Difference between revisions of "Brialmont, Henri-Alexis (1821-1903)"

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
(Created page with 'Ingenieur, geboren te Venloo op 25 mei 1821 en overleden te Sint-Joost-ten-Noode op 21 juli 1903. category:Wetenschapperscategory: Geboorte 1801-1825 [[category:Ingenieur…')
 
Line 1: Line 1:
 
Ingenieur, geboren te Venloo op 25 mei 1821 en overleden te Sint-Joost-ten-Noode op 21 juli 1903.
 
Ingenieur, geboren te Venloo op 25 mei 1821 en overleden te Sint-Joost-ten-Noode op 21 juli 1903.
 
[[category:Wetenschappers]][[category: Geboorte 1801-1825]] [[category:Ingenieurs]][[category:Leden ARB-KVAB]]
 
[[category:Wetenschappers]][[category: Geboorte 1801-1825]] [[category:Ingenieurs]][[category:Leden ARB-KVAB]]
 
<br/>
 
 
===Biografie===
 
===Biografie===
 
Henri-Alexis Brialmont werd geboren te Venloo op 25 mei 1821. <br/>
 
Henri-Alexis Brialmont werd geboren te Venloo op 25 mei 1821. <br/>

Revision as of 12:57, 1 June 2011

Ingenieur, geboren te Venloo op 25 mei 1821 en overleden te Sint-Joost-ten-Noode op 21 juli 1903.

Biografie

Henri-Alexis Brialmont werd geboren te Venloo op 25 mei 1821.
Zijn vader, Mathieu-Laurent-Joseph Brialmont, was oorspronkelijk afkomstig uit Seraing en had gediend in het Franse Leger tijdens het Keizerrijk. Hij nam vervolgens dienst in het Nederlandse leger en na de Revolutie van 1830 in het Belgische leger. Hij was aide-de-Camp van de Koning en van 1850 tot 1851 Minister van Oorlog. Zijn moeder was de dochter van een Nederlands koopman.[1]
De opleiding van Henri-Alexis Brialmont werd verwaarloosd. Het was pas vanaf 1836, dat hij aan het Atheneum van Antwerpen, de cursussen wiskunde en geschiedenis volgde. Hij bereidde zich voor op zijn ingangsexamen voor de Koninklijke Militaire School en werd op 12 juni 1839 toegelaten. Hij werd op 15 februari 1841 gepromoveerd tot onderluitenant en werd na het verlaten van de toepassingsschool opgenomen in de genie. In 1843 werd hij toegevoegd aan het garnizoen van Luik, in 1844 aan deze van Diest en vervolgens aan deze van Brussel, waar hij de assistent werd van Colonel Dandelin.[2]
In 1845 ging hij naar het regiment van Bergen. Het jaar daarop was hij plaatsvervangend commandant van de Genie te Charleroi. In 1847 promoveerde hij tot luitenant en reisde naar Antwerpen om mee te werken aan de militair topografische werkzaamheden. In augustus van hetzelfde jaar was hij attaché aan het kabinet van de Minister van Oorlog, Generaal Chazal.
Vanaf 1850 combineerde hij zijn functies aan het Ministerie met deze van plaatsvervangend commandant van de Genie te Antwerpen, waar de fortificatiewerken volop aan de gang waren.
In 1855 slaagde hij in het ingangsexamen voor de Generale Staf en werd gepromoveerd tot kapitein aan de Generale Staf. Na deze promotie, deed hij stage aan het 4de artillerieregiment, gelegerd te Antwerpen.[3]
In 1856 won hij de Vijfjaarlijkse prijs voor politiek en moraal aan de Académie royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles.[4]
Brialmont was een tegenstander van het voorstel van de overheid voor het vergroten van de Antwerpse stellingen. Hij werd ter voorbereiding van de ontmanteling van de versterkingen naar Menen en Ieper gestuurd. In 1857 liep Brialmont stage bij het eerste cavaleriegiment gelegerd te Namen, en vervolgens tegen het einde van het jaar, werd hij adjunct aan de Generale Staf van de eerste infanteriedivisie te Gent.
Opnieuw attaché aan het kabinet van het Ministerie van Defensie, was Brialmont verantwoordelijk voor de ontwikkeling van Antwerpen. Zijn projectvoorstel werd in 1859 gestemd.
Op 19 mei 1859 trouwde kapitein Brialmont met Melle Justa De Potter, die in 1875 overleed.
Hij werd in 1861 benoemd tot majoor aan de Generale Staf en in 1864 tot luitenant-kolonel.
Brialmont, op dat moment directeur van de militaire operaties aan het departement voor oorlog, onderzocht de mobilisatie en de concentratie van het leger.[5]
Tijdens de oorlog van 1870-71, was hij hoofd van de Generale Staf van het Antwerpse leger. In 1874 werd Brialmont gepromoveerd tot generaal-majoor en benoemd tot directeur van de fortificaties van Antwerpen. Het jaar daarop werd hij inspecteur-generaal van het geniecorps en van de fortificaties. Hij behield deze functies tot aan zijn pensioen.
Hij werd op 15 december 1865 corresponderend lid van de Académie royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles en effectief lid op 15 december 1869. Hij was in 1875 en in 1896 voorzitter van de Academie en directeur van de Klasse van de Wetenschappen.
In 1886 werd lieutenant-generaal Brialmont ondanks dat hij de pensioensgerechtigde leeftijd had bereikt, door de overheid belast met het creëren van bruggenhoofden in Luik en Namen.
Hij trok zich op 30 mei 1892 terug uit het actieve leven.[6]
Brialmont was eveneens tijdens één legislatuur liberaal vertegenwoordiger voor Brussel. Hij intervenieerde in de Kamer tijdens debatten over het leger en de kolonie.
Hij overleed te Brussel op 20 juli 1903.
Een standbeel van Brialmont vervaardigd door de beeldhouwer Huggelen, werd in 1927 te Brussel opgericht.

