Difference between revisions of "Coppens, Albert (1885-1966)"
(→Biografie) |
(→Biografie) |
||
Line 11: | Line 11: | ||
In 1919 keerde hij terug naar de Universiteit van Leuven en werd tegelijkertijd aan het hoofd gesteld van het onderzoekslaboratorium voor motorrijtuigen van FN in Herstal. Deze functie verliet hij in 1926 wanneer hij de leiding neemt van het thermotechnisch laboratorium van de speciale scholen van de KUL, de huidige Faculteit Ingenieurswetenschappen. Coppens was nauw betrokken bij de oprichting van dit laboratorium. Zo ondernam hij studiereizen naar andere instituten in Zürich, Delft en België. Na deze studiereizen benadrukte hij het belang van een adequate hoogte van het gebouw en de aanwezigheid van voldoende lichtinval, verwarmingsystemen, pompen, ventilatie, kantoren en opbergruimtes. Het gebouw zelf werd ontwikkeld door architect Emile Goethals, de binnenruimtes werden echter ingedeeld door Coppens en zijn collega professor [[Paul Daubresse]].<ref> [http://18april.icomos.org/index.php/2009/Theme-2009/belgium-thermo.html Website The International Day for Monuments and Sites] geconsulteerd op 23/06/2010 om 12u.</ref> | In 1919 keerde hij terug naar de Universiteit van Leuven en werd tegelijkertijd aan het hoofd gesteld van het onderzoekslaboratorium voor motorrijtuigen van FN in Herstal. Deze functie verliet hij in 1926 wanneer hij de leiding neemt van het thermotechnisch laboratorium van de speciale scholen van de KUL, de huidige Faculteit Ingenieurswetenschappen. Coppens was nauw betrokken bij de oprichting van dit laboratorium. Zo ondernam hij studiereizen naar andere instituten in Zürich, Delft en België. Na deze studiereizen benadrukte hij het belang van een adequate hoogte van het gebouw en de aanwezigheid van voldoende lichtinval, verwarmingsystemen, pompen, ventilatie, kantoren en opbergruimtes. Het gebouw zelf werd ontwikkeld door architect Emile Goethals, de binnenruimtes werden echter ingedeeld door Coppens en zijn collega professor [[Paul Daubresse]].<ref> [http://18april.icomos.org/index.php/2009/Theme-2009/belgium-thermo.html Website The International Day for Monuments and Sites] geconsulteerd op 23/06/2010 om 12u.</ref> | ||
De machines, waarvoor zij de specificaties hadden uitgeschreven, zijn uniek van aard met talrijke didactische verfijningen. | De machines, waarvoor zij de specificaties hadden uitgeschreven, zijn uniek van aard met talrijke didactische verfijningen. | ||
− | Deze machinecollectie werd lange tijd gebruikt voor de opleiding van ingenieursstudenten. De practica werden geleid door professor Coppens, zijn opvolger werd professor [[Theo Van der Waeteren]], ondertussen ook met emeritaat. <ref> [http://www.hangarflying.be/index.php?action=view&id=87&module=newsmodule&src=%40random4964b1c4d1833 Website Hangar Flying] geconsulteerd op 23/06/2010 om 11u30.</ref> Bovendien slaagde hij er in om in 1947 als eerste een Britse | + | Deze machinecollectie werd lange tijd gebruikt voor de opleiding van ingenieursstudenten. De practica werden geleid door professor Coppens, zijn opvolger werd professor [[Theo Van der Waeteren]], ondertussen ook met emeritaat. <ref> [http://www.hangarflying.be/index.php?action=view&id=87&module=newsmodule&src=%40random4964b1c4d1833 Website Hangar Flying] geconsulteerd op 23/06/2010 om 11u30.</ref> Bovendien slaagde hij er in om in 1947 als eerste een Britse straalmotor te verwerven, deze motor werd opgenomen in de collectie van het Instituut. Ook ontving hij van FN twee straalmotoren, dit was mogelijk dankzij zijn goede contacten met deze firma. <ref> [http://www.mech.kuleuven.be/en/tme/research/Thermotech/ThermoInst/JetEng Website Jetengines KULeuven] geconsulteerd op 23/06/2010 om 14u.15.</ref><br/> |
In 1957 werd hij toegelaten tot het emeritaat.<ref> L., Bouckaert. "In Memoriam Albert Coppens", In: ''Jaarboek 1966'', Brussel: KVAB, p.295.</ref><br/> | In 1957 werd hij toegelaten tot het emeritaat.<ref> L., Bouckaert. "In Memoriam Albert Coppens", In: ''Jaarboek 1966'', Brussel: KVAB, p.295.</ref><br/> | ||
<br/> | <br/> |
Revision as of 12:14, 23 June 2010
Werktuigkundige en ingenieur geboren in 1885 in Ardooie en overleden op 7 juni 1966 in Brussel.
Biografie
Coppens werd geboren op 6 augustus 1885 in Ardooie, als zoon van een vrederechter. Wanneer zijn vader werd overgeplaatst naar Oostende, studeerde hij daar aan het College Grieks Latijnse. In 1904 startte hij aan de KUL en behaalde er in 1909 het diploma van burgerlijk bouwkundig ingenieur. Twee jaar later verwierf hij het diploma elektrotechnisch ingenieur. [1] Hij werd in 1910 benoemd tot docent, in 1911 tot buitengewoon hoogleraar en in 1919 tot gewoon hoogleraar aan de KUL. Hij doceerde er werktuigendynamica en toegepaste mechanica. Zijn academische carrière werd door de Eerste Wereldoorlog onderbroken.
