Courtois, Richard-Joseph (1806-1835)
Plantkundige, geboren te Verviers op 17 januari 1806 en overleden te Luik op 14 april 1835.
Biografie
Richard Courtois werd op 17 januari 1806 geboren in een gezin met dertien kinderen. Zijn vader was lakenfabrikant in Verviers.[1] In 1811 ontmoette hij tijdens een herborisatietocht Alexandre-Louis-Simon Lejeune, hij werd zijn protégé en één van zijn medewerkers.[2] Dankzij de ondersteuning van Lejeune, kon Courtois naar het college gaan. Het volgende jaar ontving hij de uitmuntendheidsprijs du drapeau.[3] Hij werd naar het college in Luik gestuurd om zijn klassieke opleiding af te werken.
Op 14-jarige leeftijd, werd hij toegelaten tot de Universiteit van Luik dankzij de financiële ondersteuning van Génin, een rijke wolkoopman. Hij werd opgemerkt door professor Bernard-Ignace Denzinger (1782-1862), die hem eveneens onder zijn vleugels nam. Nadat hij kandidaat in de geneeskunde was geworden, werd Courtois benoemd tot hoofd interne geneeskunde in een Beiers hospitaal. Tijdens deze periode raakte hij geïnteresseerd in de plantkunde. In 1821 deed hij aan de Universiteit van Gent mee aan publieke wedstrijden en won de gouden medaille met zijn antwoord op de vraag: On demande une exposition succincte de nos connaissances actuelles sur l’origine, la situation, la structure et la fonction des organes servant à la propagation chez les plantes phanérogames[4]
Op 20 juni 1825 promoveerde hij met de grootste onderscheiding tot hij doctor in de geneeskunde.[5] Na zijn studies, werkte hij met Lejeune samen om een overzicht van de flora van het land op te stellen. Courtois voerde de herborisaties uit en verzamelde over het hele land materiaal om provinciale statistieken te kunnen opstellen.
Op 1 december 1825 werd hij benoemd tot onderdirecteur van de botanische tuin van de Universiteit van Luik. In 1828 trouwde hij in zijn geboortestad. Zijn salaris was echter onvoldoende om zijn gezin te onderhouden. Hij vertaalde twee werken van bekende Duitse artsen, om naam te maken als arts.[6] Tijdens deze periode leed hij aan tuberculose.
In 1830 na de reorganisatie van de Universiteit van Luik, diende Courtois het verzoek in om de leerstoel van Henri Gaëde over te nemen, deze werd echter enkele dagen later herbenoemd. Op 2 januari 1834 overleed Gaëde en de regering duidde verschillende professoren aan om hem te vervangen: Courtois voor botanica, Carlier en vervolgens Schmerling voor geologie, Fohmann voor vergelijkende anatomie en C.-J. Davreux voor mineralogie. Courtois kreeg echter de kans niet om deze functie uit te oefenen. Hij overleed op 14 april 1835, vóór de afronding van de reorganisatie van de universiteit.
Op 17 januari 1835 werd hij benoemd tot corresponderend lid van de Académie royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles. Hij was lid van Academia Caesarea Leopoldino-Carolina Naturae Curiosorum, van de Société royale d'agriculture et de botanique de Gand , van de Société d’horticulture d’Anvers en van de Société de flore de Bruxelles. Hij was ook secretaris van de Société royale d'horticulture de Liège. [7]
Werken
Courtois was al op jonge leeftijd betrokken bij het werk van Lejeune. Tijdens zijn herborisaties verzamelde hij gegevens om een Topographie physico-médicale de la province de Liège op te stellen. Dit werk legde hij voor als thesis. Het omvat de geografische ligging, de geologische en de mineralogische samenstelling van moerassen en rivieren, bronnen van mineraal water, fauna en flora, gegevens over het weer, maar ook over de fysische en de morele kenmerken van mensen, hygiëne, ziekte, epidemieën, hospices, enz ... van de provincie.
Van 1825 tot 1830 publiceerde Courtois samen met Lejeune het werk Choix des plantes de la Belgique. In 1827 lieten beiden het werk Compendium florae Belgicae verschijnen. In 1828 beschreef hij de topografie, de geografie en de natuurhistorie van de provincie Luik in het werk Statistique de la province.
Courtois heeft de tuinbouw en de tuinsector in de provincie Luik sterk beïnvloed. Samen met Lambert Jacob-Makoy (1790-1873) richtte hij de Société d’horticulture de Liège op. [8]
Publicaties
- "Responsio ad quaestionem botanicam ab ordine matheseos et philosophiae naturalis in academia Gandavensi anno 1821 propositam: Queritur concinna expositio eorum, quae de organorum propagationi inserventium phanerogamicarum ortu situ fabricâ et functione innotuerunt", in Annales academiae Gandavensis, vol. 5, 1821, 1823.
- Conspectus topographiae physico-medicae provinciae Leodiensis, Liège, 1825.
- met LEJEUNE, Choix des plantes de la Belgique, 20 vol. 1825-1830.
