Fraipont, Julien Jean Joseph (1857-1910)

EnglishNederlandsfrançais

FR

Paleontoloog en geoloog, geboren te Luik op 17 augustus 1857 en overleden in dezelfde stad op 22 maart 1910.

Biografie

Julien Fraipont werd geboren te Luik op 17 augustus 1857. Na zijn humaniora werkte hij aanvankelijk in het bankkantoor van zijn vader. Zijn interesse lag echter in de natuurwetenschappen. Hij werkte dan ook tegelijkertijd als assistent van Édouard Joseph Louis Marie Van Beneden aan de Universiteit van Luik. Hij nam vervolgens ontslag uit de bank en startte met het volgen van lessen in de doctoraatsopleiding natuurwetenschappen.
Tegelijkertijd werd hij aan de Universiteit van Luik leerling-assistent, in 1878 voorbereider en in 1881 volwaardig assistent van Édouard Joseph Louis Marie Van Beneden.
In 1884 nam hij de cursus paleontologie over van Gilles-Joseph-Gustave Dewalque. In 1885 werd hij docent dierkundige aardrijkskunde en systematische zoölogie. In 1886 werd hij buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit van Luik, in 1889 promoveerde hij tot gewoon hoogleraar. In 1909 werd hij rector van de ULg, deze functie oefende hij slechts enkele maanden uit omdat hij kort nadien al overleed.
Vanaf 1900 voerde Fraipont met zijn collega's Alfred Habets, Charles-Alfred Gilkinet, Max Lohest en Giuseppe Césaro campagne om de regering te overhalen tot de vorming van de graad van ingenieur-geoloog.
Hij werd op 13 december 1895 corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique , effectief lid op 16 december 1901 en in 1908 directeur van de Klasse Wetenschappen.
Hij was voorzitter van het Institut Archéologique Liégeois. Hij werd in 1890 buitenlands lid van de Académie impériale Césarine-Léopoldine-Caroline de Halle. In 1895 werd hij in de plaats van Laurent-Guillaume De Koninck buitenlands lid van de Société impériale de Naturalistes van Moskou.
Hij won in 1888 de Broca-medaille uitgereikt door de Société d'Anthropologie de Paris.
Hij was daarnaast Ridder in het Erelegioen en Officier in de Leopoldsorde.
Hij overleed in zijn geboortestad op 22 maart 1910.
Er werd een mineraal naar hem genoemd Fraipontite.

Werken

Hij publiceerde 56 notities en publicaties, waarvan 16 over zoölogie (periode 1877-1908). Het overgrote deel waren morfologische studies over verschillende diersoorten, waarbij de archiannelida de grootste groep was die hij beschreef.
In 1883 publiceerde hij samen met Laurent-Guillaume De Koninck een werk over de tweekleppigen teruggevonden in kalkafzettingen uit het Carboon.
Hij heeft een paleontologisch oeuvre nagelaten dat gaat van de studie der Crinoidea van het Famenniaan (1889), over de tabulate koralen (1889), tot de beschrijving van de beroemde ganoïde vis Benedius soreili uit het zwarte marmer van Dinant (1890). De naam Julien Fraipont zal steeds worden geassocieerd met zijn werken over de Mens van Spy.
In 1886 werden in de Grot van Spy (bij Namen) één van de eerste fossielen van neanderthalers gevonden. De ontdekking werd gedaan door de geoloog Max Lohest, assistent aan de Universiteit van Luik en door de archeoloog Marcel De Puydt. Julien Fraipont verrichtte anatomisch onderzoek op de fossielen van de Spy-mens en publiceerde er een monografie over. Het was de eerste keer dat de resten van tenminste twee individuen werden ontdekt in een laag waarin zich ook botten van uitgestorven dieren en vuurstenen artefacten bevonden. Julien Fraipont bracht de vindplaats nauwkeurig in kaart. Op 11 juli 1886 stelden zij samen een proces-verbaal op waarin zij precies aangaven hoe de fossiele resten gevonden werden. Na ongeveer een jaar volgde de officiele beschrijving. De Spy mens was zo compleet en zo uitvoerig beschreven, dat het vanaf dat moment moeilijk was de Neanderthalers nog langer af te doen dan ziekelijke moderne mensen. Meer en meer werd duidelijk dat het hier om een aparte soort ging.
In 1907 schreef hij Okapia een publicatie over de okapi, een verwant van de giraf, dat werd ontdekt in Congo.
Tot aan zijn dood in 1910 ging hij door met onderzoek over de grotten van ons land.

