Dumon, Amaat (1895-1978)

From Bestor_NL
Revision as of 14:14, 25 August 2021 by Bestor (talk | contribs)
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to: navigation, search

Landbouwkundig ingenieur, geboren te Oedelem op 29 april 1895 en overleden te Heverlee op 1 maart 1978.


Biografie

Amaat Dumon werd op 29 april 1895 geboren in Oedelem nabij Beernem in West-Vlaanderen. Hij studeerde aan het St. Leo College in Brugge.[1] Nadien ging hij naar de Rijksmiddelbare Normaalschool in Gent waar hij in 1918 geaggregeerd leraar in de Letteren werd. Bij de heropening van de Leuvense Universiteit na de Eerste Wereldoorlog, startte hij aan de opleiding landbouwkundig ingenieur. Het diploma behaalde hij in 1922 en hij ging onmiddellijk aan de slag als assistent van Leopold Frateur aan het Zoötechnisch Instituut voor Huisdierkunde. Hij bleef hier tot in 1924. Nadien werkte hij een aantal maanden aan het Kaiser Wilhelm Institut te Berlijn. Bij zijn terugkeer trad hij in dienst van de Belgische Boerenbond, waar hij medeverantwoordelijk was voor diverse publicaties. Op zijn aandringen werd door de Boerenbond beslist om in Heverlee een Veredelingsstation voor granen en gewassen op te richten. Amaat Dumon organiseerde dit proefstation en werd in 1926 benoemd tot directeur. Het gevolg van de uitgevoerde studies aan dit proefstation was de oprichting van een Keurcommissie voor Plantaardappelen in 1933, waarbij hij werd benoemd tot afgevaardigde voor Laag-België. In 1940 kwam daar de Algemene Keuringsdienst voor Aardappelen bij, de bekrachtiging hiervan gebeurde echter pas in 1945.[2] Het Veredelingsstation werd in 1930 omgedoopt tot het Laboratorium voor Toegepaste Genetica.[3]
Zijn academische loopbaan startte in 1929 met zijn benoeming tot docent aan het Landbouwinstituut aan de Universiteit van Leuven. In 1936 werd hij gewoon hoogleraar en doceerde genetica, plantenveredeling, fytotechniek en statistiek, zowel in het Nederlands als het Frans. Hij werd bij de splitsing van de Katholieke Universiteit van Leuven en UCL aangesteld als de eerste voorzitter van het Nederlandstalig Landbouwinstituut.
Hij werd toegelaten tot het emeritaat in 1965.[4]
Hij was één van de stichtende leden van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten. In 1946 en in 1973 was hij bestuurder.[5] Aan deze instelling was hij ook lid van de Bestendige Commissie voor de Geschiedenis van de Wetenschappen en de Commissie van het Nationaal Biografisch Woordenboek. Daarnaast maakte hij ook deel van de commissies verantwoordelijk voor het uitreiken van de Mac Leodprijs, de P.Van Oyeprijs en de H.Schoutedenprijs.[6]
In 1959 werd hij gecoöpteerd lid van de Kultuurraad voor Vlaanderen. Sinds 1958 was hij lid van de Hoge Raad voor Wetenschappelijk Onderzoek in de Landbouw. Van bij de oprichting in 1956 tot 1976 was hij lid van het Onderzoek- en Voorlichtingscentrum voor de Land- en Tuinbouw van de provincie West-Vlaanderen. In 1947 was hij mede-oprichter van het Landbouwkundig Genootschap aan de Koninklijke Vlaamse Ingenieursvereniging en was hiervan bestuurslid tot aan zijn dood.[7] Ook zetelde hij in verschillende commissie, onder meer in de Commissie voor Onderzoek en inschrijving van rassen, in de Nationale Commissie voor de herziening van het universitair landbouwkundig onderwijs, in de Coördinatiecommissie voor het wetenschappelijk onderzoek op landbouwgebied en in de Hoge Raad voor het wetenschappelijk onderzoek in de landbouw.
Amaat Dumon ijverde voor de vernederlandsing van het universitaire onderwijs. Reeds als leerling aan het College te Brugge werd hij onder invloed van één van zijn leraars flamingant. Hij was lid van de studentenbond De Breydelzonen en aan de Rijksmiddelbare Normaalschool onderhield hij nauwe contacten met Vlaams-Nationalistisch ingestelde studenten. Hier promoveerde hij met de verhandeling Slag der Guldensporen.
In het conflict tussen de studenten en de academische overheid speelden ook enkele landbouwstudenten zoals Amaat Dumon een vooraanstaande rol. Tijdens zijn studies was hij actief in de Vlaamse Landbouwkundige kring.[8] Ook was hij eerst medewerker en van 1922 tot 1924 hoofdredacteur van het studentenblad Ons leven.[9] In 1924 liet hij het beruchte pamflet Handen af verschijnen. In dit pamflet werd heftig geprotesteerd tegen de wegzending van de universiteit van de toenmalige praeses van het Katholiek Vlaams Hoogstudentenverbond. Naar aanleiding van dit pamflet moest hij vertrekken uit het Landbouwinstituut. Korte tijd later was hij ook getuige van een gewapende confrontatie na het Groot-Nederlandse Studentencongres, waarbij een Vlaams student werd neergeschoten. Amaat Dumon herkende de dader als een student van het Landbouwinstituut. In 1925 publiceerden enkele Vlaamse professoren waaronder Frateur een pamflet waarin de revolte werd afgewezen.[10]
In 1926 richtte hij samen met enkele vakgenoten de Vlaamsche Landbouwkundige Vereniging op, waarvan hij secretaris werd. Hiermee was de basis gelegd voor het Eerste Vlaams Wetenschappelijk landbouwcongres. Dit congres zou twee jaar later plaatsvinden in Leuven in het kader van de Vlaamse Wetenschappelijke Congressen. Bij de stichting van het weekblad Nieuw Vlaanderen, trad hij toe tot het beschermcomité en de redactieraad. In 1935 nam hij ook deel aan de oprichting van de Vereniging voor Wetenschap, met als tijdschrift Wetenschap in Vlaanderen. Dit werd later omgedoopt tot Wetenschappelijke Tijdingen. In 1964 werd hij voorzitter van deze vereniging.
Vanaf het begin van de jaren ’60 was de universiteitsstad Leuven opnieuw in beroering omdat de Franstalige professoren een actie ondernamen om de tweetaligheid in de stad en de randgemeenten opnieuw in te voeren. De Nederlandstalige professoren eiste de splitsing van de universitaire faculteiten in Nederlandstalige en Franstalige afdelingen. Om deze eis kracht bij te zetten en hun inspanningen te bundelen werd in 1962 de Vereniging van Vlaamse professoren te Leuven opgericht. Amaat Dumon behoorde tot de stichters van deze vereniging en hij werkte mee aan de splitsing van het Landbouwinstituut.[11]
Hij overleed in Heverlee op 1 maart 1978.

