Swings, Polidore Ferdinand Félix (1906-1983)
Sterrenkundige en astrofysicus, geboren te Ransart op 24 september 1906 en overleden te Esneux op 28 oktober 1983.
Biografie
Polidor (Polydore) of Pol Swings werd geboren te Ransart (Charleroi) op 24 september 1906. Hij volgde middelbaar onderwijs aan het Atheneum van Charleroi. Hij studeerde samen met Léon Rosenfeld aan dezelfde school. Na zijn humaniora schreef hij zich in aan de Universiteit van Luik waar hij wiskunde en natuurkunde ging studeren. Léon Rosenfeld studeerde reeds aan de Universiteit van Luik. In 1927 werd Swings licentiaat in de natuurkunde en de wiskunde.[1] Zijn doctoraat maakte hij onder leiding van Marcel Dehalu. Het doctoraat behandelde de algemene relativiteit en was getiteld:Correlation à loi de Newton et les orbites à pérhélie en mouvement.[2] Tijdens zijn verblijf te Parijs in 1928 als bursaal van de regering bezocht Swings, onder impuls van Marcel Dehalu, regelmatig de diensten waar astrofysica werd beoefend aan de sterrenwacht van Meudon. Na zijn terugkeer vestigde hij in Luik een laboratorium voor spectroscopie. Zijn verblijf in Warschau in 1929-1930 oriënteerde hem naar de moleculaire spectroscopie. [3]
In 1931 promoveerde hij aan de Universiteit van Luik tot doctor in de natuurkunde en de wiskunde.Marcel Nicolet, Marcel Migeotte en Paul Ledoux waren leerlingen van hem.[4]
Polidore Swings was in 1931 als C.R.B-fellow werkzaam aan de Yerkes-sterrenwacht.[5]
Benoemd als docent aan de Universiteit van Luik in 1932, ging hij in samenwerking met zijn oud-medestudent en vriend Léon Rosenfeld toepassingen van de studie van moleculen op de astrofysica ontwikkelen. Hij profiteerde ten volle van de bezoeken en lessen van buitenlandse geleerden zoals Subramanyan Chandrasekhar (1910-1997), toekomstig Nobelprijswinnaar natuurkunde, die op weg naar Leningrad in 1933 te Luik enkele lessen gaf over het transport van straling in steratmosferen. Hij doceerde in deze periode onder meer toegepaste spectroscoptie. In 1936 werd Polidor Swings professor aan de Universiteit van Luik.
In 1939 vertrok hij naar Amerika dankzij een C.R.B-beurs. [6]
Aan de Yerkes-sterrenwacht van de universiteit van Chicago had Swings kennisgemaakt met de astrofysicus van Russische afkomst Otto Struve (1897-1963), met wie hij een vruchtbare samenwerking was begonnen die in de jaren 1940-1944 een hoogtepunt zou bereiken en pas eindigde met Struves dood.[7]
In 1939 werd hij benoemd tot assistent professor aan de Universiteit van Chicago en in 1940 promoveerde hij tot geassocieerd hoogleraar aan dezelfde universiteit.[8]
In 1941 werd hij uitgenodigd als Morrison Research Associate aan het Lick Observatory van de Universiteit van Californië.
Vanaf 1943 participeerde hij aan de oorlogsinspanningen als directeur onderzoek aan de Ray Control Company (Pasadena). Hij ontwikkelde ook verschillende spectograven en andere optische instrumenten voor de Navy en het Bureau of Ships.
In 1946 keerde hij terug naar België. Hij wilde dan ook het Centrum voor Astrofysica heropstarten.[9]
Jean Serpe en Jules Duchesne waren jonge onderzoekers die gingen werken aan het Centrum voor Astrofysica.[10]
De talrijke contacten die Swings reeds voor de oorlog in het buitenland had gelegd, vergemakkelijkten de creatie van de ‘Colloques internationaux d'Astrophysique de Liège’. Ingewijd door Swings in 1949, vergrootten deze wetenschappelijke manifestaties de faam van de astrofysicaschool van Luik. [11]
Hij was van 1946 tot 1951 visting professor aan de Universiteit van Chicago, in 1951 aan het California Institute of Technology en aan de Universiteit van Californië (1952, 1967) te Berkeley. Hij bracht vanaf 1968 ook frequent een bezoek aan het Harvard College Observatory.[12]
In 1975 werd hij toegelaten tot het emeritaat.
