Difference between revisions of "Cahen, Lucien Simon (1912-1982)"

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
m
m
Line 1: Line 1:
[[category:Wetenschappers]][[category:Geboorte 1901-1925]] [[category:Ingenieurs]][[category:Professoren]][[category:Professor aan de ULB-VUB]] [[category:Mijningenieurs]] [[category:Leden ARB]] [[category:Geologen]] [[category:Stratigrafen]]
+
[[category:Wetenschappers]][[category:Geboorte 1901-1925]] [[category:Ingenieurs]][[category:Professoren]][[category:Professor aan de ULB-VUB]] [[category:Mijningenieurs]] [[category:Leden ARB]] [[category:Geologen]] [[category:Stratigrafen]][[category: Leden Academie Koloniale/Overzeese Wetenschappen]]
 
<div style="text-align:right;">[https://www.bestor.be/wiki/index.php/Cahen,_Lucien_Simon_(1912-1982) FR]</div>
 
<div style="text-align:right;">[https://www.bestor.be/wiki/index.php/Cahen,_Lucien_Simon_(1912-1982) FR]</div>
 
Geoloog, stratigraaf en mijningenieur, geboren te Brussel op 4 februari 1912 en overleden te Saint-Vith op 17 mei 1982.
 
Geoloog, stratigraaf en mijningenieur, geboren te Brussel op 4 februari 1912 en overleden te Saint-Vith op 17 mei 1982.

Revision as of 09:33, 22 January 2019

Geoloog, stratigraaf en mijningenieur, geboren te Brussel op 4 februari 1912 en overleden te Saint-Vith op 17 mei 1982.

Biografie

Lucien Cahen werd geboren te Brussel op 4 februari 1912. Zijn ouders vluchtten in 1914 naar Engeland. Lucien Cahen bracht dan ook zijn kindertijd door in Engeland en volgde hier lager onderwijs. Zijn humaniora en hogere studies deed hij in Brussel. Hij studeerde voor burgerlijk mijningenieur aan de ULB. In 1936 behaalde hij zijn diploma. Beïnvloed door de lessen van Maurice Jules Robert besliste Lucien Cahen om na zijn legerdienst voor de Geologische en Geografische Dienst van het Speciale Katanga Comité te gaan werken. Van 1937 tot 1941 maakte hij geografische kaarten van Katanga.


Op 21 december 1941 werd hij gemobiliseerd voor de artillerie van de Force Publique van Congo. Hij was verbindingsofficier tussen de artillerie en de RAF te Banana. Hij bleef echter in zijn vrije tijd geologisch onderzoek uitvoeren, onder meer naar de Mayumbe regio in samenwerking met de regionale Geologische Dienst van Leopoldstad. Op 20 februari 1945 werd hij gedemobiliseerd en verliet het leger als onderluitenant. Hij ontving ook de onderscheiding lid van de Orde van het Britse Rijk. Vervolgens ging hij in Belgisch Congo werken voor de Geologisch Dienst.


In juli 1946 startte hij als tijdelijk onderzoeker aan het Koninklijk Museum van Belgisch Congo. Hij werd hier op 1 december 1947 benoemd tot attaché en hij behaalde op 19 juli 1947 de speciale licentie ingenieur-geoloog aan de ULB. Van 15 september 1948 tot 15 september 1949 voerde hij in opdracht van het Syndicat de Recherche minières du Bas- et du Moyen-Congo (BAMOCO) een geologisch onderzoek uit van Laag-Congo. Voor de Société Forminière deed hij hetzelfde van Kasaï van 18 september tot 3 december 1949. Tijdens deze expedities verzamelde hij heel wat geologisch materiaal voor het Koninklijk Museum van Belgisch Congo. Aan dit museum werd hij vervolgens adjunct-conservator en nadien conservator aan de Sectie Geologie, Mineralogie en Paleontologie. Op 1 oktober 1958 werd hij benoemd tot directeur van dit Museum. Hij bleef deze functie uitoefenen tot aan zijn pensioen op 28 februari 1977.


