Cox, Jacques, François, Jean, Gérard (1898-1972)
Astronoom en wiskundige, geboren te Antwerpen op 16 augustus 1898 en overleden te Brussel op 20 oktober 1972.
Biografie
Jacques Cox werd geboren in Antwerpen op 16 augustus 1898. Zijn ouders wilden dat hij de familiezaak overnam. Hij bereidde zich tijdens de Eerste Wereldoorlog echter voor op het ingangsexamen voor de Polytechnische School van de Universiteit van Brussel. Het certificaat ervan was gelijkwaardig aan een diploma middelbaar onderwijs. Hij slaagde en studeerde natuurwetenschappen en wiskunde aan de Brusselse universiteit. Op 19 juli 1924 promoveerde hij er tot doctor in de natuurkunde en de wiskunde. Op 12 mei 1932 werd hij geaggregeerde voor het hoger onderwijs met een publicatie over planetoïden. Hij werd in 1933 docent en titularis van de cursus wiskundige geografie. Op 10 oktober 1936 werd hij benoemd tot gewoon hoogleraar astronomie en geodesie aan de Universiteit van Brussel. Hij was ook sinds 1930 voorzitter van de Administratieve Raad van de Ecole de Navigation aérienne. Cox zetelde als vice-voorzitter van de Faculteit Toegepaste Wetenschappen in de Administratieve Raad die de beslissing tot de sluiting van de ULB nam. Hij onderschreef deze beslissing en organiseerde mee het clandestiene onderwijs. Hij vertrok op 16 juli 1942 naar Engeland en arriveerde in Londen in november 1942. Hij werd opgenomen in de R.A.F als senior scientific officer. Hij gaf les aan jonge piloten aan de Empire Central Navigation School. Hij hield zich ook bezig met de observatie van de omtrekken van vliegtuigen bij schemering. In 1944 werd hij toegevoegd aan het Bomber Command.[1] In 1944 werd hij benoemd tot rector van de ULB. Hij bleef deze functie vervullen tot in 1947. Hij was nauw betrokken bij de oprichting van de sociale dienst van de Universiteit en was promotor van het postgraduaat.[2] In 1959 stond hij mee aan de wieg van het Centre National de Recherche de l’Espace. Jacques Cox werd voorzitter van dit centrum.[3] Aan de ULB speelde Jacques Cox samen met Paul Stroobant een belangrijke rol bij het uitbouwen van de wetenschappelijke reputatie van het Departement voor Sterrenkundig Onderzoek.[4] Omwille van gezondheidsredenen werd hij in 1960 toegelaten tot het emeritaat.[5]
Cox werd op 2 juni 1945 corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique , effectief lid op 3 juni 1950 en directeur van de Klasse Wetenschappen in 1961. Van 1953 tot 1956 was hij vast secretaris van de Academie. Hij gaf deze functie op omwille van gezondheidsproblemen. Aan de Academie was hij ook voorzitter van de Nationaal Comité voor Geodesie en geofysica en van het Nationaal Comité voor Sterrenkunde (1959-1962).[6] Aan de Academie werd onder impuls van de internationale organisatie COSPAR in samenwerking met Marcel Florkin en Polidor Swings het Nationaal Comité voor Ruimteonderzoek opgericht. Jacques Cox was voorzitter van dit Comité.[7] Hij was ook voorzitter van de Société belge de Statistique (1946). Hij was corresponderend lid van de Instituto de Coïmbra en fellow van het Institute of Navigation of London. Hij was corresponderend astronoom aan de Koninklijke Sterrenwacht en lid van de Wetenschappelijke Raad van deze instelling.
Cox won verschillende prijzen: in 1932 de De Keyn Prijs, in 1935 de Vijfjaarlijkse Heuschling prijs en in 1940 Agathon De Potterprijs. Hij ontving eredoctoraten van de universiteiten van Caen, Rijsel en Besançon. Hij overleed te Brussel op 20 oktober 1972.
