Le Docte, Maximilien (1821-1905)
Landbouwkundige en landbouwchemicus, geboren op 23 januari 1821 in Jauchelette en overleden op 13 september 1905 in Gembloux.
Contents
Biografie
Max Le Docte stamde uit een familie van grootgrondbezitters in Gembloux. De Le Doctes bezaten in Gembloux ook een suikerfabriek. Max was net als zijn broer Henri Le Docte een selfmade landbouwkundige.[1] Hij was nauw betrokken bij de oprichting van de Rijkslandbouwschool van Gembloux in 1860. Hij en zijn broer verpachtten de grond en abdij naast de fabriek aan de overheid zodat deze er de school kon in onder brengen. Le Docte was de oprichter van de Société royale centrale d'agriculture de Belgique in 1843 en werd er tot secretaris voor het leven benoemd.
Le Docte huwde op 19 juli 1855 met Marie Cathérine Horion.
Publicaties
Le Docte publiceerde vanaf 1843 een groot aantal brochures over landbouwkundige kwesties. Hij schreef ook voor de Landbouwbibliotheek-Bibliothèque rurale van het ministerie van Binnenlandse Zaken. Er bestaat geen exhaustieve lijst van zijn publicaties. De titels hieronder geven slechts een beeld van zijn interessegebieden:
- Essai sur l’amélioration de l’agriculture en Belgique et de l’agriculture du Condroz, s.d., s.l.
- Essai sur l’amélioration de l’agriculture en Belgique, suivi d’une mémoire sur le défrichement des landes et des bruyères, Luik, 1843.
- Nouveau système de culture, spécialement composé pour la Belgique et mis en pratique en 1843, Luik, 1845.
- Traité élémentaire des instruments aratoires, s.l., 1851.
- Beknopte verhandeling over de landbouw-werktuigen, Brussel (Landbouwbibliotheek-Bibliothèque rurale), 1852.
- De la Culture des plantes-racines, Brussel (Landbouwbibliotheek-Bibliothèque rurale), 1853.
- Over het kweeken der olieplanten, Brussel (Landbouwbibliotheek-Bibliothèque rurale), 1853.
- Over het aenkweeken der wortelplanten, s.l., 1854.
- Catalogue des instruments et machines d'agriculture du Musée de l'industrie de Bruxelles, Brussel, 1854.
Le Docte was de uitgever van een tijdschrift Le Moniteur des campagnes, dat de ondertitel Revue des Progrès agricoles droeg. De Moniteur des campagnes was een kort leven beschoren: na de derde jaargang stierf het tijdschrift om onbekende redenen een stille dood:
- Le Moniteur des campagnes, 1 (1850).
- Le Moniteur des campagnes, 2 (1851).
- Le Moniteur des campagnes, 3 (1852).
Bibliografie
- Luik, Burgerlijke stand 1621-1914, Visé, Naissances, publications ...mariages, décès 1844-1860, akte nr. 6; gedigitaliseerd op: Familysearch.org, geraadpleegd op 13/03/2017 (met dank aan H. Bovens).
- Jauchelette, Burgerlijke stand, Geb. 1800-1870; Dopen, Trouwen, Begraven 1779-1793, gedigitaliseerd op Zoekakten.nl, geraadpleegd op 13/03/2017 (met dank aan H. Bovens).
- Gembloux, Burgerlijke stand, Overlijden 1901-1910, Akte nr. 59, gedigitaliseerd op Zoekakten.nl, geraadpleegd op 13/03/2017 (met dank aan H. Bovens).
- Van Dijck, Maarten, De wetenschap van de wetgever. De klassieke politiek economie en het Belgische landbouwbeleid 1830-1884, Leuven, 2008, 161, 168-169, 185 en 209.
- Diser, Lyvia, Ambtenaren in witte jas. Laboratoriumwetenschap in het Belgisch overheidsbeleid (1870-1940), Onuitgegeven proefschrift, Katholieke Universiteit Leuven, departement Geschiedenis, 2013.
- Diser, Lyvia, Wetenschaps op de proef. Laboratoria in het Belgisch overheidsbeleid (1870-1940), Leuven, 2016.
Noten
- ↑ Er bestond in het midden van de negentiende eeuw nog geen hogere opleiding tot agronoom.