- met LEJEUNE, "Mémoire sur les renonculacées de la flore belge", in Bulletin des sciences naturelles et de géologie, vol. 2, 1826, p. 98.
- met LEJEUNE, Compendium Florae belgicae, t. 1, t. 2, t. 3, 1828-1836.
- "Verslag van een plant en landbouwkundig reisje, gedaan in juli 1826, langs de oevers der Maas, van Luik naar Dinant, in Ardennes en het groot hertogdom Luxemburg", in Bijdragen tot de natuurkundige wetenschappen, Amsterdam : J. van der Hey en Zoon, vol. 2, 1827, p. 450-479.
- "Beschrijving van twee plantaardige miswassen", in Bijdragen tot de natuurkundige wetenschappen, vol. 2, Amsterdam : J. van der Hey en Zoon, 1827, p. 226-227.
- met LEJEUNE, "Verhandeling over de Renunculaceae der Nederlandsche Flora", in Bijdragen tot de natuurkundige wetenschappen, vol. 2, Amsterdam : J. van der Hey en Zoon, 1827, p. 69-110.
- "Overzigt van de minerale wateren en warme bronnen van het Nederland en een gedeelte van Pruissen", in Bijdragen tot de natuurkundige wetenschappen, vol. 4, Amsterdam : J. van der Hey en Zoon, 1829, p. 19-35.
- Recherches sur la statistique physique, agricole et médicale de la province de Liége, 3 volumes, Verviers: Ch Beaufays, 1828.
- Mémoire sur la population des villes de la province de Liége, s.n., 1829.
- Vertaling van Mémoire sur la dysenterie, par le professeur Friedereich de Wurzbourg, Luik : s.n., 1828
- Vertaling van Mémoire sur l’auscultation appliquée à la grossesse par G.- S. Haus, D. M. à Wurzbourg, Luik : s.n., 1828.
- Magasin d’horticulture, Luik : Collardin, 1832-33
- "Commentarius in Remberti Dodonaei pemptades", in Nova acta physico-medica Academiae caesareae Leopoldino-Carolinae, vol. 17, 1833, p.4.
Publicaties aan de Koninklijke Academie te Brussel
- Mémoire sur les tilleuls d'Europe, in Nouveaux mémoires de l’Académie Royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles, vol. 8, Brussel: M. Hayez, 1835, p.1-18.
Bibliografie
- " Courtois (Richard-Joseph) ", in LE ROY, Alphonse, Liber memorialis, l’université de Liége depuis sa fondation, Luik: imprimerie de J.-G. Carmanne, 1869, kol. 114-126.
- "1835. Courtois (Richard-Joseph) ", in Biographie liégeoise, vol. 2, Luik: Imprimerie de Jeunehomme, 1837, p.731-752.
- MORREN, Charles, "Notice sur la vie et les travaux de Joseph Courtois", in Annuaire de l’Académie royale de Belgique, vol.4, Brussel, 1838, p. 105-.
- DEWALQUE, G., Courtois (Richard-Joseph), in Biographie Nationale, vol. 4, Brussel : Thiry : Imprimeur-éditeur, 1873, kol.431-435.
Noten
- ↑ DEWALQUE, G., "Courtois (Richard-Joseph)", in Biographie Nationale, vol. 4, Brussel : Thiry : Imprimeur-éditeur, 1873, kol.431.
- ↑ "Courtois (Richard-Joseph) ", in LE ROY, Alphonse, Liber memorialis, l’université de Liége depuis sa fondation, Luik: imprimerie de J.-G. Carmanne, 1869, kol. 114-115
- ↑ MORREN, Charles, "Notice sur la vie et les travaux de Joseph Courtois", in Annuaire de l’Académie royale de Belgique, vol.4, Brussel, 1838, p. 107-109.
- ↑ "Responsio ad quaestionem botanicam ab ordine matheseos et philosophiae naturalis in academia Gandavensi anno 1821 propositam: Queritur concinna expositio eorum, quae de organorum propagationi inserventium phanerogamicarum ortu situ fabricâ et functione innotuerunt", in Annales academiae Gandavensis, vol. 5, 1821, 1823.
- ↑ MORREN, Charles, "Notice sur la vie et les travaux de Joseph Courtois", in Annuaire de l’Académie royale de Belgique, vol.4, Brussel, 1838, p. 115.
- ↑ DEWALQUE, G., Courtois (Richard-Joseph), in Biographie Nationale, vol. 4, Brussel : Thiry : Imprimeur-éditeur, 1873, kol.433.
- ↑ " Courtois (Richard-Joseph) ", in LE ROY, Alphonse, Liber memorialis, l’université de Liége depuis sa fondation, Luik: imprimerie de J.-G. Carmanne, 1869, kol. 121.
- ↑ *"Courtois (Richard-Joseph)", in LE ROY, Alphonse, Liber memorialis, l’université de Liége depuis sa fondation, Luik: imprimerie de J.-G. Carmanne, 1869, kol. 123.