Van 1915 tot 1918 werkte hij als Designer and Assistent Engineer bij de afdeling stoomturbines van de British Thomson-Houston te Rugby. Van 1918 tot 1919 leidde hij de proeven aan de motoren van het Consortium des Constructeurs d’avion te Levallois-Perre.
In 1919 keerde hij terug naar de Universiteit van Leuven en werd tegelijkertijd aan het hoofd gesteld van het onderzoekslaboratorium voor motorrijtuigen van FN in Herstal. Deze functie verliet hij in 1926 wanneer hij de leiding neemt van het thermotechnisch laboratorium van de speciale scholen van de KUL, de huidige Faculteit Ingenieurswetenschappen. Coppens was nauw betrokken bij de oprichting van dit laboratorium. Zo ondernam hij studiereizen naar andere instituten in Zürich, Delft en België. Na deze studiereizen benadrukte hij het belang van een adequate hoogte van het gebouw en de aanwezigheid van voldoende lichtinval, verwarmingsystemen, pompen, ventilatie, kantoren en opbergruimtes. Het gebouw zelf werd ontwikkeld door architect Emile Goethals, de binnenruimtes werden echter ingedeeld door Coppens en zijn collega professor Paul Daubresse.[2]
De machines, waarvoor zij de specificaties hadden uitgeschreven, zijn uniek van aard met talrijke didactische verfijningen.
Deze machinecollectie werd lange tijd gebruikt voor de opleiding van ingenieursstudenten. De practica werden geleid door professor Coppens, zijn opvolger werd professor Theo Van der Waeteren, ondertussen ook met emeritaat. [3] Bovendien slaagde hij er in om in 1947 als eerste een Britse straalmotor te verwerven, deze motor werd opgenomen in de collectie van het Instituut. Ook ontving hij van FN twee straalmotoren, dit was mogelijk dankzij zijn goede contacten met deze firma. [4]
In 1957 werd hij toegelaten tot het emeritaat.[5]
Hij werd op 13 oktober 1945 corresponderend lid aan de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en werkend lid op 11 september 1948.
Daarnaast was hij lid van het Institution of Mechanical Engineers (Londen) en de Society of Automative Engineers (New York).
Hij overleed na een slepende ziekte op 7 juni 1966 in Brussel. Bovendien werd op 11 maart 1931 op zijn iniatief de Cercle Universitaire Catholique de Vol sans Moteur opgericht. [6]
Werken
Werktuigkundige die vooral de praktische problemen bij de bouw en de werking van motoren (zuigermotoren, stermotoren, diesel en reactiemotoren) bestudeerde. [7]
Zijn belangrijkste werk valt in de periode 1930-1935 en hield verband met het uitbalanceren van zuigmotoren. Hij schreef de bewegingsvergelijking van heel het bewegend systeem dat uit de zuiger, drijfstang, krukas en tegenwicht bestaat. Hij berekende hierbij de reactiekrachten die op het freem aangrijpen.
Bovendien berekende hij voor een ingewikkeld systeem als een stermotor een eenvoudige uitbreiding van deze formule. Door de sterke opkomst van de reactiemotoren in de vliegtuigindustrie, verplaatste Coppens ook zijn onderzoek naar de reactiemotoren. Hij liet twee reactiemotoren werken in zijn laboratorium.
Ook met de studie van de brandstoffen heeft hij zich beziggehouden, zowel op economisch als op thermodynamisch gebied, vb. Kan een dieselmotor met palmolie werken ? [8]
Publicaties
- "Etude de l’équilibrage des moteurs en étoile", In: Congrès national des sciences, 2de, Brussel, 19 - 23 juni 1935, Brussel: Hayez, 1935.
- Voor een korte lijst met publicaties L., Bouckaert. "In Memoriam Albert Coppens", In: Jaarboek 1966, Brussel: KVAB, p.296-297.
Bibliografie
- L., Bouckaert. "In Memoriam Albert Coppens", In: Jaarboek 1966, Brussel: KVAB, p.295-296.
- "Coppens Albert", In: De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden, Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p.41.
- Website Hangar Flying geconsulteerd op 23/06/2010 om 11u30.
- Website The International Day for Monuments and Sites geconsulteerd op 23/06/2010 om 12u.
Nota’s
- ↑ L., Bouckaert. "In Memoriam Albert Coppens", In: Jaarboek 1966, Brussel: KVAB, p.295.
- ↑ Website The International Day for Monuments and Sites geconsulteerd op 23/06/2010 om 12u.
- ↑ Website Hangar Flying geconsulteerd op 23/06/2010 om 11u30.
- ↑ Website Jetengines KULeuven geconsulteerd op 23/06/2010 om 14u.15.
- ↑ L., Bouckaert. "In Memoriam Albert Coppens", In: Jaarboek 1966, Brussel: KVAB, p.295.
- ↑ Website Leuvens Universitaire AERO-CLUB geconsulteerd op 23/06/2010 om 14u.
- ↑ "Coppens Albert", In: De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden, Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p.41.
- ↑ L., Bouckaert. "In Memoriam Albert Coppens", In: Jaarboek 1966, Brussel: KVAB, p.296.