Tilly, Joseph Marie de (1837-1906)
Wiskundige en militair, geboren te Ieper op 16 augustus 1837 en overleden te Schaarbeek op 4 augustus 1906.
Biografie
Joseph Marie de Tilly werd geboren te Ieper op 16 augustus 1837. Hij deed zijn humaniora aan het Koninklijk Atheneum van Doornik. Op 26 oktober 1853 startte hij aan de Koninklijke Militaire School.[1] Hij verliet de school als onderluitenant op 26 oktober 1853. In 1863 promoveerde hij tot luitenant, in 1868 tot kapitein-commandant, luitenant-kolonel in 1885, kolonel in 1888, generaal-majoor in 1893 en luitenant-generaal in 1897.[2]
Bij het verlaten van de militaire school werd hij onmiddellijk aangesteld als docent wiskunde aan de regimentsschool (1858-1860).
Hij trouwde op 18 april 1863 met Léontine Van Meldert.
In 1864 werd hij aangesteld als repetitor voor de cursus artillerie aan de Koninklijke Militaire School en belast met de cursussen verminderde artillerie en elementaire mechanica.[3] In 1868 werd hij aangesteld als hoogleraar voor de cursussen hogere artillerie.[4]
In 1877 werd hij aangesteld als onderdirecteur van het Antwerpse arsenaal. Hij werd hiervan directeur op 25 mei 1879.[5]
Op 26 december 1899 werd hij door de Minister van Oorlog gepromoveerd tot commandant en hoofd van de afdeling studie van de Koninklijke Militaire School.[6]
In 1899 werd hij echter uit zijn functie als commandant van de Koninklijke Militaire School ontheven. Hij werd ook verwijderd uit de raad voor de verbetering van de militaire opleiding. Op 6 augustus 1900 werd hij op pensioen gezet. De acties van de Minister van Oorlog waren ingegeven door klachten dat Tilly onnodig de nadruk had gelegd op de wetenschappelijke opleiding van de toekomstige officieren. De inspecteur van de studie aan de Ecole Militaire, Gerard Mathieu Leman (later generaal), had Tilly verboden om de concepten van het oneindig kleine en het differentieel te gebruiken.[7]
Hij werd op 15 december 1870 corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique en effectief lid op 16 december 1878. In 1886 werd hij ondervoorzitter van de Klasse Wetenschappen, voorzitter in 1887 en in hetzelfde jaar werd hij ook voorzitter van de Academie.
Hij was ook lid van de Société Scientifique de Bruxelles en was hiervan van 1876 tot 1877 vice-voorzitter.[8] Van 1890 tot 1897 maakte hij deel uit van de Raad van dit genootschap.[9] Vanaf 1901 tot aan zijn dood was hij opnieuw lid van de raad van de Société Scientifique de Bruxelles, vice-voorzitter (1903-1905) en voorzitter (1905-1906).[10]
In 1880 werd hij corresponderend lid van de Société royale des Sciences de Liège.
Hi werd op 24 juli 1873 erelid van de Société des Sciences physiques et naturelles de Bordeaux.[11]
Hij volgde op 17 februari 1891 Jean-Baptiste-Joseph Liagre op als lid van de raad voor de verbetering van het middelbaar onderwijs. Vanaf 23 november 1889 werd hij lid van het observatiecomité van het Koninklijk Observatorium en op 23 april van deze van de Koninklijke Bibliotheek.
Hij maakte vanaf 11 juni 1891 deel uit van de commissie voor de goedkeuring van diploma's voor het hoger onderwijs. Op 23 augustus 1892 werd hij lid van de commissie voor de universitaire wedstrijd en deze voor de reisbeurzen. Tenslotte werd hij vanaf 31 maart 1895 voorzitter van de centrale jury voor de wetenschapsexamens, deze functie bleef hij uitoefenen tot aan zijn dood. [12]
Hij werd op 17 december 1871 Ridder in de Leopoldsorde.[13] Op 23 april 1897 werd hij Commandeur in de Leopoldsorde. Hij werd op 10 oktober 1895 Grootofficier in de Roemeense Kroonorde. Op 22 april 1896 Grootofficier in de Japanse Orde.[14]
Hij werd vanaf de winter van 1904 geplaagd door een zwakke gezondheid. Hij overleed aan een hartaanval op 4 augustus 1906.[15]
Werken
In 1860 publiceerde hij Recherches sur les éléments de la géométrie waarin hij een overzicht geeft van de kennis over de geometrie.