Werken
Van 1924 tot 1940 focuste Cox zich op het probleem van de kleine planeten en de kometen. Het was onder invloed van zijn leermeester Paul Stroobant dat hij zich met de studie van planetoïden ging bezighouden. Cox deed onderzoek naar hun bewegingen, voerde fotometrisch onderzoek uit op deze kleine planeten en maakte statistische analyses van de ringen rond de planetoïden. Hij introduceerde het systematische gebruik van de correlatiecoëfficiënt en de meervoudige correlatie. Hij onderzocht ook het fenomeen van de dubbelsterren, onderzoek dat nauw verbonden was met dat naar asteroïden.[8]
Daarnaast stelde hij een nieuwe draaibare sterrenkaart op met een conforme projectie van het gehele oppervlak van de bol of ellipsoïde in een gelijkzijdige driehoek. In 1934 introduceerde hij de theorie van de gebogen rand van Baume Pluvinel voor de toepassing van de methode van de gelijke hoogte.[9]
In 1937 ontwikkelde Cox samen met Edmond Lahaye en Jules Jaumotte aan de Ecole de Navigation aérienne een meetapparaat voor magnetische inclinatie, dat een accuraatheid van 20 km op een reis over de Atlantische Oceaan verzekerde. In 1943 perfectioneerde hij dit instrument aan de Navigatieschool van de RAF.[10]
Na de oorlog bestudeerde Cox de beweging van de aarde, onder meer de beweging van de rotatiepool van de aarde, de verschillen in de hoeksnelheid bij de rotatie van de aarde, ... [11] Van 1948 tot 1956 volgde hij de variatie van het traagheidsmoment, bestudeerde hij de poolbeweging en de herverdeling van de luchtmassa’s over de oceanen, bood hij een aantal persoonlijke beschouwingen over de vergelijkingen van Poisson aan en sprak zich tijdens een mededeling aan de Société chronométrique de France in 1951 uit in het voordeel van een nieuwe tijdsschaal gebaseerd op de atomaire frequentienormen.[12] In 1949 schreef hij samen met Jacques van Mieghem en Frans Van den Dungen een publicatie over de kwantitatieve uitwisseling van bewegingen tussen de atmosfeer en de lithosfeer en stelde dat deze een belangrijke rol spelen bij de jaarlijkse fluctuaties in de rotatiesnelheid van de aarde.[13]
Publicaties
- Lijst met publicaties in: Jaumotte, André L., "Jacques Cox", In: Annuaire ARB, jaargang 1985, Brussel: ARB, p. 30-53.
Bibliografie
- Melchior, P., "Necrologie Jacques Cox", In: Ciel et Terre, vol. 89, 1973, p. 69-79.
- Jaumotte, André L., "Jacques Cox", In: Annuaire ARB, jaargang 1985, Brussel: ARB, p. 2-53.
- Jaumotte, André J., "Jacques Cox", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 1., Brussel: ARB, 1988, p. 22-28.
Nota’s
- ↑ Melchior, P., "Necrologie Jacques Cox", In: Ciel et Terre, vol. 89, 1973, p. 69-79.
- ↑ Jaumotte, André J., "Jacques Cox", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 1., Brussel: ARB, 1988, p. 22-28.
- ↑ Laureys, Dawinka, Belgium’s participation in the European space adventure, In: European Space Agency, 2003, p.6.
- ↑ Vandenbruaene, Jan"Astronomische gids voor België", Academic and Scientific Publisher, p. 232.
- ↑ Melchior, P., "Necrologie Jacques Cox", In: Ciel et Terre, vol. 89, 1973, p. 69-79.
- ↑ Jaumotte, André J., "Jacques Cox", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 1., Brussel: ARB, 1988, p. 22-28.
- ↑ Laureys, Dawinka, "Belgium’s participation in the European space adventure", European Space Agency, 2003, p.6.
- ↑ Jaumotte, André J., "Jacques Cox", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 1., Brussel: ARB, 1988, p. 22-28.
- ↑ Jaumotte, André J., "Jacques Cox", In: Annuaire ARB, jaargang 1985, Brussel: ARB, p. 2-53.
- ↑ Jaumotte, André J., "Jacques Cox", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 1., Brussel: ARB, 1988, p. 22-28.
- ↑ Melchior, P., "Necrologie Jacques Cox", In: Ciel et Terre, vol. 89, 1973, p. 69-79.
- ↑ Jaumotte, André J., "Jacques Cox", In: Annuaire ARB, jaargang 1985, Brussel: ARB, p. 2-53.
- ↑ Jaumotte, André J., "Jacques Cox", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol. 1., Brussel: ARB, 1988, p. 22-28.