Pelseneer, Paul (1863-1945)

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search

Mariene bioloog en dierkundige, geboren te Brussel op 26 juni 1863 en overleden in dezelfde stad op 5 mei 1945. Vader van Jean Pelseneer.

Biografie

Paul Pelseneer werd geboren te Brussel op 26 juni 1863. Hij was tijdens zijn jeugd al sterk geïnteresseerd in zeedieren, meer specifiek in weekdieren. Op 17-jarige leeftijd werd hij al lid van de Société royale zoologique de Belgique - Koninklijke Belgische Vereniging voor Dierkunde.[1] In 1917 werd hij voorzitter van dit genootschap.[2]
Tijdens zijn jeugd volgde hij les in het atelier van de beeldhouwer Constatin Meunier. Deze opleiding gebruikte hij later voor het illustreren van zijn publicaties.[3] Na zijn humaniora ging hij natuurwetenschappen studeren aan de ULB. In 1884 promoveerde hij tot doctor in de natuurwetenschappen.[4]
Hij vertrok in hetzelfde jaar naar het buitenland. Hij reisde naar het laboratorium van de Franse gedragsbioloog Alfred Giard (Universiteit van Rijsel). In 1885 volgde hij lessen bij de Britse dierkundige Ray Lankester in Londen. Hier leerde hij Thomas Henri Huxley kennen, een enthousiast verdediger van de evolutietheorie van Charles Darwin. Beiden introduceerden Pelseneer in de discipline van de evolutionaire morfologie, een onderzoeksveld dat de reconstructie van fylogenetische stambomen (schema's die weergeven hoe soorten met elkaar verwant zijn) op basis van morfologische inzichten beoogde.[5] In 1886 startte hij als stagiaire aan het Koninklijk Natuurhistorisch Museum.[6] In 1887 werkte hij zijn doctoraat Sur la valeur morphologique des bras et la composition du système nerveux des Céphalopedes af.[7] Onderzoek voor zijn doctoraat deed hij onder meer aan het Zoologisch Station te Napels.[8] In 1888 promoveerde hij tot doctor in de zoölogie. In hetzelfde jaar behaalde hij ook zijn aggregaat voor het hoger onderwijs.[9] Na het behalen van zijn aggregaat doceerde hij aan de ULB een aantal vrije cursussen zoals: biologische oceanografie en de biologie van de weekdieren. Daarnaast organiseerde hij aan deze universiteit verschillende voordrachtcyclussen over oceanografie.[10] In 1888 werd hij docent botanica en scheikunde aan de normaalschool te Gent. Aan de ULB waren immers onvoldoende fondsen beschikbaar om hem aan te stellen als hoogleraar. Zijn benoeming te Gent werd in 1914 door de Duitse bezetter ongedaan gemaakt.[11]
Hij slaagde er niet in om aangesteld te worden als universitair professor. Hij had bijgevolg geen eigen laboratorium en kon dus zijn onderzoek enkel uitvoeren in zijn vrije tijd. Hij bracht dan ook het meeste van zijn vakanties door in het marine biologisch laboratorium van Giard in het Franse kustdorpje Wimereux.[12] Hij werd in 1894 verkozen tot corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique en effectief lid in 1909.[13] In 1919 werd hij aan de Academie benoemd tot permanent secretaris en hij oefende deze functie 17 jaar lang uit.[14] Aan de Academie was hij was ook de stichter van de Lamarck prijs.[15]
Hij was erelid van de Conchological Society of Great Britain and Ireland.[16] In 1931 werd hij verkozen tot corresponderend lid van de Institut de France. Hij was ook buitenlands lid van de Academie van Krakau en van de Tiberius Academie in Rome.[17] Hij werd in 1931 corresponderend lid van de Académie des Sciences de Paris.[18]
Hij ontving eredoctoraten van de Universiteit van Leeds (1905) en van de ULB (1934).[19] Hij won de Tienjaarlijkse prijs van de Belgische regering voor Dierkundige Wetenschappen voor de periode 1902-1911.[20]
In 1936 moest hij aan de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique zijn functie van permanent secretaris opgegeven omwille van het verlies van zijn gezichtsvermogen.[21]
Hij overleed te Brussel op 5 mei 1945.

Werken

Hij publiceerde 219 werken, waarbij het grootste deel handelde over ongewervelden en in het bijzonder over weekdieren. Hij pleitte voor een herwaardering van het veldonderzoek.[22]
Hij beschreef in zijn hele wetenschappelijk oeuvre minstens 69 nieuwe marine soorten, waarvan er 57 tot de stam van de mollusca behoren.[23]
Vanaf 1880 publiceerde hij in het tijdschrift van de Société royale zoologique de Belgique - Koninklijke Belgische Vereniging voor Dierkunde de eerste resultaten van zijn prospecties aan de Belgische kust.[24]
Aan het marine laboratorium te Wimereux verdiepte hij zich in de gedragsbiologie van zeedieren.[25]
Hij was een sterk voorstander van een grondige exploratie van de zeeën en oceanen. In 1892 schreef hij L'Exploration des mers profondes. Het werk werd bekroond door de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique .[26]
Hij was ook nauw betrokken bij de verwerking van de gegevens die in de periode 1872-1876 werden verzameld door de HMS Challenger. Hij deed de analyse van de molluskenstalen. Het resultaat was ondermeer de ontdekking van de dubbele genetische origine van de orde van de Pteropada.[27]
Hij was lid van de Belgica-commissie en behoorde samen met Alphonse-François Renard en Édouard Joseph Louis Marie Van Beneden tot de eerste pleitbezorgers voor de Antarctica-expeditie van Adrien de Gerlache. Na de effectieve verkenning van het zuidpoolgebied (1897-199) werd uit dankbaarheid een eiland in het gebied naar Pelseneer vernoemd. De stalen van weekdieren zoals de keverslakken, de slakken Gastropoda en de tweekleppigen werden door hem geanalyseerd. De resultaten verschenen onder de titel: "Zoologie: Mollusques (Amphineures, Gastropodes et Lamellibranches)". Hij verwerkte ook de stalen van de Nederlandse Siboga-expeditie (1899-1900) naar Indonesië. Hij deed het morfologisch onderzoek van een groot aantal soorten Bivalvia (tweekleppigen).[28]
In 1935 schreef hij Essai d'Ethologie zoologique d'après l'étude des Mollusques, waarin hij zijn belangrijkste marine onderzoek weergaf.[29]
Hij besteedde in zijn onderzoek heel wat aandacht aan de onderlinge afhankelijkheid tussen de organismen en hun omgeving.[30]