Publicaties

• "Recherches sur les Acinéliniens de la côte d'Ostende", in Bulletin de l'Académie royale de Belgique, 2e série, 1877, XLIV, p.770 et 1878, XLV, p.247 et 287.
• "Recherches sur l'appareil excréteur des Trémalodes et des Cestodes. Notes préliminaires", in Bulletin de l'Académie royale de Belgique, 2e série, 1880, XLIX, p. 397.
• "Histologie, développement et origine du testicule et de l'ovaire de la Campanularia angulata (Hincks"), in Comptes-rendus des séances de l'Académie des sciences, 1880, XC, p.43-45.
• "Recherches sur l'organisation et le développement de la Campanularia angulata (Hincks)", in Archives de zoologie expérimentale et générale, 1880, VIII, p. 433-466.
• "Recherches sur l'appareil excréteur des Trématodes et des Cestodes", in Archives de Biologie, I, 1880, p. 415-456 et II, 1881, p. 1-40.
• "Origine des organes sexuels des Campanularides", in Zoologischer Anzeiger, 1880, 3, p. 135-138.
• "Origine des organes sexuels des Campanularides", in Annals and Magazine of natural history, 1881.
• "L'appareil urinaire des Trématodes et des Cestodes", in Bulletin de la Société belge de microscopie, 1881.
• "Nouveaux vers parasites de l'Uromastix acanthinurus", in Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1882, 3e série, 3, p. 99-106.
• "Une nouvelle discine (Orbiculoidea multistriata Fraip.) du calcaire carbonifère inférieur", in Annales de la Société géologique de Belgique, 1883, XV.
• "Notice sur une caverne à ossements d'Ursus spelæus, in Annales de la Société géologique de Belgique, 1883-1884, XI, p. 98-104.
• "Recherches sur les crinoïdes du famennien (dévonien supérieur) de Belgique, 3e partie, in Annales de la Société géologique de Belgique, 1883-1884, XI, p. 105-118.
• "Leçons de zoologie à des instituteurs", in L'Observateur, 1883-1884.
• "Contribution à l'histoire de l'origine du système nerveux chez les Annelides", in Bulletin de l'Académie royale de Belgique, 3e série, 1884, VIII, p. 94.
• "Contribution à l'histoire de l'appareil excréteur des vers", in Bulletin de l'Académie royale de Belgique, 3e série, 1884, VIII, p. 99.
• "Le rein céphalique du Polygordius", in Archives de Biologie, 1884, V, p. 103-108.
• "Recherches sur le système nerveux central et périphérique des Archiannélides (Protodritus et Polygordius) et du Saccocirrus papillocercus", in Archives de Biologie, 1884, V, p. 243-304.
• avec de Koninck, Laurent-Guillaume."Faune du calcaire carbonifère, 5ème partie. Lamellibranches", in Annales du Musée royal d'histoire naturelle, 1885, 11.
• "Nouvelles explorations des cavernes à Engis", in Annales de la Société géologique de Belgique, 1885, XII.
• "Monographie du genre Polygornius", in Fauna und Flora des Golfes von Neapel, 1887, 14, p. 1-130.
• avec LOHEST, Max, "La race humaine de Néanderthal ou Canstadt en Belgique", in Bulletin de l'Académie royale de Belgique, 3e série, 1886, XII, p. 741-784.
• "La poterie en Belgique à l'âge du Mammouth", in Revue d'Anthropologie, 1887, 3ème série, II, p. 400-403.
• "Mensuration du crâne humain de la grotte de Dieupart", in Annales de la Société géologique de Belgique, 1887, XIV.
• avec LOHEST, Max, "La race humaine de Néanderthal ou de Canstadt en Belgique. Recherches ethnographiques sur des ossements humains, découverts dans des dépôts quaternaires d'une grotte à Spy et détermination de leur âge géologique, in Archives de Biologie, 1887, VII, p. 587-757.
• "Étude comparative du tibia dans ses rapports avec la station verticale chez l'homme et les anthropoïdes, in Revue d'Anthropologie, 1888, 3ème série, I.
• en collaboration avec TIHON, Ferdinand, Exploration scientifique des cavernes de la vallée de la Mehaigne, Bruxelles: F. Hayez, 1889.
• "Sur les affinités des genres Favosites, Edmondia, Pleurodyctium et Michelinia", in Mémoires de la Société géologique de Belgique, 1890, XVII.
• "Euryptérides nouveaux du Dévonien de Belgique", in Mémoires de la Société géologique de Belgique, 1890, XVII.
• "Un nouveau poisson ganoïde (Benedenius Soreili Fraip.) du calcaire carbonifère de Belgique", in Mémoires de la Société géologique de Belgique, 1890, XVII.
