Difference between revisions of "Janssens, Frans Alfons (1863-1924)"
(10 intermediate revisions by one other user not shown) | |||
Line 1: | Line 1: | ||
[[category:Wetenschappers]][[category:Microbiologen]][[category: Geboorte 1851-1875]][[Category:Professor aan de KUL-UCL]] | [[category:Wetenschappers]][[category:Microbiologen]][[category: Geboorte 1851-1875]][[Category:Professor aan de KUL-UCL]] | ||
− | + | <div style="text-align:right;">[https://www.bestor.be/wiki/index.php/Janssens,_Frans_Alfons_(1863-1924) FR]</div> | |
− | [[File:F. | + | [[File:F.A._Janssens.jpg|200px|right|thumb|Frans Alfons Janssens (1863-1924)]] |
+ | Microbioloog geboren in Sint-Niklaas op 23 juli 1863 en overleden te Wichelen op 4 oktober 1924. | ||
<br/> | <br/> | ||
===Biografie=== | ===Biografie=== | ||
− | Frans Janssens studeerde aan het Seminarie van Gent en werd tot priester gewijd voor hij in 1886 aan zijn studies begon aan de [[Universiteit van Leuven|Katholieke Universiteit Leuven]]. Hij promoveerde in 1890 bij [[Carnoy, Jean-Baptiste (1836-1899)|Jean-Baptiste Carnoy]] en [[Gilson, Gustave (1859-1944)|Gustave Gilson]] over ''Les Branchies des Acéphales''. Als laureaat van de reisbeurzenwedstrijd bezoekt hij de mariene stations van Helder, Banyuls, Arcachon, Roscoff en Napels. In België wordt hij benoemd als leraar aan het Sint-Lievensinstituut in Gent, waar hij een Hogere Brouwerijschool opricht. Janssens verblijft aan de '' | + | Frans Janssens studeerde aan het Seminarie van Gent en werd tot priester gewijd voor hij in 1886 aan zijn studies begon aan de [[Universiteit van Leuven|Katholieke Universiteit Leuven]]. Hij promoveerde in 1890 bij [[Carnoy, Jean-Baptiste (1836-1899)|Jean-Baptiste Carnoy]] en [[Gilson, Gustave (1859-1944)|Gustave Gilson]] over ''Les Branchies des Acéphales''. Als laureaat van de reisbeurzenwedstrijd bezoekt hij de mariene stations van Helder, Banyuls, Arcachon, Roscoff en Napels. In België wordt hij benoemd als leraar aan het Sint-Lievensinstituut in Gent, waar hij een Hogere Brouwerijschool opricht. Janssens verblijft aan de ''Wissenschaftliche Station für Brauerei in München'' in Munchen en aan het Carlsberg laboratorium in Kopenhagen, waar hij onderzoek doet bij [https://en.wikipedia.org/wiki/Emil_Christian_Hansen Emil Christian Hansen]. |
<br/> | <br/> | ||
− | In 1896 wordt Janssens aangesteld als docent aan de Katholieke Universiteit. In 1903 wordt hij gewoon hoogleraar. Van bij zijn aanstelling vervangt hij Carnoy in het onderwijs van de algemene plantkunde en de microscopie. Na het overlijden van Carnoy in 1899, neemt Janssens het biochemisch onderwijs van hem over. Toch blijft hij zich toeleggen op de morfologische celbiologie, in het bijzonder op de rol van de chromosomen tijdens de celdeling. Vanaf 1904 betrekt hij daarbij steeds meer de vraagstukken over de overdracht van erfelijk materiaal. Dit resulteert in zijn belangrijkste werk over de theorie van chiasmatypie (''crossing over''), gepubliceerd in [[La | + | In 1896 wordt Janssens aangesteld als docent aan de Katholieke Universiteit. In 1903 wordt hij gewoon hoogleraar. Van bij zijn aanstelling vervangt hij Carnoy in het onderwijs van de algemene plantkunde en de microscopie. Na het overlijden van Carnoy in 1899, neemt Janssens het biochemisch onderwijs van hem over. Toch blijft hij zich toeleggen op de morfologische celbiologie, in het bijzonder op de rol van de chromosomen tijdens de celdeling. Vanaf 1904 betrekt hij daarbij steeds meer de vraagstukken over de overdracht van erfelijk materiaal. Dit resulteert in zijn belangrijkste werk over de theorie van chiasmatypie (''crossing over''), gepubliceerd in [[La Cellule|''La Cellule'']] in 1909. Deze theorie gaf aanleiding tot heel wat controverse, o.a. met zijn eigen collega [[Grégoire, Victor Marie Théodore Joseph (1870-1938)|Victor Grégoire]]. De gegrondheid van de theorie werd later bevestigd door de Amerikaanse geneticus Thomas Hunt Morgan. |
