Difference between revisions of "Wetenschap aan de Von Bissinguniversiteit"
m |
m |
||
Line 45: | Line 45: | ||
|[[Image: versluys.jpg|350x350px|none]] | |[[Image: versluys.jpg|350x350px|none]] | ||
|-align="left" valign="top" | |-align="left" valign="top" | ||
− | |width="100"| <small>Bron: Knipselboek over de Vlaamsche Hogeschool te Gent, door Paul Fredericq.</small> | + | |width="100"|'''Jan Versluys werd aangesteld als hoogleraar dierkunde en vergelijkende ontleedkunde.''' <small>Bron: Knipselboek over de Vlaamsche Hogeschool te Gent, door Paul Fredericq.</small> |
|} | |} | ||
[[ Versluys, Jan (1873-1939)|Jan Versluys]] was zo iemand. Hij was een in Nederland geboren Duitser en was, op het moment dat de oorlog uitbrak, net gepromoveerd tot buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit van Giessen. Volgens de Studienkommission had de 43-jarige zoöloog veel sympathie voor Duitsland. Op de kandidatenlijst stond ook de 33-jarige [[Valeton, Josua (1883-1953)|Josua Valeton]], een Nederlander die aan de universiteit van Leipzig vertoefde en er met een Duitse was gehuwd.<ref>Volgens historicus Daniël Vanacker had hij er een doctoraat behaald en was hij er daarna gebleven. Mogelijks was dit een doctoraat in de Wijsbegeerte. Zijn doctorsdiploma in de scheikunde had hij te Arnhem behaald.</ref> De Studienkommission slaagde er ook in om Valetons schoonbroer [[Vollgraff, Johan (1877-1965)|Johan Vollgraff]] warm te maken voor het Vlaamse project. Voor de oorlog was Vollgraff privaatdocent aan de Universiteit Leiden. De Duitse bezetter promoveerde hem tot buitengewoon hoogleraar. Ook Vollgraff had ergens Duits bloed, al is niet zeker of dit nu zijn bereidwillige medewerking verklaart.<ref>[http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn2/vollgraff “Vollgraff, Johan Adriaan (1877-1965)”], op: ''Resources Huygens Instituut'', geraadpleegd op 16/05/2018.</ref> Ten slotte verklaarde ook [[Boeke, Hendrik (1881-1918)|Hendrik Enno Boeke]], een Nederlander die als gewoon hoogleraar een leerstoel aan de Universiteit Frankfurt am Main bezette, zich bereid om tijdelijk de lessen geografie en aardkunde op zich te nemen. | [[ Versluys, Jan (1873-1939)|Jan Versluys]] was zo iemand. Hij was een in Nederland geboren Duitser en was, op het moment dat de oorlog uitbrak, net gepromoveerd tot buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit van Giessen. Volgens de Studienkommission had de 43-jarige zoöloog veel sympathie voor Duitsland. Op de kandidatenlijst stond ook de 33-jarige [[Valeton, Josua (1883-1953)|Josua Valeton]], een Nederlander die aan de universiteit van Leipzig vertoefde en er met een Duitse was gehuwd.<ref>Volgens historicus Daniël Vanacker had hij er een doctoraat behaald en was hij er daarna gebleven. Mogelijks was dit een doctoraat in de Wijsbegeerte. Zijn doctorsdiploma in de scheikunde had hij te Arnhem behaald.</ref> De Studienkommission slaagde er ook in om Valetons schoonbroer [[Vollgraff, Johan (1877-1965)|Johan Vollgraff]] warm te maken voor het Vlaamse project. Voor de oorlog was Vollgraff privaatdocent aan de Universiteit Leiden. De Duitse bezetter promoveerde hem tot buitengewoon hoogleraar. Ook Vollgraff had ergens Duits bloed, al is niet zeker of dit nu zijn bereidwillige medewerking verklaart.<ref>[http://resources.huygens.knaw.nl/bwn1880-2000/lemmata/bwn2/vollgraff “Vollgraff, Johan Adriaan (1877-1965)”], op: ''Resources Huygens Instituut'', geraadpleegd op 16/05/2018.</ref> Ten slotte verklaarde ook [[Boeke, Hendrik (1881-1918)|Hendrik Enno Boeke]], een Nederlander die als gewoon hoogleraar een leerstoel aan de Universiteit Frankfurt am Main bezette, zich bereid om tijdelijk de lessen geografie en aardkunde op zich te nemen. |
Revision as of 10:06, 4 June 2018
Onbekwamen en onwilligen
Een bont allegaartje
Ernest Haerens was op zijn minst een vreemde vogel. De ingenieur stond al vóór de oorlog bekend als een zonderling man met een slechte onderwijsreputatie en vooral, als een rabiaat tegenstander van de vernederlandsing van de universiteit. Nu stond hij op de eerste rij voor de post van beheerder. Paul Fredericq, die het nieuws van Haerens’ aanstelling vernam, stelde meesmuilend dat hij van zo’n ‘geldman’ niets anders had verwacht. Ook de Duitsers waren verrast over zijn toezegging. Bij hen stond hij al bekend als ‘eine recht wenig imponierende Figur’ en bovendien ging het de ronde dat Haerens’ vrouw geen gebenedijd woord Nederlands sprak. Naast Haerens was ook buitengewoon hoogleraar aardwetenschappen en geografie Franz Friedrich Stöber bereid om zijn lessen mineralogie en kristallografie opnieuw op te nemen. Stöbers kennis van het Nederlands was niet erg goed – nog in 1915 had hij zichzelf niet ‘en mesure’ geacht om in die taal te doceren. Het waren kennelijk zijn Duitse roots die hem over de streep trokken om toch een ambt te aanvaarden. In ruil kreeg Stöber de promotie tot gewoon hoogleraar die hem door het oude universiteitsbestuur geweigerd was.