De belangrijkste Belgische bijdragen in de niet-euclidische meetkunde komen van de Tilly. Ze dateren uit een periode waarin onderzoek naar niet-euclidische meetkunde nog gelijk stond met ketterij. De Tilly liet ze zelfs onvermeld in een uitgebreid rapport over de mathematische bijdragen dat hij opstelde naar aanleiding van het honderdjarig bestaan van de Académie royale de Belgique.[16]
Een belangrijke publicatie van hem was Essai sur les principes fondamentaux de la géometrie et de la mécanique uit 1878. [17] In dit werk nam De Tilly de notie afstand als eerste niet herleidbaar begrip en bewees hij dat de drie soorten meetkunde, de ‘riemannse’ (door een punt buiten een rechte gaat geen enkele rechte parallel met de gegeven rechte), de ‘euclidische’ en de ‘lobatchewskische’ (door een punt buiten een rechte gaan oneindig veel rechten parallel met de gegeven rechte) er uit kunnen worden afgeleid. Hij trachtte ook, zonder succes, te bewijzen dat er geen andere meetkundige systemen bestaan.
De Tilly was ook een pionier in de ontwikkeling van een niet-euclidische mechanica. Zijn werk was een inspiratiebron voor Junius Massau, Paul Mansion, Théophile Ernest De Donder en Charles-Jean Gustave Nicolas baron de la Vallée Poussin. Deze laatste toonde aan dat de kinematische beschouwingen die De Tilly gebruikte om te bewijzen dat er slechts drie soorten meetkunde kunnen bestaan die met het gewone systeem de begrippen rechte en vlak gemeen hebben, kunnen worden vervangen door zuiver meetkundige axioma's.[18]
Hij publiceerde ook verschillende bijdragen in het tijdschrift Mathesis.[19]
De belangrijkste publicatie van Tilly voor de periode 1889 tot 1899 was Essai de géométrie analytique générale.[20]
Hij publiceerde ook werken over de artillerie en zijn werking: Mémoire sur la mesure des petis angles et l'apprécation des distances en artillerie en Cours d'artillerie.[21] Ook de ballistiek, noodzakelijk voor artillerie, kwam aan bod in zijn publicaties, bijvoorbeeld in Balistique extérieure.[22]
Cursussen
Hij publiceerde zijn cursus artillerie waarin hij een samenvatting maakte van de theorieën rond ballistiek.[23]
Hij schreef ook Notes sur les examens d'admission en mathématique à l'école militaire, hierin analyseerde hij de verschillende vakken en hun inhoud. [24]
Hij publiceerde ook zijn basiscursus mechanica: Etudes de mécanique abstraite.[25]
Publicaties
- Lijst met publicaties in: Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 265-285.
Bibliografie
- Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", in: Biographie Nationale, vol. 25, kol. 264-269.
- Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 203-263.
Nota’s
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", in: Biographie Nationale, vol. 25, kol. 264.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", in: Biographie Nationale, vol. 25, kol. 265.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", in: Biographie Nationale, vol. 25, kol. 265.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", in: Biographie Nationale, vol. 25, kol. 266.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 232.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 249.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 251-252.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 214.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 242.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 242.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 214.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 242.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 213.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 242.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", in: Biographie Nationale, vol. 25, kol. 268.
- ↑ Mawhin, Jean, "De wiskunde", in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p. 110-111.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 226.
- ↑ Mawhin, Jean, "De wiskunde", in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p. 110-111.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 242.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 244.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 209.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 220.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", in: Biographie Nationale, vol. 25, kol. 266.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 244.
- ↑ Mansion, Paul, "De Tilly Joseph", In: Annuaire ARB, jaargang 1914, p. 237.