Claes, Paul (1855-1923)
Geboren op 8 maart 1855 in Tongeren en gestroven op 28 december 1923 in Leuven.
x Hasselt 10-05-1879 met
Julia
, in 1880, 1887 ingenieur en in 1907 ingenieur (toen woonde hij in Enghien).
Biografie
Paul Claes groeide op in het gezin van Guilielmus Constant Claes een jeneverstoker, kunstschilder en rentenier. De jonge Claes studeerde af als chemisch ingenieur.[1] Bij zijn huwelijk in 1879 met Julia Soetemans was Paul Claes actief als brander. HEt daaropvolgende jaar kwamen ze in Leuven wonen. In 1883 opende hij in Leuven een commercieel laboratorium dat chemische analyses aan particulieren aanbood. In het zomersemester van 1884 vertrok hij nochtans naar Wiesbaden, Duitsland, om er zich in het laboratorium van Remigius Fresenius te perfectioneren. Fresenius voerde in zijn laboratorium naast onderzoek ook analyses uit voor de overheid en voor industriëlen en landbouwers. Claes werd na enige tijd gepromoveerd tot assistent in het Privatlaboratorium van Fresenius. Hierna werkte hij een tijdlang in Krefeld en in Mulhouse bij de bekende oenoloog Eugen Borgmann. Hij ontwikkelde er een specialisme in destilleren en brouwen.
Bij zijn terugkomst in 1885 werd zijn commercieel laboratorium in Leuven door het ministerie van Landbouw overgenomen.[2] Op 14 juli 1885 heropende Claes’ officieel als een Laboratoire Agricole de l’Etat. Het maakte voortaan deel uit van het netwerk van de Rijkslandbouwstations en –laboratoria van het ministerie van Landbouw. Claes zelf werd als rijkslaboratoriumdirecteur in de ambtenarenstand opgenomen. Claes toonde in het uitoefenen van zijn functie een bekommernis om kleine landbouwers over de drempel van zijn laboratorium te krijgen. Het aanbieden van een ‘chemische opvoeding’ via artikelen en brochures moest dit bewerken. Het is niet duidelijk hoelang Claes op de directeursstoel bleef. In 1907 vinden we hem terug in Enghien waar hij als (landbouw)ingenieur werkte.
Claes maakte zich in 1888, als eerste van zijn collega rijkschemici, lid van de Association belge des Chimistes. Op zijn voorstel werd een discussiegroep voor de studie van eetwarenvervalsingen opgericht. Claes zelf werd tot voorzitter benoemd.
Bibliografie
- Limburg, Burgerlijke Stand, 1798-1906, Hasselt, Huwelijken, akte nr. 39, gedigitaliseerd op: Familysearch.org, geraadpleegd op 13/03/2017 (H. Bovens).
- Petermann, Arthur, Station agronomique et laboratoires d’analyses de l’État 1871-1896, Brussel, 1896, 25 en 37.
- "Seance de 15 février 1889" in: Bulletin de l’Association belge des chimistes', 3 (1889), nr.3, 106-107.
- "Procès-verbal de la séance du 17 juillet 1888", in: 'Bulletin de l’Association belge des chimistes', 2 (1888), 54-55.
- Diser, Lyvia, Ambtenaren in witte jas. Laboratoriumwetenschap in het Belgisch overheidsbeleid (1870-1940), Onuitgegeven proefschrift, Katholieke Universiteit Leuven, departement Geschiedenis, 2013.
- Diser, Lyvia, Wetenschap op de proef. Laboratoria in het Belgisch overheidsbeleid (1870-1940), Leuven, 2016.
Noten
- ↑ Het is niet bekend waar Claes dit diploma heeft behaald.
- ↑ De overname lokte veel kritiek uit. Kwatongen beweerden dat het laboratorium van Claes op de rand van het faillissement had gestaan en dat de aankoop ervan door de katholieke overheid vanuit een electorale zet of politieke vriendendienst naar de ‘klerikale’ Claes toe was gemotiveerd.