Cahen was nauw betrokken bij de problemen die de onafhankelijkheid van Congo voor de ex-bezetter met zich meebrachten. Zo werd de bevoegdheid van het Museum overgedragen van het Ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Administratie voor Wetenschappelijk Onderzoek. Ook de naam van het Museum werd aangepast, de nieuwe naam werd 'Koninklijk Museum voor Midden-Afrika". En om het wetenschappelijk onderzoek blijvend te garanderen, werd er in Congo een lokaal museum opgericht door het Belgische personeel onder leiding van Cahen. Op 11 maart 1970 werd deze benoemd tot directeur-generaal van het Nationale Museum van Zaïre. Hij was ook nauw betrokken bij de oprichting van het Belgisch Instituut ter Bevordering van het Wetenschappelijk 0nderzoek Overzee (BIBWOO/IBERSOM, °1961). Deze instelling had tot doel om het terugkerend Belgisch personeel in de juiste functie te plaatsen. Dit betekende een aanzienlijke versterking van het wetenschappelijk personeel van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. In 1963 werkte Lucien Cahen mee aan de ontwikkeling van een nieuw statuut voor het wetenschappelijk overheidspersoneel. Cahen profiteerde hiervan om ook een reorganisatie van het Museum door te voeren en nieuwe activiteiten te ontwikkelen.


Cahenbouwde ook een academische carrière uit. In 1951 werd hij benoemd tot docent aan de ULB. Hij volgde zijn leermeester Maurice Jules Robert op voor de cursussen geologie en de geografische natuurkunde van Centraal-Afrika. In 1965 werd hij buitengewoon hoogleraar.


Cahen werd op 18 december 1973 corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique . Hij was ook lid van de Koninklijke Academie voor Overzeese Wetenschappen en buitenlands lid van de Geological Society of London. Hij was daarnaast ook lid van het directiecomité van de Commissie Geologie van het Ministerie van Koloniën, van de directieraad van het Instituut voor Wetenschappelijk Onderzoek in Centraal Afrika-Institut pour la Recherche scientifique en Afrique centrale, van de administratieve raad van het NFWO, van het paritaire belgisch-rwandees comité van het Institut national de Recherche scientifique du Rwanda en voorzitter-stichter van de Associatie van de Belgische Musea. Hij was ook vice-president van de Société géologique de Belgique. Hij won in 1950 de Agathon De Potterprijs. Hij ontving een ere-doctoraat van de Universiteit van Dakar.[1]

Werken

De wetenschappelijke productie van Lucien Cahen bestaat uit 186 bijdragen, publicaties en geologische kaarten. Deze waren hoofdzakelijk gewijd aan de geologie van Afrika: vooral deze van Centraal-Afrika (Burundi, Rwanda en Congo). Ze behandelden voornamelijk de historische geologie: stratigrafie, geochronologie en de paleogeografie. Pas na de Tweede Wereldoorlog geraakten de geografen, die nu - krachtens de wet van 1929 - waren opgeleid aan de Faculteit Wetenschappen, massaal bij het overzees onderzoek betrokken. Ze manifesteerden zich op het moment dat de Belgische universiteiten onderzoekscentra voor Midden-Afrika creëerden (CEMUBAC te Brussel, FOMULAC te Leuven, FULREAC te Luik, GANDA-CONGO te Gent) en in Congo zelf universitaire structuren of onderzoeken vestigden (Nationaal Instituut voor Landbouwstudies in Belgisch Congo, IWOCA, de Universiteit Lovanium en Elisabethstad).[2]
Cahen en Jacques Lepersonne waren van 1952 tot 1960 lid van het Comité du Syndicat pour l’Etude géologique et minière de la Cuvette congolaise. Hierdoor kon Cahen heel wat geologisch materiaal vezamelen. De studie van dit geologisch materiaal leverde 14 publicaties op in de Jaarboeken van het Museum.[3] Ook de eerste westerse studies over schiervlakten en rivierterrassen zijn van de hand van Cahen en Jacques Lepersonne. Precieze beschrijvingen en verklarende hypothesen werden gewijd aan verschillende specifieke fenomenen: de onderzeese vallei van de Congo, de watervallen en versnellingen van de Congo en zijn bijrivieren, de centrale kom, de oostelijke slenk, de vulkanen van Kivu, het Ruwenzorimassief, de grotten en de karstvormen.


