904 en 1906).  

Revision as of 10:56, 7 November 2017

Joseph Bidez

Voluit: Joseph Marie Auguste Bidez


Hoogleraar klassieke filologie en wetenschapshistoricus, geboren op 9 april 1867 in Frameries en overleden op 20 september 1945 in Oostakker.


Biografie

Bidez studeerd in in 1888 af als doctor in de Filisofie en Letteren aan de Universiteit van Luik. In 1891 voegde hij daar een diploma van Doctor in de Rechten aan toe en in 1894, na een studiereis in Berlijn, verdedigde Bidez aan de Universiteit van Gent een proefschrift om de graad van bijzondere doctor in de klassieke filologie te verkrijgen. Het jaar daarop benoemde de Universiteit van Gent hem als docent voor een hele reeks vakken over klassieke filologie. In 1902 volgde zijn benoeming tot buitengewoon en in 1904 tot gewoon hoogleraar. Bidez gaf er les aan onder meer Georges Sarton, die in hem zijn leermeester zag.[1] Tijdens de Eerste Wereldoorlog verzette Bidez zich tegen de oprichting van de Nederlandstalige Von Bissinguniversiteit en de vervanging van het Gentse schepencollege door een activistisch bestuur. Hij richtte (mede?) l’Action Patriotique op. Het doel van deze clandestiene organisatie was om de activisten maatschappelijk te isoleren. In 1933 werd Bidez tengevolge van de taalhervormingen uit zijn leerstoel ontzet. Vier jaar later werd hij tot het emeritaat toegelaten.


Bidez’ wetenschappelijke belangstelling ging uit naar de antieke wetenschappers en Griekse filosofen uit de periode van het Christemdom. In 1895 maakte hij een lange studiereis naar Griekenland. Zijn onderzoek ter plekke leverden stof op voor een groot aantal publicaties, zoals The ecclesiastical history of Euagrius (1898), Recherches sur la tradition manuscrite des lettres de l'empereur Julien (1898), in samenwerking met Franz Cumont, La tradition manuscrite de Sozomène et la Tripartite de Théodore le Lecteur (1908), Philostorgius, Kirchengeschichte (1913) en Vie de Porphyre, le philosophe néoplatonicien (1913). Verder interesserde Bidez zich voor de geschiedenis van de alchemie en de de persoon en het oeuvre van keizer Julianus. Bidez’ publicaties werd meermaals bekroond, onder meer door de Academie royale de Belgique (1904 en 1906).


Bidez was de eerste voorzitter van het Belgisch comité voor de geschiedenis van de wetenschappen. Hij was vanaf 1913 correspondent en nadien ook lid van de Academie des sciences. Sedert 1930 was hij corresponderend lid van de Académie Internationale d'Histoire des Sciences.


Publicaties

Een overzicht van Bidez publicaties tot 1938 verscheen in: "Joseph Bidez Bibliography 1894-1938", in: Osiris 6 (1939), IV-IX.


Bibliografie

  • “Bidez (Marie-Auguste-Joseph)”], in: Biographie Nationale, 31 (1961), 77-80.
  • Vanpaemel, Geert, “Versnippering of diversiteit? De Belgische wetenschapsgeschiedenis na de tweede wereldoorlog”, in: Studium (te verschijnen).
  • "Hommages à Joseph Bidez et à Franz Cumont", Brussel, 1949.


Noten

<references>
  1. Sarton droeg in 1939 het zesde volume van het door hem gestichte wetenschapstijdschrift Osiris op aan hem.