Werken

Hte eerste werk van Brialmont was een studie van het militaire oeuvre van Simon Stevin, als antwoord op een prijsvraag gesteld door de stad Brugge.
In zijn eerste publicatie uit 1847 liet hij zich positief uit over het oprichten van een leger in staat om het land te verdedigen. Het werk Eloge de la guerre was dan ook een reactie op de vredesbeweging uit deze periode. Het militaire leven en het belang van het leger waren de meest gekoesterde onderwerpen in zijn geschriften, onder andere in Considérations politiques et militaires sur la Belgique. Hiermee won hij de vijfjaarlijkse prijs voor morale en politieke wetenschappen voor de periode 1850-1855.
Hij interesseerde zich voor het belang van de kolonies en de koloniale industrie. Hij onderhield met de toekomstige koning Leopold II hierover een belangrijke correspondentie.[7]
Hij ondernam een studie van de campagnes van de Hertog van Wellington, dit werk werd in verschillende talen vertaald, maar wordt nog steeds gecensureerd in Frankrijk. Brialmont schreef eveneens verschillende artikelen met zijn bemerkingen over het oprichten van een veelhoek in de Antwerpse vestiging. Deze waren in strijd met de heersende ideeën uit deze periode en werden dan ook niet goed ontvangen door de militaire overheid.[8]
In 1863 verdedigde hij zijn keuze in de publicatie: Études sur la défense des États et sur la fortification. Dit werk had een aanzienlijke impact in België en het buitenland. Het veroorzaakte een verandering in het onderwijs aan de Militaire School.

Publicaties

Met STEICHEN, *Mémoire sur la vie et les travaux de Simon Stevin, Brussel : Librairie ancienne et moderne A. Van Dale, 1846.