Aan de Universiteit van Luik zette hij ook verschillende samenwerkingsverbanden op met verschillende Europese observatoria, zoals deze van de Haute-Provence. [13]
In 1947 werd hij corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique en effectief lid in 1955.Aan de Academie was hij ook lid van het Nationaal Comité voor Ruimteonderzoek.
Aan het NFWO werd hij in 1945 lid van de commissie voor Astrofysika en Geofysika, in 1966 was hij voorzitter van deze commissie. Hij was van 1959 tot 1965 lid van de Nationale Raad voor Wetenschapsbeleid. Hij was voorzitter van de groep SLEP (1963-1965) en van de Groep STAR (1963-1967) van de Europese Organisatie voor Ruimteonderzoek.
In 1951 werd hij geassocieerd lid van de Royal Astronomical Society (Londen). In 1964 werd hij buitenlands geassocieerd lid van het Institut de France. Hij was lid van de Académie internationale d’Astronautique (1964) en van de Bayerische Akademie der Wissenschaft (1967).
Hij was de enige Belg die ooit voorzitter was van de Internationale Astronomische Unie (IAU), de vereniging die recent nog Pluto degradeerde tot dwergplaneet. Hij stond in de jaren ’60 ook mee aan de wieg van het Europese ruimtevaartprogramma.[14]
Hij won ook verschillende prijzen. In 1947 was hij laureaat van de Francqui-prijs. In 1949 won hij de Tienjaarlijkse Prijs voor Natuurkunde en in 1971 de Ernest-John Solvay-prijs.[15]
Aan de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique werd er in 1977 een prijs genoemd naar Swings (Pol en Christiane Swings) opgericht, deze bekroond elke vier jaar een verdienstelijk astrofysicus.[16]
Hij overleed te Esneux op 28 oktober 1983.
Werken
In het domein van de steratmosferen noteren we dat Polydore Swings vanaf 1935 belangstelling toonde voor de spreiding van de fysische condities in de steratmosferen. Hij publiceerde een monografie over de buitenste lagen van de sterren; het was het eerste overzichtswerk over een embryonale algemene theorie van de atmosferen, die daarna, in de jaren '50 tot '80, is uitgegroeid tot een belangrijk geheel van leerstellingen in de astrofysica. Gepubliceerd in de verhandelingen van de Société royale des Sciences de Liège is de uitstraling van dit werk vrij beperkt gebleven als gevolg van de vrijwel gelijktijdige verschijning van het exhaustieve en volumineuze traktaat Physik der Sternatmosphären van Albrecht Unsöld (1905-1997), dat in zekere zin de Bijbel in deze materie is geworden.[17]
Swings paste zijn kennis van de moleculaire spectroscopie toe op astrofysische problemen (zonnevlekken, koude sterren,...), en identificeerde zo in 1937 samen met Rosenfeld de eerste interstellaire molecule, het CH-radicaal. Hij definieerde ook de excitatievoorwaarden ervan.
Voor de collectie Actualités scientifiques et industrielies van de Parijse uitgever Hermann schreef hij niet minder dan zes monografieën over spectroscopie. Zijn eerste boek, La spectroscopie appliquée, verscheen in 1935 te Parijs. In Lund identificeerde Swings samen met Bengt Edlén (1906-1992) talrijke atoomlijnen in het spectrum van de zonnecorona en in de spectra van de bijzondere sterren van de eerste typen, een onderwerp waarin Struve hem had ingewijd. In 1939 ontmoette hij Struve opnieuw aan de universiteit van Chicago, onder de auspiciën van de BAEF. Hij startte er een intense en vruchtbare samenwerking over de spectroscopische studie van bijzondere warme sterren (Of-, Be-, P Cygni-, Wolf-Rayet-sterren, ‘shell stars’), novae en andere bijzondere objecten zoals de symbiotische sterren en de planetaire nevels. Niet minder dan veertig artikels, vooral in samenwerking met Struve, zagen het licht in de periode 1940-1943. Door de oorlog duurde zijn verblijf immers veel langer dan gepland. [18]
De fysische studie van kometen trok de aandacht van Polydore Swings, als gevolg van zijn werk over de moleculaire koolstofverbindingen. In 1941, tijdens een verblijf aan de Lick-sterrenwacht waar hij als Research Fellow was uitgenodigd, gaf Swings een verklaring voor de zeer vreemde intensiteitverdeling van de moleculaire banden in komeetspectra; hij toonde aan dat deze verdeling en zijn variaties in een en dezelfde komeet te wijten zijn aan de veranderingen van de radiale snelheden van de komeet in verhouding tot de Zon, waarvan de exciterende straling, gelijnd met kern- en moleculaire absorpties, door de komeetstaart aan variabele golflengten ontvangen gaat worden als gevolg van het
Doppler-Fizeau-effect.
