Difference between revisions of "Godeaux, Lucien Auguste (1887-1975)"
(→Werken) |
(→Biografie) |
||
Line 8: | Line 8: | ||
In 1919 werd hij benoemd tot repetitor aan de [[Koninklijke Militaire School]]. In 1920 werd hij hier benoemd tot buitengewoon hoogleraar. Hij doceerde wiskundige analyse. <br/> | In 1919 werd hij benoemd tot repetitor aan de [[Koninklijke Militaire School]]. In 1920 werd hij hier benoemd tot buitengewoon hoogleraar. Hij doceerde wiskundige analyse. <br/> | ||
In 1925 werd hij gewoon hoogleraar aan de [[Universiteit van Luik]]. <ref>François, Jongmans, [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFNouvelleBiographieNational2106.pdf#page=187 "Lucien Godeaux"], In:''Nouvelle Biographie Nationale'', vol.4, 1997, p. 188-191.</ref> Hij doceerde wiskundige analyse en algebra, maar ook analytische, projectieve, infiniesimaal en hogere meetkunde. <br/> | In 1925 werd hij gewoon hoogleraar aan de [[Universiteit van Luik]]. <ref>François, Jongmans, [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFNouvelleBiographieNational2106.pdf#page=187 "Lucien Godeaux"], In:''Nouvelle Biographie Nationale'', vol.4, 1997, p. 188-191.</ref> Hij doceerde wiskundige analyse en algebra, maar ook analytische, projectieve, infiniesimaal en hogere meetkunde. <br/> | ||
− | Hij richtte samen met [[De Donder, Théophile Ernest (1872-1957)|Théophile De Donder]] en [[Errera, Alfred (1886-1960) |Alfred Errera]] het [[Belgisch Wiskundig Genootschap]] op. Hij was van 1948 | + | Hij richtte samen met [[De Donder, Théophile Ernest (1872-1957)|Théophile De Donder]] en [[Errera, Alfred (1886-1960) |Alfred Errera]] het [[Belgisch Wiskundig Genootschap]] op. Hij was van 1948 tot 1966 voorzitter van het [[Belgisch Centrum voor Wiskundig Onderzoek]]. Hij was tevens ook de grote bezieler van het centrum tijdens haar meest actieve periode.<ref> Jean, Mawhin, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0034.php ''De wiskunde''], in: {{Halleux 1}}, p.113.</ref><br/> |
In 1958 werd hij toegelaten tot het emeritaat. <br/> | In 1958 werd hij toegelaten tot het emeritaat. <br/> | ||
<br/> | <br/> | ||
Hij was lid van de [[Académie royale des sciences des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique - Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten|Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique ]]. Hij was lid van de [[Commissie van het Nationaal Biografisch Woordenboek]], van het [[Nationaal Comité voor wiskunde]] en voorzitter van het [[Nationaal Comité voor Logica, geschiedenis en filosofie der wetenschappen]]. <br/> | Hij was lid van de [[Académie royale des sciences des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique - Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten|Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique ]]. Hij was lid van de [[Commissie van het Nationaal Biografisch Woordenboek]], van het [[Nationaal Comité voor wiskunde]] en voorzitter van het [[Nationaal Comité voor Logica, geschiedenis en filosofie der wetenschappen]]. <br/> | ||
− | Hij was lid van de | + | Hij was lid van de [[Société royale des Sciences de Liège]], van de Société mathématique van Frankrijk, Spanje, Italië en Polen en van het Wiskundig genootschap van Amsterdam. Daarnaast was hij lid van de Academies van Padua, Milaan, Bourdeaux, Boekarest en Lima.<br/> |