  • Notice sur la conservation de la poudre de guerre, Brussel, 1849.
  • Eloge de la guerre, Brussel, 1849.
  • De la guerre, de l'armée et de la garde civique, Brussel : Kiessling et compagnie, 1850.
  • Histoire critique des négociations relatives au traité du 14 décembre 1831 prescrivant la démolition de plusieurs forteresses belges, Parijs, 1850.
  • De l'armée et de la situation financière Brussel, 1850.
  • De l'emploi de l'artillerie aux travaux de défrichement, Brussel, 1850.
  • La vérité sur la situation militaire de la Belgique, Brussel, 1850.
  • [http://books.google.be/books?id=VPNaAAAAQAAJ&printsec=frontcover&hl=fr#v=onepage&q&f=false Précis d'art militaire, Brussel, 1851.
  • Considérations importantes sur la loi de l'organisation de l'armée, Brussel, 1851.
  • Considérations politiques et militaires sur la Belgique Brussel, 1851-1852
  • Histoire du Duc de Wellington, Brussel, 1856- 1857.
  • KELLER, Projet d'agrandissement d'Anvers, (7 publicaties en een atlas).
  • La vérité sur la question d'Anvers, Brussel, 1859.
  • Complément de l'oeuvre de 1830, Brussel, 1860.
  • "Considérations politiques et militaires sur les colonies", in Journal de l'Armée belge, Brussel, 1860.
  • Manifestation nationale du peuple belge en 1860, Brussel, 1860.
  • Le système cellulaire et la colonisation pénale, Brussel, 1861.
  • Question des canons, Brussel, 1861.
  • "Anvers et la défense de la Belgique", in Journal de l'Armée belge, Brussel, 1862.
  • Études sur la défense des États et la fortification, Brussel, 1863.
  • Les nouvelles fortifications d'Anvers : Réponse aux critiques, Brussel, 1863.
  • La guerre du Schleswig envisagée au point de vue belge, Brussel, 1864.
  • Le Corps belge du Mexique, Brussel, 1864.
  • Réponse à MM. Ratheau et Augoyat, Parijs, 1864.
  • Réflexions d'un soldat sur les dangers qui menacent la Belgique, Brussel, 1865.
  • Réponse au pamphlet: Anvers et M. Brialmont. Brussel, 1865.
  • "Réponse au Journal de l'Armée belge", in Journal de l'Armée belge, Brussel, 1865.
  • Réorganisation du système militaire de la Belgique, Brussel, 1866.
  • Considération sur la réorganisation de l'armée: Justification du Quadrilatère, Brussel, 1866.
  • La Belgique doit armer: Conseil pratique d'un vieux Belge, Brussel, 1866.
  • Études sur l'organisation des armées, Brussel, 1867.
  • La fortification polygonale et les nouvelles fortifications d'Anvers, Brussel, 1869.
  • Traité de fortification polygonale, Brussel, 1869
  • Lettre au Journal de l'Armée belge, Brussel, 1869.
  • La fortification improvisée, Brussel, 1870.
  • La fortification polygonale jugée par le général Tripier, Brussel, 1870.
  • La vérité sur la situation militaire de la Belgique, Brussel, 1871.
  • Ce que vaut la garde civique: Étude sur la situation militaire du pays, Brussel, 1871.
  • Projet de réorganisation de l'infanterie belge, Brussel, 1871.
  • Le service obligatoire en Belgique, Brussel, 1871.
  • L'armée, la presse et les partis en Belgique, Brussel, 1872.
  • Le service obligatoire, Brussel, 1872.
  • Les adversaires du service obligatoire mis au pied du mur, Brussel, 1872.
  • La fortification à fossés secs, Brussel, 1872.
  • Le remplacement par l'État, Brussel, 1873.
  • Service obligatoire et remplacement, Brussel, 1873.
  • "Étude sur l'investissement des camps retranchés", in Annuaire d'Art, de Science et de Technologie militaires, 1873.
  • La fortification des capitales, Brussel, 1873.
  • Imprévoyance et Impéritie: Belgique militaire, Brussel, 1873.
  • La situation politique et militaire des petits États et particulièrement de la Belgique, Brussel, 1874.
  • L'Angleterre et les petits États à la conférence de Bruxelles, Brussel, 1875.
  • "La défense des États et les camps retranchés", in Bibliothèque scientifique internationale, Parijs, 1876.
  • "Les camps retranchés", in Johnson's Universel- Cyclopedy, vol. 2, New York, 1876.
  • La fortification du champ de bataille, Brussel, 1873 (een 2de editie verscheen in 1879).
  • Manuel de fortification de campagne, Brussel, 1879.
  • Étude sur les formations de combat de l'infanterie, l'attaque et la défense des positions et des retranchements, Brussel, 1880.
  • Tactique de combat des trois armes, Brussel, 1881.
  • Situation militaire de la Belgique : Travaux de défense de la Meuse, Brussel, 1882.
  • Le général Todleben, sa vie et ses travaux, Brussel, 1884.
  • Les fortifications d'Anvers : Projets de 1858- 59, Brussel, 1884.
  • La vérité sur la carte géologique de la Belgique, Brussel, 1885.
  • Le général de Blois, sa vie et ses ouvrages, Brussel, 1885.
  • La fortification du temps présent, Brussel, 1885
  • Les fortifications de la Meuse Réponse au journal de Liège « La Meuse » et au général Crousse, Brussel, 1887.
  • "M. Frère-Orban et les travaux de défense de la Meuse", in Belgique militaire, 1887.
  • Influence du tir plongeant et des obus-torpilles sur la fortification, Brussel, 1888.
  • La Belgique actuelle au point de vue commercial, colonial et militaire, Brussel, 1889.
  • Pas de système suisse, Brussel, 1889.
  • "La vérité sur la question du contingent et des canons belges", in Belgique militaire, 1889 en 1890.
  • Les partis. Anvers et la défense nationale, Brussel, 1890.
  • Les régions fortifiées : Leur application à la défense de plusieurs États européens, Brussel, 1890.
  • "Situation actuelle de la fortification: Idées et tendances de la nouvelle école", in Revue de l'Armée belge, 1890.
  • "Étude de l'infanterie légère, l'organisation et l'emploi des troupes du Génie", in Revue de l'Armée belge, 1893.
  • "Ce que Bazaine a fait à Metz", in Internationale Revue, Dresden, 1893.
  • La défense des États à la fin du XIXe siècle, Brussel, 1895.
  • La défense des côtes et les têtes de pont permanentes, Brussel, 1896.
  • Organisation des camps retranchés permanents, Brussel, 1897.
  • Progrès de la défense des États et de la fortification depuis Vauban, Brussel, 1898.
  • Affaiblissement de la place d'Anvers: Projet du Gouvernement, Brussel, 1898.
  • Le péril national, Brussel, 1898.
  • Projet d'agrandissement d'Anvers et nouveaux travaux de défense: Port franc, Brussel, 1900.
  • Agrandissement d'Anvers : Critique des opérations de la sous-commission militaire, Brussel, 1900.
  • "Anvers et Termonde, Critique des résolutions de la commission mixte", in Belgique militaire, 1901
  • "Organisation et composition des troupes du génie", in Revue de l'Armée belge, 1901.
  • Agrandissement d'Anvers: Exposé et solution de la question, Brussel, 1901.
  • L'enceinte d'Anvers: Moyen de la remplacer sans affaiblir la défense de la place, Brussel, 1903.
  • "Discours prononcé aux funérailles de J.-J. d'Omalius d'Halloy", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 2de reeks, vol. 39, 1874.
  • "Sur les causes et les effets de l'accroissement successif des armées permanentes", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 2de reeks, vol. 40, 1875).
  • "Sur les papiers délaissés par J.-S. STAS", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 3de reeks, vol. 24, 1892.
  • "Discours prononcé aux funérailles, de H. Maus", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 3reeks, vol. 26, 1893.
  • "Note au sujet de la publication des oeuvres de J.-S. Stas", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 3de reeks, vol. 28, 1894.
  • "Rapport sur le concours pour la deuxième période du prix Charles Lemaire", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 3de reeks, vol. 30, 1895.
  • "De l'accroissement de la population et de ses effets dans l'avenir", in Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 3de reeks, vol. 32, 1896.