Cursussen
De lessen die hij van 1902 tot 1904 doceerde als gastprofessor aan de ULB werden gebundeld in de publicaties: Les Abîmes de la mer et leurs habitans en L'Océanographie.[31]

Publicaties

  • Korte lijst met publicaties in: VLIZ, "Paul Pelseneer", In: Wetenschatten: historische figuren van het Zeewetenschappelijk onderzoek, p. 5-8.


Bibliografie

  • Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Annuaire ARB, jaargang 1951, p. 1-51.
  • Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Biographie Nationale, vol. 34, kol. 635-643.
  • Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Florilège des sciences en Belgique pendant le 19e et le début du 20e, Brussel: Académie royale de Belgique Classe des sciences, 1968, p. 853-876.


Nota’s

  1. VLIZ, "Paul Pelseneer", In: Wetenschatten: historische figuren van het Zeewetenschappelijk onderzoek, p. 1.
  2. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Annuaire ARB, jaargang 1951, p. 18.
  3. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Annuaire ARB, jaargang 1951, p. 4.
  4. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Annuaire ARB, jaargang 1951, p. 6.
  5. VLIZ, "Paul Pelseneer", In: Wetenschatten: historische figuren van het Zeewetenschappelijk onderzoek, p. 1.
  6. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Florilège des sciences en Belgique pendant le 19e et le début du 20e, Brussel: Académie royale de Belgique Classe des sciences, 1968, p. 859.
  7. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Biographie Nationale, vol. 34, kol. 638.
  8. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Annuaire ARB, jaargang 1951, p. 13.
  9. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Biographie Nationale, vol. 34, kol. 636.
  10. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Annuaire ARB, jaargang 1951, p. 14.
  11. VLIZ, "Paul Pelseneer", In: Wetenschatten: historische figuren van het Zeewetenschappelijk onderzoek, p. 1.
  12. VLIZ, "Paul Pelseneer", In: Wetenschatten: historische figuren van het Zeewetenschappelijk onderzoek, p. 2.
  13. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Florilège des sciences en Belgique pendant le 19e et le début du 20e, Brussel: Académie royale de Belgique Classe des sciences, 1968, p. 860.
  14. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Florilège des sciences en Belgique pendant le 19e et le début du 20e, Brussel: Académie royale de Belgique Classe des sciences, 1968, p. 861.
  15. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Biographie Nationale, vol. 34, kol. 642.
  16. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Biographie Nationale, vol. 34, kol. 642.
  17. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Biographie Nationale, vol. 34, kol. 635.
  18. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Biographie Nationale, vol. 34, kol. 643.
  19. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Biographie Nationale, vol. 34, kol. 635.
  20. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Florilège des sciences en Belgique pendant le 19e et le début du 20e, Brussel: Académie royale de Belgique Classe des sciences, 1968, p. 860.
  21. VLIZ, "Paul Pelseneer", In: Wetenschatten: historische figuren van het Zeewetenschappelijk onderzoek, p. 1.
  22. VLIZ, "Paul Pelseneer", In: Wetenschatten: historische figuren van het Zeewetenschappelijk onderzoek, p. 2.
  23. VLIZ, "Paul Pelseneer", In: Wetenschatten: historische figuren van het Zeewetenschappelijk onderzoek, p. 3.
  24. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Biographie Nationale, vol. 34, kol. 635.
  25. VLIZ, "Paul Pelseneer", In: Wetenschatten: historische figuren van het Zeewetenschappelijk onderzoek, p. 2.
  26. VLIZ, "Paul Pelseneer", In: Wetenschatten: historische figuren van het Zeewetenschappelijk onderzoek, p. 5.
  27. VLIZ, "Paul Pelseneer", In: Wetenschatten: historische figuren van het Zeewetenschappelijk onderzoek, p. 3.
  28. VLIZ, "Paul Pelseneer", In: Wetenschatten: historische figuren van het Zeewetenschappelijk onderzoek, p. 4.
  29. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Biographie Nationale, vol. 34, kol. 641.
  30. Brien, Paul, "Paul Pelseneer", In: Florilège des sciences en Belgique pendant le 19e et le début du 20e, Brussel: Académie royale de Belgique Classe des sciences, 1968, p. 873.
  31. VLIZ, "Paul Pelseneer", In: Wetenschatten: historische figuren van het Zeewetenschappelijk onderzoek, p. 5.