− | Hij won verschillende prijzen met zijn onderzoek. Hij ontving de [[François Deruyts prijs]] voor de periode 1910 | + | Hij won verschillende prijzen met zijn onderzoek. Hij ontving de [[François Deruyts prijs]] voor de periode van 1910 tot 1914.In 1921 was hij laureaat van de jaarlijkse wedstrijd van de Klasse Wetenschappen. In 1940 ontving hij van het Institut de France de Ponceletprijs. In 1950 won hij de [[Tienjaarlijkse prijs voor wiskunde]].<br/> |
Hij ontving eredoctoraten van de universiteiten van Bourdeaux, Brussel, Clermont-Ferrand, Rijsel, Aix-Marseille, Dijon en Bologne. <ref>François, Jongmans, [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFNouvelleBiographieNational2106.pdf#page=187 "Lucien Godeaux"], In: ''Nouvelle Biographie Nationale'', vol.4, 1997, p. 188-191.</ref><br/> | Hij ontving eredoctoraten van de universiteiten van Bourdeaux, Brussel, Clermont-Ferrand, Rijsel, Aix-Marseille, Dijon en Bologne. <ref>François, Jongmans, [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFNouvelleBiographieNational2106.pdf#page=187 "Lucien Godeaux"], In: ''Nouvelle Biographie Nationale'', vol.4, 1997, p. 188-191.</ref><br/> | ||
Hij overleed te Luik op 21 april 1975. <br/> | Hij overleed te Luik op 21 april 1975. <br/> |
Revision as of 14:10, 28 January 2011
Wiskundige en wetenschapshistoricus, geboren te Morlanwelz op 11 oktober 1887 en overleden te Luik op 21 april 1975.
Contents
Biografie
Lucien Godeaux werd geboren te Morlanwelz op 11 oktober 1887. Hij volgde middelbaar onderwijs aan het Atheneum van Aat. Hij volgde één jaar les aan de Ecole des Mines in Bergen. Hij schreef zich nadien echter in aan de Universiteit van Luik, waar hij in 1911 promoveerde tot doctor in de natuurkunde en de wiskunde.
In 1912 was hij Laureaat van de reisbeurzen wedstrijd en van een universitaire wedstrijd. Dankzij deze prijzen kon hij naar Bologna (bij Federigo Enriques 1871-1946), vervolgens naar Göttingen en uiteindelijk naar Parijs (bij Picard).
In 1914 keerde hij terug naar België, nam als vrijwilliger dienst in het Belgische leger en vocht aan de Ijzer. Hij beëindigde de oorlog als tweede luitenant in de artillerie.
In 1919 werd hij benoemd tot repetitor aan de Koninklijke Militaire School. In 1920 werd hij hier benoemd tot buitengewoon hoogleraar. Hij doceerde wiskundige analyse.
In 1925 werd hij gewoon hoogleraar aan de Universiteit van Luik. [1] Hij doceerde wiskundige analyse en algebra, maar ook analytische, projectieve, infiniesimaal en hogere meetkunde.
Hij richtte samen met Théophile De Donder en Alfred Errera het Belgisch Wiskundig Genootschap op. Hij was van 1948 tot 1966 voorzitter van het Belgisch Centrum voor Wiskundig Onderzoek. Hij was tevens ook de grote bezieler van het centrum tijdens haar meest actieve periode.[2]
In 1958 werd hij toegelaten tot het emeritaat.
Hij was lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique . Hij was lid van de Commissie van het Nationaal Biografisch Woordenboek, van het Nationaal Comité voor wiskunde en voorzitter van het Nationaal Comité voor Logica, geschiedenis en filosofie der wetenschappen.
Hij was lid van de Société royale des Sciences de Liège, van de Société mathématique van Frankrijk, Spanje, Italië en Polen en van het Wiskundig genootschap van Amsterdam. Daarnaast was hij lid van de Academies van Padua, Milaan, Bourdeaux, Boekarest en Lima.
Hij won verschillende prijzen met zijn onderzoek. Hij ontving de François Deruyts prijs voor de periode van 1910 tot 1914.In 1921 was hij laureaat van de jaarlijkse wedstrijd van de Klasse Wetenschappen. In 1940 ontving hij van het Institut de France de Ponceletprijs. In 1950 won hij de Tienjaarlijkse prijs voor wiskunde.