Biografische bijdragen


Bibliografie

  • BEAUJEAN, C., Une page de l’histoire de la fortification. Le Lieutenant Général Brialmont (1821-1903) , Leuven, 1903.
  • CROKAERT, P., Brialmont - Eloge et mémoires, Brussel, 1925,
  • DEGUENT, R., Etude d’ensemble de la fortification terrestre. Historique, Brussel, 1932.
  • GODEAUX, Lucien, "Notice sur Alexis Brialmont, membre de l’Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1947, p. 17-43.
  • FAQUE, C., Henri-Alexis Brialmont. Les Forts de la Meuse 1887-1891, Bouge, 1987.
  • LECONTE, Louis, "Brialmont, (Henri-Alexis)", in Biographie Nationale, vol. 30, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1958, kol. 212-230.
  • Henri Alexis Brialmont sur le site Wikipédia, geconsulteerd op 5/05/11 om 12u.


Notes

  1. GODEAUX, Lucien, "Notice sur Alexis Brialmont, membre de l’Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1947, p. 18.
  2. LECONTE, Louis, "Brialmont, (Henri-Alexis)", in Biographie Nationale, vol. 30, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1958, kol. 213.
  3. GODEAUX, Lucien, "Notice sur Alexis Brialmont, membre de l’Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1947, p. 20.
  4. LECONTE, Louis, "Brialmont, (Henri-Alexis)", in Biographie Nationale, vol. 30, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1958, kol. 214.
  5. GODEAUX, Lucien, "Notice sur Alexis Brialmont, membre de l’Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1947, p. 20.
  6. LECONTE, Louis, "Brialmont, (Henri-Alexis)", in Biographie Nationale, vol. 30, Brussel : Établissements Émile Bruylant, 1958, kol. 221.
  7. GODEAUX, Lucien, "Notice sur Alexis Brialmont, membre de l’Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1947, p. 27.
  8. GODEAUX, Lucien, "Notice sur Alexis Brialmont, membre de l’Académie", in Annuaire de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1947, p. 29.