Jan Versluys was zo iemand. Hij was een in Nederland geboren Duitser en was, op het moment dat de oorlog uitbrak, net gepromoveerd tot buitengewoon hoogleraar aan de Universiteit van Giessen. Volgens de Studienkommission had de 43-jarige zoöloog veel sympathie voor Duitsland. Op de kandidatenlijst stond ook de 33-jarige Josua Valeton, een Nederlander die aan de universiteit van Leipzig vertoefde en er met een Duitse was gehuwd.[4] De Studienkommission slaagde er ook in om Valetons schoonbroer Johan Vollgraff warm te maken voor het Vlaamse project. Voor de oorlog was Vollgraff privaatdocent aan de Universiteit Leiden. De Duitse bezetter promoveerde hem tot buitengewoon hoogleraar. Ook Vollgraff had ergens Duits bloed, al is niet zeker of dit nu zijn bereidwillige medewerking verklaart.[5] Ten slotte verklaarde ook Hendrik Enno Boeke, een Nederlander die als gewoon hoogleraar een leerstoel aan de Universiteit Frankfurt am Main bezette, zich bereid om tijdelijk de lessen geografie en aardkunde op zich te nemen.
‘Incompetent en incapabel!’
Nieuw onderwijs voor een nieuwe universiteit
Tussen droom en daad
Einde van het activistisch onderwijsavontuur
Het nakende einde van de Wereldoorlog luidde ook het laatste couplet voor de Vlaamsche Hoogeschool in. Bij aanvang van het schooljaar in oktober werd nog een nieuw inlichtingenboekje uitgegeven en de inschrijvingen liepen goed. Maar niet lang daarna verhaalden studenten hoe hoogleraren niet meer kwamen opdagen in de aula. Eind oktober sloot de Vlaamsche Hoogeschool de deuren. Het gros van de hoogleraren ontving als salut een drie maand salaris, plus een rijkelijke schadevergoeding. In de nacht van 10 op 11 november 1918 ontruimden de Duitsers Gent. In de daaropvolgende dagen werd afgerekend met alles wat Germaans of activistisch was. De Vlaamsche Hoogeschool kwam daarbij in het oog van de storm.
|
Archief en gedrukte bronnen
- Archief UGent, “A l'Université de gand. Un manifeste du corps professoral / Au nom du conseil académique de l'Université de Gand, Le Secrétaire du Conseil académique E. Eeman, Le Recteur M. Schoentjes”, krantenknipsel.
- Archief UGent, Knipsel over Nederlandse hoogleraren die door de Duitsers worden gevraagd om aan de Vlaamsche Hoogeschool in Gent les te komen geven, [26 augustus 1916], krantenknipsel.
- Archief UGent, Knipselboek over de Vlaamsche Hogeschool te Gent, door Paul Fredericq, [1917-1918], knipselboek met onder meer portretten.
- Université de Gand. Programme des cours, 1913-1914, Gent, 1914.
- Universiteit te Gent. Voor de studenten, inlichtingen en wenken, Gent, 1916-1917.
- Hoogeschool te Gent : programma der lessen 1916-1917. Tweede uitgave, Gent, 1917. (academiejaar 1)
- 's Rijks Hoogeschool te Gent : programma der lessen 1917-1918. Tweede uitgave, Gent, 1918. (academiejaar 2)
- De Vlaamse Hoogeschool te Gent. Inlichtingsboekje voor zij die aan de Staatsuniversiteit te Gent willen studeeren. Academisch jaar 1918-1919, 2 (1918). (academiejaar 3)
- Université de Gand. Programme des cours, 1919-1920 tot 1922-1923, Gent, 1920 tot 1923.
- De Bruyker, Caesar, Prof. C. De Bruyker en de Vlaamsche Hoogeschool voor het Belgisch gerecht, 5-17 juli 1920, Gent.
- Uit het archief van Frans van Cauwelaert. 1 : Gedenkschriften over Vlaamse Beweging en Belgische politiek 1895-1918, Antwerpen, 1971.
