Laminne, Jacques Joseph (1864-1924)

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search

Voluit: Jacobus Joseph Laminne. Leuvens hoogleraar theologie en bisschop van Luik, geboren op 18 mei 1864 in Aarschot en gestorven op 23 oktober 1924 in Luik.


Biografie

Na een jaar filosofie aan het Kleinseminarie van Sint-Truiden te hebben gestudeerd, vervolgde Laminne zijn opleiding aan de Gregoriana Universiteit van Rome, waar hij de titel van doctor in de wijsbegeerte en theologie behaalde. Hij verbleef er tussen 1880 en 1886 in het Belgisch College. In 1886 werd Laminne tot priester werd gewijd. Op aansporen van de conservatieve kardinaal Mazzella schreef hij zich in 1886 in als student aan de Wetenschapsfaculteit van de Katholieke Universiteit van Leuven. In 1887 behaalde hij er het kandidaatsdiploma in de fysica en wiskunde. Datzelfde jaar ging Laminne als leraar wijsbegeerte in het Kleinseminarie van Sint-Truiden aan de slag. In 1893 werd hij er tot directeur gepromoveerd, maar hij ruilde deze post in 1904 in voor een benoeming als hoogleraar theologie aan het Instituut voor Hogere Wijsbegeerte van de Universiteit van Leuven. Hij doceerde filosofie en dogmatiek. Na de Eerste Wereldoorlog trad Laminne als hulpbisschop in dienst van bisschop Martin-Hubert Rutten. Hij bleef op deze functie tot aan zijn dood.


De opkomst van het neothomisme wakkerde bij Laminne – net als bij vele andere katholieke geleerden – de belangstelling voor antieke wetenschap aan. Laminne publiceerde in 1903 Les quatre éléments: le feu, l'eau, l'air et la terre, Histoire d'une hypothèse, een werk met wetenschapshistorische inslag over de notie van de vier elementen bij opeenvolgende antieke volkeren en geleerden als Pythagoras, Galilei, Copernicus of Van Helmont. Verder schreef hij onder meer commentaren op de evolutietheorieën van Herbert Spencer en Ernst Haeckel en de evolutiefilosofie van Henri Bergson, en analyseerde hij evolutionistische gedachten bij Augustinus. Hij dacht ook na over de verhouding tussen wetenschap en katholicisme in de moderne samenleving. Laminne was geen aanhanger van het neothomisme zoals dat door directeur van het Instituut voor Hogere Wijsbegeerte Désiré Mercier werd gepredikt, en bewoog zich veeleer in conservatieve kringen. Toch werden zijn opvattingen, vooral deze over de evolutionisme, waarin hij een verzoening tussen wetenschap en ortodoxie poogde tot stand te brengen, vaak als zeer controversieel, zelfs ketters, bestempeld. Door andere Leuvense geestelijke hoogleraars, zoals de geoloog Henry de Dorlodot en de celbioloog Victor Grégoire. Laminne toonde zich daarnaast een geïnteresseerde amateur-sterrenkundige. Laminne was vanaf 1896 lid van de Société belge d’Astronomie.


Publicaties

Over de verhouding geloof-wetenschap en over wetenschapsgeschiedenis onder meer:


Bibliografie

  • Steekkaart Jacques Laminne (1864-1924) op Odis Database Intermediary Structures Flanders [online].
  • De Bont, Raf, "Peut-être pas bien vu à Rome": Jacques Laminne and the Theory of Evolution”, in: Leo Kenis en Ernestine van der Wall (red.), Religious modernism in the Low Countries, Leuven, 2013.
  • Collard, A., S. G. Mgr. Jacques LAMINNE (1864-1924), in: Ciel et Terre Bulletin of the Société Belge d'Astronomie, 41 (1925), 107-109.
  • Ons Limburg, 2 (1920), nr. 19, 1.
  • "Mgr. Laminne", in: Ons Limburg, 6 (1924), nr. 43, 2. Met foto.
  • Bittremieux, J., "Sa G. Monseigneur Jacques-Joseph Laminne", in: Annuaire de l'Université Catholique de Louvain, 1920-1926, X-XVI.
  • Vanpaemel, Geert, "Bijlage Wetenschapsgeschiedenis in België", in: Robert Halleux e.a., Geschiedenis van de wetenschappen in België van de Oudheid tot 1815, Brussel, 1998, 425.