Crahay, Jacques-Guillaume (1789-1855)

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
Bron: QUETELET, Lambert-Adolphe-Jacques, "Notice sur la vie et les travaux de Jacques Guillaume Crahay", in Annuaire de l’Académie royale de Belgique, vol. 22, Brussel, 1856, p. 117-136.

Scheikundige en hoogleraar, geboren te Maastricht op 3 april 1789 en overleden te Leuven op 22 oktober 1855.


Biografie

Jacques-Guillaume Crahay volgde middelbaar onderwijs aan de École centrale van het departement Beneden-Maas, maar stopte echter met studeren voordat hij het hoger middelbaar had bereikt. Zijn vader die voorzitter was van de Rechtbank van Eerste Aanleg in Maastricht, stuurde Crahay op 18-jarige leeftijd naar een notarisbureau, waar hij 10 jaar zou blijven.[1] Aangetrokken tot de natuurwetenschappen, volgde Crahay de cursussen van Minckelers aan de Centrale School te Maastricht. Hij was geïnteresseerd in de wiskunde, de fysica en de chemie. Hij ontwierp zelf de instrumenten die hij nodig had voor zijn onderzoek en slaagde er zo in om zijn eigen kabinet natuurkunde op te richten.[2]

Op 19 februari 1817 droeg Minckelers de functie van professor fysica aan het Atheneum van Maastricht over aan Crahay.[3]

Eind september 1830 werd Crahay via Koninklijk Besluit aangeduid om de leerstoel fysica aan de Universiteit van Gent op zich te nemen. De Belgische Revolutie verhinderde dat hij deze functie kon uitoefenen. In 1834 werd hij door de Belgische bisschoppen aangesteld als docent natuurkunde en astronomie aan de Université catholique de Malines.[4] In 1835 volgde Crahay de universiteit toen deze naar Leuven verhuisde. Hij doceerde er twintig jaar lang en richtte het natuurkundig kabinet van de universiteit in.[5]

Crahay werd op 17 januari 1835 corresponderend lid van de Académie royale des Sciences et Belles-Lettres de Bruxelles en lid op 8 mei 1838. Crahay was een van de stichters van de Vrienden van de Wetenschappen in Maastricht. In 1822 werd hij corresponderend lid van de Société Linnéenne de Paris.[6]

Werken

Vanaf eind 1810 en dit 37 jaar lang, maakte hij meteorologische observaties en deed hij onderzoek naar de meteorologische staat van de atmosfeer. Hij paste verschillende natuurkundige instrumenten aan. Zo perfectioneerde hij ondermeer het apparaat van Gay-Lussac voor de vermenging van dampen en droge gassen. Hij vond verschillende instrumenten uit: een apparaat bedoeld om de theorie van de samenstelling en decompositie van krachten te verifiëren, een apparaat voor de hefboomtheorie,… De laatste jaren van zijn leven herwerkte hij zijn cursussen fysica en astronomie.

Publicaties


Publicaties aan de Academie


Bibliografie


Noten

  1. THENISSEN, Jean –Joseph, "Crahay (Jacques-Guillaume)", in Biographie Nationale, vol. 4, Brussel : Thiry : Imprimeur-éditeur, 1873, kol. 480.
  2. THENISSEN, Jean –Joseph, "Crahay (Jacques-Guillaume)", in Biographie Nationale, vol. 4, Brussel : Thiry : Imprimeur-éditeur, 1873, kol. 480.
  3. QUETELET, Lambert-Adolphe-Jacques, "Notice sur la vie et les travaux de Jacques Guillaume Crahay", in Annuaire de l’Académie royale de Belgique, vol. 22, Brussel, 1856, p. 120.
  4. THENISSEN, Jean –Joseph, "Crahay (Jacques-Guillaume)", in Biographie Nationale, vol. 4, Brussel : Thiry : Imprimeur-éditeur, 1873, kol. 481.
  5. QUETELET, Lambert-Adolphe-Jacques, "Notice sur la vie et les travaux de Jacques Guillaume Crahay", in Annuaire de l’Académie royale de Belgique, vol. 22, Brussel, 1856, p. 122.
  6. QUETELET, Lambert-Adolphe-Jacques, "Notice sur la vie et les travaux de Jacques Guillaume Crahay", in Annuaire de l’Académie royale de Belgique, vol. 22, Brussel, 1856, p. 118.