• Compte-rendu du VIe Congrès de la Fédération archéologique et historique de Belgique, Liège, 1890.
• "Les hommes de Spy (la race de Canstadt ou de Néanderthal en Belgique, in Congrès international d'Anthropologie et d'Archéologie préhistoriques. Compte-rendu de la dixième session à Paris, 1889, 1891, p. 322-362.
• La Belgique avant l'histoire, Liège, 1892.
• "The imaginary race of Canstadt or Neanderthal", in Science, 1893, XXII.
• "L'Homme fossile", in Bulletin de l'Association des élèves des écoles spéciales, 1894, 3-4.
• "La race "imaginaire" de Canstadt (À la mémoire de A. de Quatrefages)", in Bulletin de la Société d'Anthropologie de Bruxelles, 1895, XIV, p. 32-44.
• Choix de fossiles caractéristiques des dépôts sédimentaires. - Tableaux synoptiques et atlas de 36 planches représentant 280 espèces, Liège, 1895.
• Les cavernes et leurs habitants, Paris: J.-B. Baillière et fils, 1895.
• "Les origines des Wallons et des Flamands", in Annales de la Société liégeoise de littérature wallone, 1896.
• "La grotte du Mont Falize (Anthée)", in Bulletin de l'Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, 1897, 3e série, 33, p. 47-51.
• "Notice sur le docteur E. Candèze", in Mémoires de la Société royale des sciences de Liège, 1899, I.
• "Quelques nouveaux fossiles du calcaire carbonifère de Belgique, appartenant aux genres Rhinéoderma, Callomena, Dualina et Zaphrentis", in Annales de la Société géologique de Belgique, 1897.
• "Les Néolithiques de la Meuse", in Bulletin de la Société d'Anthropologie de Bruxelles, 1898, XVII.
• "Laurent-Guillaume De Koninck: sa vie et ses œuvres", in Annales de la Société géologique de Belgique, XIV, bulletin, 1889
• "La trouvaille de la quatrième caverne des Awirs et celle de la Préalle, in Mouvement scientifique en Belgique. Les sciences anthropologiques et archéologiques, 1900.
• Choix de fossiles caractéristiques des dépôts sédimentaires à l'usage des étudiants en géologie et des ingénieurs des mines, Paris, 1900.
• Les animaux utiles et les animaux nuisibles - La vie au fonds des mers, Liège, 1900, 1903 et 1905.
• "La Belgique préhistorique et protohistorique. Lecture de la séance publique du 16 décembre 1901", in Bulletin de l'Académie royale de Belgique. Classe des Sciences, 1901, p. 823-877.
• "Matériaux pour l'histoire des temps quaternaires en Belgique", in Bulletin de l'Académie royale de Belgique. Classe des Sciences, 1901, p. 463-482.
• "Essai de reconstitution des rapports de la face avec le crâne chez l'homme fossile de Spy", in Compte-rendu de l'Association des Anatomistes, 1903.
• Description des fossiles caractéristiques (Cours élémentaire de Paléontologie pour la section des ingénieures des mines), Liège 1903.
• "Contribution à l'étude de la faune du calcaire carbonifère de Belgique. I. Echinodermes du marbres noirs de Dinant", in Annales de la Société géologique de Belgique, 1904.
• "Les origines de la sculpture, de la gravure et de la peinture chez l'homme fossile", in Bulletin de l'Institut archéologique liégeois, 1904, XXXIV, p. 333-338.
• "Les origines des Wallons", in Congrès wallon de Liège, 2005.
• "Mamifères - Reptiles - Amphibiens - Poissons, in Catalogue systématique et descriptif des collections zoologiques du Baron Edm. de Sélys-Longchamps, XXXII, Bruxelles, 1907.
• "Contribution à la faune du Congo - Okapia", in Annales du Musée du Congo -Zoologie, 1907, série V, 1.
• "L'Okapi. - Ses affinités avec les Giraffidés vivants et fossiles", in Bulletin de l'Académie royale de Belgique. Classe des sciences, 1908.
• en collaboration avec le baron A. de LOË, "Les sciences anthropologiques et archéologiques", in Le mouvement scientifique en Belgique, 1830-1905, Bruxelles, 1908.
• Nouvelles recherches dans une grotte à industrie éburnéenne à Verlaine, près de Sy-sur-l'Ourthe, inédit.

Bibliografie

• Rutot, Aimé, "Julien Fraipont", in: Annuaire ARB, jaargang 1925, p.
  
• Ubaghs, Georges, "Julien Fraipont" , in: Biographie Nationale, vol. 38, kol. 221-224.