Hij ontving eredoctoraten van de universiteiten van Bourdeaux, Brussel, Clermont-Ferrand, Rijsel, Aix-Marseille, Dijon en Bologne. [3]
Hij overleed te Luik op 21 april 1975.
Werken
Hij schreef rond de 1200 publicaties. Hij is het meest bekend om zijn werk over de algebraïsche meetkunde. In Luik raakte hij geïnteresseerd in het werk van Federigo Enriques (1871-1946) van de Italiaanse school van de algebraïsche meetkunde. Lucien Godeaux ging naar Bologna om zich hierin te specialiseren.Bologna en Luik bleven ook nadien nauw met elkaar samenwerken op het gebied van de algebraïsche meetkunde.
Lucien Godeaux was de initiator en belangrijkste ontwerper van de theorie van de involuties op algebraïsche oppervlakken. Hij schreef ook werken over projectieve differentiaalmeetkunde.[4]
Vulgarisatie van de wiskunde
Hij schreef twee vulgariserende boekjes over meetkunde. Hij publiceerde ook een aantal van zijn cursussen (vb. Leçons de géométrie projective).[5]
Wetenschapsgeschiedenis
Deze publicaties werden dikwijls geschreven in het kader van zijn activiteiten voor de Klasse Wetenschappen van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique .
Hij schreef tijdens de Tweede Wereldoorlog een overzichtswerk over de geschiedenis van de wiskunde in België.[6]
Hij publiceerde verschillende artikelen over het wiskundig onderzoek tijdens de eerste helft van de 20ste eeuw. Hij schreef ook de belangrijke werken: Esquisse d'une histoire des sciences mathématiques en Belgique (1943) en een artikel over Les sciences mathématiques dans le Hainaut (1946). [7]
Hij schreef ook biografische notities over onder meer Paul Mansion en Charles-Jean de La Vallée Poussin. Deze bijdragen verschenen in Florilège des Sciences en Belgique pendant le XIXe siècle et le début dus XXe. Lucien Godeaux zetelde dan ook in de commissie die verantwoordelijk was voor deze publicatie.[8]
Publicaties
- Les transformations birationnelles du plan, 1927
- La Géométrie, 1931
- Leçons de géométrie projective, 1933
- Questions non résolues de géométrie algébrique : les involutions de l'espace et les variétés algébriques à trois dimensions, 1933
- Les surfaces algébriques non rationnelles de genres arithmétique et géométrique nuls, 1934
- La théorie des surfaces et l'espace réglé (géométrie projective différentielle), 1934
- Les transformations birationnelles de l'espace, 1934
- Les involutions cycliques appartenant à une surface algébrique, 1935
- Les géométries, 1937
- Observations sur les variétés algébraiques à trois dimensions sur lesquelles l'opération d'adjonction est périodique, 1940
- Introduction à la géométrie supérieure, 1946
- Analyse mathématique, 1946
- Géométrie algébrique I. Transformations birationnelles et géométrie hyperespatielle
- Géométrie algébrique II. Géométrie sur une courbe algébrique, du plan, 1949
- Correspondances entre deux courbes algébriques, 1949
- Leçons de geometrie analytique à trois dimensions
Nota’s
- ↑ François, Jongmans, "Lucien Godeaux", In:Nouvelle Biographie Nationale, vol.4, 1997, p. 188-191.
- ↑ Jean, Mawhin, De wiskunde, in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p.113.
- ↑ François, Jongmans, "Lucien Godeaux", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol.4, 1997, p. 188-191.
- ↑ Jean, Mawhin, De wiskunde, in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p. 112.
- ↑ François, Jongmans, "Lucien Godeaux", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol.4, 1997, p. 188-191.
- ↑ Jean, Mawhin, De wiskunde, in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p.113.
- ↑ Geert, Vanpaemel, Bijlage Wetenschapsgeschiedenis in België, in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 429.
- ↑ François, Jongmans, "Lucien Godeaux", In: Nouvelle Biographie Nationale, vol.4, 1997, p. 188-191.
- ↑ Lucien Godeaux geconsulteerd op 09/08/2010 om 12u.