Literatuur
- Liber memorialis 1880-1960, Gent, 1960.
- Langendries, Elienne, De “Vlaamsche hoogeschool” te Gent (1916-1918) : A. Overzicht van Duitse initiatieven bij het ontstaan. Een bronnenuitgave, Gent, 1984.
- Langendries, Elienne, De “Vlaamsche hoogeschool” te Gent (1916-1918) : B. Gegevens omtrent aanvang, uitstraling en einde. Een bronnenuitgave, Gent, 1985.
- Dedeurwaerder, Joris, Professor Speleers: een biografie, Gent, 2002.
- Thys, Walter (red.), Ein Landsturmmann im Himmel. Flandern und der Erste Weltkrieg in den Briefen von Herman Nohl an seine Frau, Leipzig, 2005.
- Vanacker, Daniël, Het activistisch avontuur, Gent, 2006.
- Loockx, Kristof , Vlaamsche studenten, komt naar Gent! Vlaamsche studenten, komt naar Gent! Prosopografie van de studentenbevolking aan de Vlaamse Hogeschool 1916-1918, Masterscriptie, Departement Geschiedenis, Gent, 2013.
- Loockx, Kristof, "Een nieuwe kijk op de Vlaamse Hogeschool: de Duitse bezettingspolitiek en de universiteiten van Gent en Warschau tijdens de Eerste Wereldoorlog in een transnationaal perspectief", in: Wetenschappelijke tijdingen op het gebied van de geschiedenis van de Vlaamse beweging, 74 (2015), nr. 2, 142-167.
- ↑ De weerzin groeide nog nadat in 1916 de hoogleraren Henri Pirenne en Paul Fredericq, die de heropening steeds hadden bekampt, gevangen waren gezet.
- ↑ Ook Schoentjes verwees in het slot van zijn brief naar zijn geweten en zijn gelofte aan de universiteit.
- ↑ In totaal zegden acht hoogleraren van de oude universiteit hun medewerking toe.
- ↑ Volgens historicus Daniël Vanacker had hij er een doctoraat behaald en was hij er daarna gebleven. Mogelijks was dit een doctoraat in de Wijsbegeerte. Zijn doctorsdiploma in de scheikunde had hij te Arnhem behaald.
- ↑ “Vollgraff, Johan Adriaan (1877-1965)”, op: Resources Huygens Instituut, geraadpleegd op 16/05/2018.
- ↑ Archief Ugent, “A l'Université de gand. Un manifeste du corps professoral / Au nom du conseil académique de l'Université de Gand, Le Secrétaire du Conseil académique E. Eeman, Le Recteur M. Schoentjes”, krantenknipsel Universiteit Gent.
- ↑ Minnaert bleeft tot aan het einde van de Hoogeschool in de positie van docent en de 33-jarige Valeton, de 30-jarige Kortmulder en de 29-jarige Brulez bleven buitengewoon hoogleraar. De oudere De Bruyker en Vollgraff ontvingen wel een promotie. Waar in theorie gewoon hoogleraren van de Hoogeschool recht hadden op een wedde van 8000 frank, en de buitengewoon hoogleraren op een van 6000 frank, verschilden de wedden in de praktijk soms aanzienlijk. Zo ontving Witsenburg maar liefst 12000 frank.
- ↑ Het ging om één practicum per semester in het eerste jaar en vier in elk semester van het tweede jaar.
- ↑ Dit zowel voor de studenten die zich voorbereidden op een studie in de geneeskunde, apothekersstudies en veeartsenij, als voor zij die verder studeerden aan de wetenschapsfaculteit. Het ging om drie uur practicum in elk semester van elk kandidatuursjaar.
- ↑ De Vlaamsche hoogeschool te Gent. Inlichtingsboekje voor hen die gedurende het academisch jaar 1917-1918 aan de Staatsuniversiteit te Gent willen studeeren, 1 (1917), 30.
- ↑ De focus op praktische kennis kwam ook tot uiting in de oprichting van een Hoogere Land- en Tuinbouwschool, een diergeneeskundig instituut en een mijnbouwafdeling bij de speciale scholen.
- ↑ In het academiejaar 1917-1918 kwam men hier deels op terug en werden in het tweede kandidatuursjaar wis- en natuurkunde alle scheikunde, inclusief practica geschrapt.
- ↑ De Vlaamse Hoogeschool te Gent. Inlichtingsboekje voor zij die aan de Staatsuniversiteit te Gent willen studeeren. Academisch jaar 1918-1919, 2 (1918), 40.
- ↑ De Vlaamse Hoogeschool te Gent. Inlichtingsboekje voor zij die aan de Staatsuniversiteit te Gent willen studeeren. Academisch jaar 1918-1919, 2 (1918), 43.
- ↑ Studentenleider Geo Van Tichelen, geciteerd in: Vanacker, Daniël, Het activistisch avontuur, Gent, 2006, 173.