Heymans, Corneille Jean François (1892-1968)

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
Bron: Corneel Heymans, in: Liber Memorialis 1913-1960, deel 2, Gent, 1960, 144.

Ook bekend als: Corneel Jan Frans Heymans.

Farmacoloog en Nobelprijswinnaar. Geboren op 28 maart 1892 in Gent en gestorven op 18 juli 1968 in Knokke. Zoon van Jan Frans Heymans.

Biografie

Na middelbare studies aan het Sint-Lievenscollege (Gent), het Sint-Jozefscollege (Turnhout) en het Sint-Barbaracollege (Gent), ving de jonge Heymans aan de Universiteit van Gent een opleiding in de geneeskunde aan. Hij promoveerde er in 1920 – na een onderbreking in 1914 toen hij onder de wapens werd geroepen – tot doctor. Hierna vervolmaakte hij zich in de experimentele farmacologie en fysiologie, tijdens studieverblijven aan het farmacologisch en therapeutisch instituut van vader Jan Frans Heymans[1], en daarna aan het Parijse Collège de France bij Gley, de Université de Lausanne bij professor Arthus, de Universiteit van Wenen (Prof. H. H. Meyer), de University College London (Prof. E. H. Starling) en de Western Reserve Medical School, waar professor C. F. Wiggers hem als Advanced Fellow van de Belgian American Educational Foundation ontving. In 1922 benoemde de Universiteit van Gent Heymans tot docent in de algemene farmacologie en in 1930 volgde Heymans zijn vader op als hoogleraar farmacodynamie en bestuurder van het instituut. Hij werkte aanvankelijk nauw samen met zijn vader, wiens experimenteel onderzoek naar de rol van bepaalde presso- en chemoreceptoren bij ademhaling en bloeddruk, door middel van hoofdtransplantaties bij honden, hij verder zette. Dit onderzoek leidde tot de ontdekking van de rol die carotide lichaampjes, een klein zenuworgaantje in de grote halsslagader, in de regeling van de ademhaling spelen. In 1938 ontving Heymans voor deze ontdekking de Nobelprijs voor Geneeskunde. Hij was daarmee de tweede Belg die deze prijs in ontvangst kreeg – na Jules Bordet in 1919. In zijn dankspeech stelde Heymans dat hij de fundamenten van zijn ontdekking in samenwerking met zijn vader had gedaan.


Tot de andere onderzoeksthema’s van Heymans en zijn medewerkers behoorden de fysiologie van de circulatie in de hersenen en de fysiopathologie van de hoge bloeddruk in de aderen en de bloedsomloop tijdens fysische oefeningen. Ook studies van de fysiologie en de farmacologie bij dieren en de farmacologie van opwekkende middelen vormden het voorwerp van onderzoek. In 1963 werd Heymans tot het emeritaat toegelaten. Hij werd opgevolgd door André De Schaepdryver.


Naast zijn onderwijstaken in eigen land gaf Heymans ook regelmatig lezingen en demonstraties aan buitenlandse universiteiten zoals deze van New York (als Herter Lecturer), Harvard ( als Lecturer of the Dunham Memorial Foundation) en Dublin (als Lecturer of the Purser Memorial Foundation). Heymans werd bovendien door de Belgische regering, de international Union of Physiological Studies en de Wereldgezondheidsorganisatie belast met speciale opdrachten in verschillende landen. Hij was daarnaast uitgever van het door zijn vader gestichte vaktijdschrift Archives internationales de Pharmacodynamie et de Therapie. Lidmaatschappen van een groot aantal binnen- en buitenlandse genootschappen, zoals het Belgisch genootschap voor fysiologie en farmacologie, het Belgisch genootschap voor cardiologie, de Belgische vereniging voor farmacoterapie, de Société belge de biologie en de Committee of Experts van de International Pharmacopoeia en zijn voorzitterschap van de International Union of Physiological Sciences, de International Council of Pharmacologists en de Nationale Raad voor Wetenschapsbeleid in België (vicevoorzitter) bestendigde de voorname positie van deze Nobelprijswinnaar in het internationaal farmacologisch wetenschapslandschap. Heymans was ook lid en oud-voorzitter van de Koninklijke Vlaamse Academie voor Geneeskunde van België . Naast de Nobelprijs voor Geneeskunde ontving Heymans ook nog onder andere deThéophile Gluge-prijs van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten en de Alvarenga prijs van de Koninklijke Academie voor Geneeskunde van België.[2]