Via terreinwerk ter plaatse, uitgevoerd sinds 1938 en tijdens de hele oorlog door Cahen, André Jamotte, Jacques Lepersonne en Georges Mortelmans, werd vanaf 1945 de definitieve basis gelegd van een stratigrafische schaal die het geheel van de formaties van Congo omvatte.[4] Toen hij in 1945 Congo verliet, had hij een voorlopige geologische kaart van de regio Laag-Congo op de schaal 1:200.000ste getekend.[5]


In twee werken vatte Cahen de stand van de geologische kennis van Afrika in de Europese wetenschapswereld begin jaren '50 samen: de algemene kaart van Congo op 1:2.000.000 (Cahen en Jacques Lepersonne, 1951) en de publicatie Géologie du Congo belge (Cahen, 1954).[6] Cahen was betrokken bij het onderzoek naar de datering van geologische verschijnsels. Vanaf 1954 werkte hij nauw samen met het Laboratorium voor nucleaire fysica aan de ULB. Deze samenwerking resulteerde in 1966 in de oprichting van het Belgisch Centrum voor Geochronologie. Dankzij fondsen van het NFWO werd het laboratorium verder uitgerust en uitgebouwd.[7] In dit Centrum wordt de geochronologie gebruikt, dit is de datering van gesteenten op basis van de radioactiviteit van bepaalde chemische elementen die in zeer minieme mate in alle gesteenten voorkomen. Cahen was dan ook een van de promotoren en grootste specialisten van deze innoverende en - wat de impact op de traditionele geologische en geochemische kennis betreft – indertijd revolutionaire methode. Duizenden radiometrische ouderdomsbepalingen werden tussen 1960 en 1980 in dit centrum gerealiseerd door Sarah Deutsch, Dolly Ledent en Paul Pasteels. De nauwkeurige en systematische kritische confrontatie van de resultaten met geologische (Lucien Cahen) en petrografische (Jacques Delhal) gegevens heeft geholpen bij de datering, maar ook op theoretisch vlak bij de studie van de geochemische mechanismen van geologische gebeurtenissen. De laatste stand van zaken in de geologie van Midden-Afrika is samengevat in The Geochronology and Evolution of Africa, een belangrijk werk dat in 1984 werd gepubliceerd door Cahen, Norman Snelling, Jacques Delhal en John R. Vail en dat steunt op meer dan 1.500 geciteerde referenties.[8]Cahen schreef ook een geannoteerde bibliografie over de geografie van Congo, Rwanda en Urundi.[9]

Publicaties

  • Lijst met publicaties in: Lepersonne, Jacques,"Cahen Lucien',In: Annuaire ARB, jaargang 1983, Brussel: ARB, p. 71-99.


Bibliografie

  • Lepersonne, Jacques,"Cahen Lucien", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol.2, Brussel: ARB, p. 67-70.
  • Lepersonne, Jacques, "Cahen Lucien", In: Annuaire ARB, jaargang 1983, Brussel: ARB, p. 57-70.


Nota’s

  1. Lepersonne, Jacques,"Cahen Lucien", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol.2, Brussel: ARB, p. 67-70.
  2. Poncelet, Marc & Nicolaï, Henri & Delhal, Jacques & Symoens, Jean-Jacques, "De overzeese wetenschappen", In:Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p.248.
  3. Lepersonne, Jacques, "Cahen Lucien", In: Annuaire ARB, jaargang 1983, Brussel: ARB, p. 57-70.
  4. Poncelet, Marc & Nicolaï, Henri & Delhal, Jacques & Symoens, Jean-Jacques, "De overzeese wetenschappen", In:Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 252.
  5. Lepersonne, Jacques, "Cahen Lucien", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol.2, Brussel: ARB, p. 67-70.
  6. Poncelet, Marc & Nicolaï, Henri & Delhal, Jacques & Symoens, Jean-Jacques, "De overzeese wetenschappen", In:Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 253.
  7. Lepersonne, Jacques,"Cahen Lucien", In: Annuaire ARB, jaargang 1983, Brussel: ARB, p.57-70.
  8. Poncelet, Marc & Nicolaï, Henri & Delhal, Jacques & Symoens, Jean-Jacques, "De overzeese wetenschappen", In: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 254-255.
  9. Lepersonne, Jacques,"Cahen Lucien", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol.2, Brussel: ARB, p. 67-70.