Pagani, Gaspard - Monument in Woubrechtegem
Standbeeld van Gaspardo Pagani (1796-1855), opgericht in 1855 in Woubrechtegem (Herzele). Kunstenaar onbekend.
Voorstelling
Het stenen beeld stelt een afgebroken zuil voor, symbool voor het te vroeg afgebroken leven van Gaspardo Pagani. Deze international gerenommeerde Italiaans-Belgische wiskundige en hoogleraar aan de universiteit van Leuven heeft het bedenken van de triëder uit de differentiaalmeetkunde op zijn conto staan. Het betreft de drievlakshoek gevormd door de raaklijn, de hoofdnormaal en de binormaal in een punt aan een kromme.
De afgeknotte zuil staat op een sokkel die uit hetzelfde materiaal is gemaakt. Het opschrift op de sokkel luidt:
- Il vecut trop peut pour les siens
- ...(aanvulling nodig)
Historiek
Het monument was aanvankelijk een grafmonument. Het werd kort na de dood van Pagani gemaakt in opdracht van Francisca Xaveria Coleta de Waepenaert de Termiddel-Erpen, zijn weduwe. Lange tijd stond het op het graf van de wiskundige, op het kerkhof van Woubrechtegem. Wegwerkzaamheden maakten dat het monument ten slotte moest wijken. Jarenlang lag het in stukken verspreid. Het gemeentebestuur van Herzele liet ten slotte het herdenkingsteken restaureren. Het kreeg toen een plek op het hernieuwde Heilig Hartplein, het centrale plein van Woubrechtegem.
Locatie
Het monument bevindt zich op het Heilig Hartplein in Woubrechtegem, een deelgemeente van Herzele, nabij Aalst. Hoewel de Paganis in Leuven woonden, dicht bij de universiteit, brachten zij veel tijd door in Woubrechtegem, waar Francisca de Waepenaert een kasteeltje bezat. Nadat Pagani in 1953 omwille van gezondheidsredenen zijn onderwijsopdracht had afgestaan, trok het koppel zich volledig terug in Woubrechtegem. Hier overleed de wiskundige twee jaar later. De Waepenaert liet naast het monument in Woubrechtegem, ook een kapel in de Sint-Jozefskerk in Leuven optrekken.
=Bibliografie
- Huylebrouck, Dirk, "Vergeten genie in Vlaamse Ardennen", in: Eos Magazine, 6 (2011).
- "Monument Pagani Woubrechtegem", in: Het Nieuwsblad, 10 september 2011.