Publicaties

Heymans publiceerde meer dan achthonderd wetenschappelijke studies. Tot zijn voornaamste publicaties behoren:

  • Le Sinus Carotidien et les autres Zones vasosensibles réflexogènes,1920.
  • Le Sinus Carotidien et la Zone Homologue Cardio-aortique (met J. J. Bouckaert en P. Regniers), 1933.
  • Sensibilité réflexogène des vaisseaux aux excitants chimiques (met J. J. Bouckaert), 1934.
  • Le centre respiratoire, in: Annales de physiologie et de physicochimie, 2 (1935), 335 (met D. Cordier).
  • Survival and revival of nerve centers after arrest of circulation, (1950), in: Physiological Reviews, 30 (1950), 375.
  • New aspects of blood pressure regulation (met G. van den Heuvel), in: Circulation, 4 (1951), 581.
  • Pharmakologische Wirkungen auf die Selbststeuerung des Blutdruckes, in: Archiv fûr experimentelle Pathologie und Pharmacologie, 216 (1952), 114.
  • Action of drugs on carotid sinus and body, in: Pharmacological Reviews, 7 (1955), 119.
  • Reflexogenic Areas of the Cardiovascular System (met E. Neil), 1958.
  • Vasomotor control and the regulation of blood pressure (met B. Folkow), in: P. Fishman en D. Richards (red.), Circulation of the Blood: Men and Ideas, 1964.


Een uitgebreid overzicht van Heymans publicaties tot 1960 vindt men in Corneel Heymans, in: Liber Memorialis 1913-1960, deel 2, Gent, 1960, 144-158. Een volledig overzicht vindt men in Archives internationales de pharmacodynamique, 174 (1968), nr. 2, 258-176.


Bibliografie

  • Corneel Heymans, in: Liber Memorialis 1913-1960, deel 2, Gent, 1960, 144-158.
  • Van Bosstraeten, Truus, "Dogs and Coca-Cola: Commemorative Practices as part of Laboratory Culture at the Heymans Institute Ghent, 1902–1970", in: Centaurus, 53, nr. 1, 1-30.
  • Corneel HEYMANS, A. F. DE SCHAEPDRIJVER e. a., Corneel Heymans. A collective Biography, 1972.
  • Nobel Lectures, Physiology or Medicine 1922-1941, Amsterdam, 1965.
    Een neerschrift van de banketspeech en de prijslezing is ook online raadpleegbaar op "Corneille Heymans - Facts", Nobelprize.org, geraadpleegd op 22/10/2013.
  • DE SCHAEPDRIJVER, André, "Corneel Heymans", in: Nationaal Biografisch Woordenboek, 4 (1970).
  • FLORQUIN, Joos, "Corneel Heymans", in: Ten huize van, deel 3, Leuven-Brugge, 1974.
  • DE SCHAEPDRIJVER, André, The Heymans Institute of Pharmacology : 1890-1990: 100 years of teaching, research and service, Gent, 1990.
  • DE SCHAEPDRIJVER, André, "Corneel Heymans (1892-1968)", in: Van Mercator tot Frimout. Vier eeuwen Vlaams vernuft, Antwerpen, 1994, 159-168.
  • DE SCHAEPDRIJVER, André en DE VLEESCHHOUWER, Georges, "Heymans, Corneille", in: Biographie Nationale, 40 (1977), 423-434.
  • Corneel Heymans in UgentMemorie. Met foto's en afbeeldingen uit het universiteitsarchief.


Noten

  1. Dit is het latere J.F en C. Heymansinstituut van de Universiteit van Gent, dat vandaag nog steeds deze naam draagt.
  2. Een exhaustieve lijst van Heymans’ lidmaatschappen en prijzen kan worden geraadpleegd in DE SCHAEPDRIJVER, André, Corneel Heymans, in: Nationaal Biografisch Woordenboek, 4, (1970), 429-430.