Société royale centrale d'agriculture de Belgique

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search

Landbouwgenootschap met wetenschappelijke interesses, opgericht in 1843 of 1853 en opgeheven in 1975.


Historiek


Over de oprichtingsdatum van de Société centrale d’agriculture de Belgique bestaat veel onduidelijkheid. In 1843 werd in ieder geval een private vereniging met deze naam door agronoom en landbouwindustrieel Max Le Docte opgericht. Het was op dat moment de eerste landbouwvereniging van belang in België. [1] Verenigingslid Georges Everard vermeldde in zijn historisch overzicht tot 1906 echter 1953 als oprichtingsjaar. De oprichting zou dan een reactie op de aan de gang zijnde voedselcrisis zijn geweest. Het is mogelijk dat de vereniging na een onderbreking in 1853 werd heropgericht. Het jaarlijkse overzichtswerk Annuaire Agricole de Belgique van 1850 vermeldt de Société in zijn lijst van verenigingen in ieder geval niet. Nochtans was de Société in 1845 succesvol, aldus Max Le Docte. Ze telde al na twee jaar drie à vierhonderd leden. Een andere mogelijkheid is dan ook dat het hier om twee verschillende verenigingen met dezelfde naam gaat.


In ieder geval lijkt er een karakterbreuk tussen de Société van de jaren 1840 en deze van de jaren 1850. Max Le Doctes Société was liberaal getint. Ze wijdde zich aan een breed scala aan thema's: landbouwwerktuigen, landbouwboekhoudkunde, bemesting en rationeel management, landbouwinfrastructuur, veeverbetering en onderhoud van vee, ontginning en drainage en voedselindustrie. Ze stelde vanaf 1844 haar fondsen ten dienste van de organisatie van wedstrijden en tentoonstellingen rond landbouwproducten, werktuigen en vee. De fondsen werden ook ingezet om innovaties op het vlak van landbouw op te volgen en auteurs te vergoeden die op vraag van de vereniging memoires opstelden. De Société centrale d’agriculture die Everard beschrijft, droeg, vooral vanaf 1860 met de intrede van Léon T’Serstevens als lid, een uitgesproken katholieke stempel. De vereniging stelde zich tot doel om de Belgische landbouw te verbeteren, onder meer door de inrichting van proefvelden en de organisatie van tentoonstellingen en wedstrijden voor een breed publiek. In de daaropvolgende vijftien jaar evolueerde de Société nochtans naar een een geleerd katholiek genootschap dat onder meer wetenschappelijke congressen en debatten organiseerde. Tot gewone landbouwers richtte de vereniging zich niet langer.[2] In 1920 ontving de vereniging de titel van Société royale centrale d'agriculture de Belgique. In 1975 hief de Société zichzelf op.


Tot de leden van de Société behoorden grootgrondbezitters, landbouwers en plaatselijke politici. De vereniging telde in de aanvangsdecennia een aantal prominente persoonlijkheden. Léon T’Serstevens was een actief lid sinds 1860 en werd in 1891 tot ondervoorzitter werd verkozen. Ook Alphonse Proost was nauw betrokken bij de Société Centrale, waar hij vanaf 1873 de functie van secretaris vervulde. Alphonse De Marbaix was ondervoorzitter en ere-vicevoorzitter. Leopold Frateur was eveneens ondervoorzitter. Verder was ook Jules Cartuyvels een kernfiguur. De Société centrale d ‘agriculture was een actieve promotor van een aantal initiatieven voor de verbetering van de landbouw, zoals de oprichting van de Association pour la fondation de stations agricoles en Belgique , van een landbouwstation in Gembloux en van het Leuvens landbouwinstituut. Ze lag ook aan de basis van de oprichting van de Société scientifique de Bruxelles.


Publicaties

  • Journal de la Société Centrale d’Agriculture de Belgique, Brussel, 1854-1914.
  • Journal de la Société Royale Centrale d’Agriculture de Belgique, Brussel, 1920-1967.
  • Société centrale d' agriculture de Belgique. Société royale, 1853-1953. Livre du Centenaire, Brussel, 1953.
  • Statuts et règlement de la Société centrale d'Agriculture de Belgique, 1859.
  • Catalogue de la bibliothèque de la Société centrale d'Agriculture de Belgique, 1859.


Zetel en organisatie

In 1955 was de zetel van de vereniging in de Rue du Méridien 10, Brussel gelegen.


De Administratieve raad in 1920[3] was samengesteld uit:

  • Voorzitter : Maenhaut
  • Ondervoorzitters: Baron H. della Faille d'Huysse/ M. Fraters / Vicomte de Beughem
  • Dumon de Menten /Frateur et Leplae
  • Schatbewaarder: Vicomte de Beughem
  • Secretaris: Albert Henry


De Administratieve raad in 1945-1946 [4] was samengesteld uit :

  • Voorzitter: Ph. Visart de Bocarmé
  • Frateur en Visart de Bocarmé
  • Ondervoorzitters: Dumont de Chassart en J. Lekeu


Bibliografie

  • Le Docte, Max, Nouveau système de culture, spécialement composé pour la Belgique et mis en pratique en 1843, Luik, 1845, 422-423.
  • Van Molle, Leen, Ieder voor allen: de Belgische Boerenbond 1890-1990 , 39
  • Everard, Georges, ‘La Société Centrale d’Agriculture de Belgique, de 1853 à 1906’, in: Journal de la Société Centrale d’Agriculture de Belgique, (1906-1907), extra nummer, 5-36.


Noten

  1. Le Docte vermeldde de oprichting van de Société in het slot van zijn werk Nouveau système de culture dat dateerde van 1845.
  2. "Art. 2", in: Le Journal de la Société centrale d' agriculture de Belgique, 68(1920-1921) december-februari, deel 1, 2-3.
  3. "Art. 3",in: Le Journal de la Société centrale d' agriculture de Belgique, 68 (1920-1921), december-februari, deel 1, 2-3.
  4. Le Journal de la Société centrale d' agriculture de Belgique, (1945-1946), 1, 3-10.