Jardin Botanique de Kisantu

From Bestor_NL
Revision as of 13:36, 19 February 2019 by Bestor (talk | contribs) (Bibliografie)
Jump to: navigation, search
Bron: Pandries, op Wikimedia Commons.

Botanische tuin, opgericht in 1898 door jezuïetenbroeder Justin Gillet in Kisantu, in de toenmalige Congo-Vrijstaat.




- Jardin Botanique de Kisantu
1943 - Jardin Botanique Gillet
1898-1943 Jardin Botanique de Kisantu


Historiek

Bron:De Lamine de Bex, R., Le Jardin Gillet, Kisantu, 1969.

Botanische tuin, opgericht in 1898 in de missiepost van Kisantu, Vrijstaat-Congo, door jezuïetenbroeder Justin Gillet, die tot aan zijn dood de enige verantwoordelijke was. Gaandeweg werd de tuin steeds uitgebreider: ze bevatte een moestuin, een fruitgaard en proefvelden. Water werd aangevoerd via een uitgebreid netwerk van irrigatiekanaaltjes dat op de Kungisirivier aansloot. In zijn tuin onderzocht Gillet de mogelijkheden tot introductie van economische en voedingsgewassen zoals bananen, maniok, tomaten, aardappelen en rijst en diverse Europese groenten. Het botanisch onderzoek dat in de tuin werd bedreven, had met andere woorden een duidelijk nutsoogmerk - voedselwinning voor de koloniale bezetter - overigens net zoals de meeste wetenschapsinitiatieven in de kolonie. Botanische tuinen zoals deze van Gillet, maar ook deze van Emile Laurent in Eala waren daarom belangrijke spelers in het kolonisatieproces. Ze maakten deel uit van een kennis- en ruilnetwerk met andere proeftuinen en botanische tuinen, zoals deze van Buitenzorg (Java), en met tuinbouwfirma’s. Vanuit Gillets tuin vertrokken bovendien regelmatig plantenstalen en herbaria naar het moederland België, waar ze werden geïnventariseerd en op hun economische waarde onderzocht in de Rijksplantentuin, de Koninklijke plantentuin van Laken en het Congomuseum (in het museumlaboratorium).


De tuin kreeg na verloop van tijd ook belangstelling van buitenaf: ze werd een toeristische trekpleister voor de Congo-reiziger, die er een aangenaam rustpunt, een esthetische ervaring en botanische kennis vond. Bij Gillets dood in 1943 had de tuin een oppervlakte van 100 hectare. Na zijn dood ging de verantwoordelijkheid over in handen van broeder Gorissen tot 1946 en daarna van broeder Hubert Callens tot 1959. Onder hun bestuur werden een arboretum, een museum en een serre voor vetplanten gecreëerd.

Vandaag

In 1972 opende de tuin zich officieel voor het brede publiek. In 1976 stond de jezuïetenorde de tuin af aan de Congolese overheid en vertrok met Luc Pauwels de laatste Belgische directeur. De verschuiving van (economisch-)wetenschappelijke motieven naar toeristische en culturele doeleinden was daarmee compleet. De collecties kregen zwaar te lijden onder een gebrek aan financiering, ondanks de oprichting van het Département de l'Environnement, de la Conservation de la Nature, et Tourisme. Daarom werden samenwerkingsverbanden opgezet met onder andere het WWF, Botanic Garden Conservation International en l'Association africaine des zoos et des aquariums. In 1997 werd de Jardin ernstig beschadigd door het rebellenleger tegen Mobutu.


In 2004 werd een herstelplan opgesteld in samenwerking met de Nationale plantentuin van België en WWF. De tuin zelf ging over in de handen van het nieuw opgerichte Institut Congolais pour la Conservation de la Nature. Vandaag bedraagt de tuin 225 hectare, waarvan 125 hectare savanne. Meer info op de website van het Institut Congolais pour la Conservation de la Nature.


Publicaties

  • Gillet, Justin, Catalogue des plantes du jardin d’essai de Kisantu, deel I, Brussel, 1909: hierin identificeerde hij zo’n zevenhonderd soorten gewassen waaronder sierteelten, voedingsgewassen, geneeskrachtige planten en industriegewassen.
  • Gillet, Justin, Catalogue des plantes du jardin d’essai de Kisantu, deel II, Brussel, 1913: bevatte zo’n duizend soorten en variëteiten
  • Gillet, Justin, Catalogue des plantes du jardin d’essai de Kisantu, deel III, Brussel, 1927: bevatte 1775 verschillende soorten en variëteiten.


Bibliografie