Swings ontdekte eveneens, samen met Andrew McKellar (1919-1960) uit Victoria (Canada), een nieuwe moleculaire band.[19]
Publicaties
- Lijst met publicaties : Paul, Ledoux, Pol Swings, In: "Annuaire ARB", jaargang 1988, Brussel: ARB, p.31-65.
Bibliografie
- P., Ledoux, In Memoriam: Pol Swings (1906-1983), In:"Ciel et Terre", vol. 100, 1984, p. 135-138.
- P., Ledoux, In Memoriam Pol Swings, In: “Astrophysics and Space Science”, nr. 102, 1984, p.1-3.
Nota’s
- ↑ P., Ledoux, In Memoriam Pol Swings, In:"Astrophysics and Space Science", nr. 102, 1984, p.1.
- ↑ Léo, Houziaux, Swings, Polidore, In:"Nouvelle Biographie Nationale", vol.7, Brussel: ARB, 2003, p.331-336.
- ↑ L., Houziaux, "De sterrenkunde", In: Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000 onder leiding van Robert Halleux, vol 2, Brussel: Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, p.139.
- ↑ P., Ledoux, In Memoriam Pol Swings, In: "Astrophysics and Space Science", nr. 102, 1984, p.1.
- ↑ L., Houziaux, "De sterrenkunde", In: Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000 onder leiding van Robert Halleux, vol 2, Brussel: Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, p.138.
- ↑ P., Ledoux,In Memoriam: Pol Swings (1906-1983), In:"Ciel et Terre", vol. 100, 1984, p. 135-138.
- ↑ L., Houziaux, "De sterrenkunde", In: Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000 onder leiding van Robert Halleux, vol 2, Brussel: Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, p.139.
- ↑ Léo, Houziaux, Swings, Polidore, In:"Nouvelle Biographie Nationale", vol.7, Brussel: ARB, 2003, p.331-336.
- ↑ P., Ledoux, In Memoriam: Pol Swings (1906-1983), In:"Ciel et Terre", vol. 100, 1984, p. 135-138.
- ↑ Paul, Ledoux, Pol Swings, In:"Annuaire ARB", jaargang 1988, Brussel: ARB, p.3-31.
- ↑ L., Houziaux, "De sterrenkunde", In: Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000 onder leiding van Robert Halleux, vol 2, Brussel: Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, p.139.
- ↑ Léo, Houziaux, Swings, Polidore, In:"Nouvelle Biographie Nationale", vol.7, Brussel: ARB, 2003, p.331-336.
- ↑ P., Ledoux, In Memoriam: Pol Swings (1906-1983), In:"Ciel et Terre", vol. 100, 1984, p. 135-138.
- ↑ P., Ledoux, In Memoriam Pol Swings, In:"Astrophysics and Space Science", nr. 102, 1984, p.1-3.
- ↑ Léo, Houziaux, Swings, Polidore, In:"Nouvelle Biographie Nationale", vol.7, Brussel: ARB, 2003, p.331-336.
- ↑ P., Ledoux, In Memoriam: Pol Swings (1906-1983), In:"Ciel et Terre", vol. 100, 1984, p. 135-138.
- ↑ L., Houziaux, "De sterrenkunde", In: Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000 onder leiding van Robert Halleux, vol 2, Brussel: Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, p.145.
- ↑ L., Houziaux, "De sterrenkunde", In: Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000 onder leiding van Robert Halleux, vol 2, Brussel: Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, p.139.
- ↑ L., Houziaux, "De sterrenkunde", In: Geschiedenis van de wetenschappen in België, 1815-2000 onder leiding van Robert Halleux, vol 2, Brussel: Dexia/La Renaissance du Livre, 2001, p.150.