Werken

Tijdens zijn periode als assistent van Leopold Frateur deed hij aan genetisch onderzoek. Hij bestudeerde de pelskleur van konijnen en kwam voor het eerst in aanraking met de selectie van kippen. Hier kwam hij al tot de conclusie dat streng doorgevoerde genealogische selectie leidt tot inteeltschade.[12]
Aan het Veredelingsstation voor granen en gewassen verrichtte hij onderzoek naar fokproblemen bij kippen en over de verspreiding van ontaardingsziekten bij aardappelen. Er werd dus gewerkt aan het kweken van nieuwe rassen winter- (vb. Alba, Leda, ..) en zomertarwe die een betere weerstand boden aan ziekten en een grotere opbrengst genereerden. Hij ontwikkelde ook de korte Vlaamse rogge en celestijnrogge voor de boeren waarvan de grond minder geschikt was voor tarwe. Daarnaast werkte hij aan de verbetering van kropsla en suikerbieten. Tevens selecteerde hij haverrassen (Brava voor zware gronden).
Zijn grootste onderzoeksveld was echter het verbeteren van de productiviteit van het hoenderras door de kruising van bastaardrassen.[13] In 1930 stond hij dicht bij de eerste dubbele hybride legkip.[14]
Hij ontving voor zijn onderzoek ook verschillende onderscheidingen: in 1945 de Jozef Schepkensprijs en in 1958 een eredoctoraat van de Landbouwhogeschool te Wageningen. In 1963 werd hij officier in de Leopoldsorde en in 1965 commandeur in de orde van Sint-Sylvester.[15]

Publicaties


Bibliografie


Nota’s

  1. Carlier, A.,"In memoriam Amaat Dumon", In: Jaarboek 1978, Brussel: KVAB, p. 369.
  2. Van Hoof, A., "Dumon, Amaat Gustaaf", In: Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 11, Brussel: Paleis der Academiën, 1985, kol. 197.
  3. Website Assistenten van Prof. Frateur aan het Instituut voor Huisdierkunde geconsulteerd op 01/07/201 om 15u.
  4. Carlier, A., "In memoriam Amaat Dumon", In: Jaarboek 1978, Brussel: KVAB, p. 370.
  5. "Dumon Amaat", In: De Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten en haar leden, Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten, 2010, p.83.
  6. Jaarboek 1978, Brussel: KVAB, p. 102.
  7. Carlier, A., "In memoriam Amaat Dumon", In: Jaarboek 1978, Brussel: KVAB, p. 371.
  8. Woestenborghs, Bert et al. In het spoor van Demeter: Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen K.U. Leuven, ICAG-studies, Leuven: Universitaire Pers Leuven, 2005, p. 76.
  9. "Het ontstaan van Ons Leven", geconsulteerd op 01/07/2010 om 16u40.
  10. Woestenborghs, Bert et al. In het spoor van Demeter: Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen K.U. Leuven, ICAG-studies, Leuven: Universitaire Pers Leuven, 2005, p. 76.
  11. Van Hoof, A.,"Dumon Amaat Gustaaf", In: Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 11, Brussel: Paleis der Academiën, 1985, kol. 198-199.
  12. Carlier, A., "In memoriam Amaat Dumon" In: Jaarboek 1978, Brussel: KVAB, p. 369.
  13. Van Hoof, A., "Dumon, Amaat Gustaaf", In: Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 11, Brussel: Paleis der Academiën, 1985, kol. 197-198.
  14. Vandepitte, W., "Fokkerij in Vlaanderen: een historische schets" geconsulteerd op 02/07/2010 om 14u15.
  15. Van Hoof, A.,"Dumon, Amaat Gustaaf", In: Nationaal Biografisch Woordenboek, vol. 11, Brussel: Paleis der Academiën, 1985, kol. 198-199.