Van Rees, Richard (1797-1875)
Of: Rijk van Rees.
Wiskundige en fysicus, hoogleraar aan de Rijksuniversiteit van Luik. Geboren op 24 mei 1797 in Nijmegen (toenmalige Bataafse Republiek) en gestorven op 23 augustus 1875.
Biografie
Van Rees werd geboren in Nijmegen, dat toen in de Bataafse Republiek, een satelliet van Frankrijk, lag. In 1804, na het overlijden van zijn vader, verhuisde hij met zijn moeder naar Utrecht. Hij volgde er les aan de Franse scholen en aan het gymnasium. Van Rees was pas zestien toen hij zich, in 1813, inschreef voor geneeskundestudies aan de Universiteit van Utrecht. De jongeman bleek er het meest getrokken naar de vakken wiskunde en fysica, die hij in zijn vrije tijd verder bestudeerde. Hij slaagde erin zijn geneeskundeopleiding met een wetenschapsopleiding te combineren en studeerde in 1819 met grote onderscheiding af tot doctor in de wetenschappen. Hierna zette hij zijn studies geneeskunde verder.
Zijn doctoraatsscriptie en zijn vlekkeloos studieparcours, met onder meer een medaille en een gepubliceerd antwoord in de universitaire concours van Utrecht en Leiden (1817), waren blijkbaar niet onopgemerkt gebleven. Tijdens zijn eindexamens werd hem door het bestuur van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden een positie als buitengewoon hoogleraar aan de Rijksuniversiteit van Luik aangeboden. De kersverse universiteiten van de Zuidelijke Nederlanden kampten met een gebrek aan geschikte kandidaat-hoogleraren in de eigen streek. Daarom zocht de Nederlandse overheid naar talent over de regionale grenzen heen, vooral in Duitsland en Frankrijk, maar ook in het noorden van het koninkrijk. Van Rees aanvaardde. Uit begrip voor deze speciale omstandigheden schonk de Utrechtse universiteit hem de doctorstitel in de geneeskunde honoris causa.
De benoeming van Van Rees was vooral bedoeld om de zware onderwijslast van zijn nieuwe collega Jean Vanderheyden te verlichten. De nieuweling nam de mathematische vakken voor zijn rekening: elementaire wiskunde, hogere wiskunde (mathématiques transcendentales) en analytische mechanica. Van Rees was met zijn 24 jaar de jongste in het professorenteam van de Luikse wetenschapsfaculteit, dat naast Vanderheyden ook nog uit Gaëde en Delvaux bestond. In 1825 volgde zijn promotie tot gewoon hoogleraar. In het academiejaar 1826-27 zetelde Van Rees als rector.
Na de Belgische Opstand in 1830 werd de politieke stemming uitgesproken anti-Noord-Nederlands en anti-Orangistisch. Bij de daaropvolgende voorlopige reorganisatie van het universitair onderwijs (wet van 16 december 1830) werd Van Rees uit zijn functies ontslagen. Hij keerde terug naar Nederland, waar hij aan de slag kon aan de Universiteit van Utrecht als titularis van het vak elementaire wiskunde – een andere bron spreekt van hogere wiskunde en analytische mechanica. Toen de leerstoel van fysica vrijkwam werd die hem toegewezen met de titel van gewoon hoogleraar. Van Rees doceerde ook astronomie. De hoogleraar was 70 jaar toen hij zijn functies neerlegde en het emeritaat verkreeg. Als emeritus gaf hij nog tot 1873 privéles.
Van Rees werd in 1830 lid van de Académie des sciences et belles-lettres de Bruxelles. Hij ontving uit handen van de Belgische koning Leopold I de Ster van Ridder in de Orde van Leopold.
Werken
Als student signaleerde Van Rees een fout in een publicatie van de Gentse hoogleraar Charles Hauff. Van Rees’ opvatting werd door een arbiter, de befaamde Franse wiskundige Adrien-Marie Legendre, als correct geëvalueerd.
Tijdens zijn Luikse periode voerde Van Rees ook wiskundig onderzoek uit. Zijn werk van die periode, onder meer over de invloed van wind op de verspreiding van geluid en de integratie van lineaire vergelijkingen, verscheen vooral in de Correspondance mathématique et physique.
Als hoogleraar in Utrecht ontwikkelde Van Rees zich tot een expert op het domein van magnetisme en elektriciteit. Tot de belangrijkste werken in deze periode behoorde Van Rees’ studie rond de theorie van de magnetische krachtlijnen van Faraday.
Een volledige lijst van Van Rees’ publicaties is te vinden in Le Roy, "Van Rees (Richard)", in: Liber memoralis: L'Université de Liége depuis sa fondation, 1869, Luik, 738-739. En in Vander Menschbrugghe, "Rees (Richard van)", in: Biographie Nationale, 18 (1905), 834-840.
Bibliografie
- Nothomb, Etat de l'instruction supérieure en Belgique: rapport présenté aux chambres législatives, le 6 avril 1843, volume 1, 1843, LXXVI.
- Le Roy, Alphonse, "Van Rees (Richard)" , in: Liber memoralis: L'Université de Liége depuis sa fondation, 1869, Luik, 738-739.
- Vander Menschbrugghe, G., "Rees (Richard van)", in: "Biographie Nationale", 18 (1905), 834-840.
- Mailly, Édouard , "Notice sur Richard Van Rees", in: Annuaire de L'Académie Royale de Belgique, 1877, 227-245.
- Grinwis, Het leven van den Hoogleraar R. van Rees, Utrecht, ?.