Vandendries, René François Prosper (1874-1952)
Mycoloog en bioloog, geboren te Leuven op 9 mei 1874 en overleden te Rixensart op 28 maart 1952.
Biografie
René Vandendries werd geboren te Leuven op 9 mei 1874. Hij volgde middelbaar onderwijs aan het Leuvense Atheneum. In 1892 begon hij aan de UCL met de opleiding natuurwetenschappen. Hij kreeg hier les van Pierre-Joseph Van Beneden, Gustave Gilson en Jean-Baptiste Carnoy. Hij was gedurende drie jaar de assistent van Jean-Baptiste Carnoy. Hij was ook de illustrator van Carnoy's artikels, onder meer in het tijdschrift La Cellule.[1]
In 1897 promoveerde hij tot doctor in de biologie met Matières colorantes azotées chez les Champignons.[2] Hij was werkzaam aan het Laboratorium voor Cytologie. Dit laboratorium werd omgedoopt tot het Carnoy Instituut. Hij werkte ook als illustrator aan het zoölogisch laboratorium van Gustave Gilson.
Daarnaast werd hij aangesteld als leerkracht wetenschappen aan het Koninklijk Atheneum van Chimay en nadien aan het Atheneum van Antwerpen. Hij bleef les geven in Antwerpen tot in 1926. In 1926 promoveerde hij tot inspecteur van het lager en middelbaar onderwijs. Deze functie bleef hij uitoefenen tot in 1939.[3] In 1927 verhuisde hij zijn privé-laboratorium La Chanterelle naar Rixensart. Hij ging hier ook wonen.[4]
In 1939 vertrok hij naar Portugal, waar hij bleef tot in 1949.
In 1937 werd hij corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique en effectief lid in 1949.
Hij was ook lid van de Société royale de botanique de Belgique.
Hij was ook corresponderend lid van de Botanical Society of America. Hij vertegenwoordigde België op het Internationale Congres over genetica te Ithaca (NY).[5]
Hij won ook verschillende prijzen. In 1922 werd hij Laureaat ARB met Recherches sur le déterminisme sexuel des Basidiomycètes.[6] In 1925 won hij de Agathon De Potterprijs, in 1926 de Léo Errera prijs, in 1928 de Jozef Schepkensprijs en in 1932 de Emile Laurentprijs.[7]
Hij overleed te Rixensart op 28 maart 1952.
Werken
Aanvankelijk bestudeerde hij paddestoelen. Later in zijn carrière wijdde hij zich aan de mycologie of de studie van de schimmels.[8]
In 1934 presenteerde hij aan het Carnoy Instituut zijn biologische analyse van de Basidiomycota (steeltjeszwammen).[9]
Publicaties
- Lijst met publicaties in: Martens, Pierre, "Vandendries René", In: Annuaire ARB, jaargang 1968, p. 50-56.
Bibliografie
- Martens, Pierre, "Vandendries René", In: Annuaire ARB, jaargang 1968, p. 19-49.
- Martens, Pierre, "Vandendries René", In: Biographie Nationale, vol. 34, kol. 749-755.
- Brodie, Harold J., "René Vandendries", In: Mycologia, vol. 45 (1), 1953, p. 139-142.
Nota’s
- ↑ Martens, Pierre, "Vandendries René", In: Annuaire ARB, jaargang 1968, p. 20.
- ↑ Martens, Pierre, "Vandendries René", In: Annuaire ARB, jaargang 1968, p. 21.
- ↑ Martens, Pierre, "Vandendries René", In: Biographie Nationale, vol. 34, kol. 750.
- ↑ Martens, Pierre, "Vandendries René", In: Annuaire ARB, jaargang 1968, p. 42.
- ↑ Martens, Pierre, "Vandendries René", In: Biographie Nationale, vol. 34, kol. 754.
- ↑ Martens, Pierre, "Vandendries René", In: Biographie Nationale, vol. 34, kol. 752.
- ↑ Martens, Pierre, "Vandendries René", In: Annuaire ARB, jaargang 1968, p. 43.
- ↑ Martens, Pierre, "Vandendries René", In: Annuaire ARB, jaargang 1968, p. 21.
- ↑ "The 100 years of the fungus collection MUCL 1894-1994", p. 21.