<br/> | <br/> | ||
Line 17: | Line 18: | ||
===Bibliografie=== | ===Bibliografie=== | ||
− | *Mgr Beyls, "Lijkrede, den 8 Oktober 1924, te Wichelen, op de begrafenis van kannunik Pranciscus-Alphonsus-Ignatius-Maria Janssens, professor aan de Faculteit van Wetenschappen," ''Annuaire de l'Université Catholique de Louvain,'' 1920-1922, | + | *Mgr. (Rafaël) Beyls, "Lijkrede uitgesproken [...], den 8 Oktober 1924, te Wichelen, op de begrafenis van kannunik Pranciscus-Alphonsus-Ignatius-Maria Janssens, professor aan de Faculteit van Wetenschappen," ''Annuaire de l'Université Catholique de Louvain,'' 1920-1922, CCXII-CCXV. |
*Gustave Gilson, "Éloge funèbre de M. le professeur François-Alphonse-Ignace-Marie Janssens prononcé en la grande salle de l'Institut de Spoelberch, le 3 juin 1925," ''Annuaire de l'Université Catholique de Louvain,'' 1920-1922, CCXVI-CCXIX. | *Gustave Gilson, "Éloge funèbre de M. le professeur François-Alphonse-Ignace-Marie Janssens prononcé en la grande salle de l'Institut de Spoelberch, le 3 juin 1925," ''Annuaire de l'Université Catholique de Louvain,'' 1920-1922, CCXVI-CCXIX. | ||
*A. Louis, "Janssens, Franciscus, Alphonsius, Ignatius, Maria," ''Nationaal Biografisch Woordenboek,'' 2 (1966) col. 384-385. | *A. Louis, "Janssens, Franciscus, Alphonsius, Ignatius, Maria," ''Nationaal Biografisch Woordenboek,'' 2 (1966) col. 384-385. | ||
*Pierre Martens, "Janssens (François-Alphonse-Ignace-Marie (dit Frans)," ''Biographie Natonale,'' 38 (1975) col. 344-353 | *Pierre Martens, "Janssens (François-Alphonse-Ignace-Marie (dit Frans)," ''Biographie Natonale,'' 38 (1975) col. 344-353 | ||
+ | *Pierre Martens, "Frans Janssens," ''Florilège des Sciences en Belgique'', vol. II (Brussel, 1980), 559-567. | ||
<br/> | <br/> | ||
===Noten=== | ===Noten=== | ||
<references/> | <references/> |
Latest revision as of 12:48, 3 March 2017
Microbioloog geboren in Sint-Niklaas op 23 juli 1863 en overleden te Wichelen op 4 oktober 1924.
Contents
Biografie
Frans Janssens studeerde aan het Seminarie van Gent en werd tot priester gewijd voor hij in 1886 aan zijn studies begon aan de Katholieke Universiteit Leuven. Hij promoveerde in 1890 bij Jean-Baptiste Carnoy en Gustave Gilson over Les Branchies des Acéphales. Als laureaat van de reisbeurzenwedstrijd bezoekt hij de mariene stations van Helder, Banyuls, Arcachon, Roscoff en Napels. In België wordt hij benoemd als leraar aan het Sint-Lievensinstituut in Gent, waar hij een Hogere Brouwerijschool opricht. Janssens verblijft aan de Wissenschaftliche Station für Brauerei in München in Munchen en aan het Carlsberg laboratorium in Kopenhagen, waar hij onderzoek doet bij Emil Christian Hansen.
In 1896 wordt Janssens aangesteld als docent aan de Katholieke Universiteit. In 1903 wordt hij gewoon hoogleraar. Van bij zijn aanstelling vervangt hij Carnoy in het onderwijs van de algemene plantkunde en de microscopie. Na het overlijden van Carnoy in 1899, neemt Janssens het biochemisch onderwijs van hem over. Toch blijft hij zich toeleggen op de morfologische celbiologie, in het bijzonder op de rol van de chromosomen tijdens de celdeling. Vanaf 1904 betrekt hij daarbij steeds meer de vraagstukken over de overdracht van erfelijk materiaal. Dit resulteert in zijn belangrijkste werk over de theorie van chiasmatypie (crossing over), gepubliceerd in La Cellule in 1909. Deze theorie gaf aanleiding tot heel wat controverse, o.a. met zijn eigen collega Victor Grégoire. De gegrondheid van de theorie werd later bevestigd door de Amerikaanse geneticus Thomas Hunt Morgan.
Tijdens de oorlogsjaren werkt hij in zijn privé-laboratorium in Wichelen aan een monumentaal werk La Chiasmatypie des insectes dat verschijnt in 1924 in La Cellule, enkele maanden voor zijn overlijden.
Werken
Bibliografie
- Mgr. (Rafaël) Beyls, "Lijkrede uitgesproken [...], den 8 Oktober 1924, te Wichelen, op de begrafenis van kannunik Pranciscus-Alphonsus-Ignatius-Maria Janssens, professor aan de Faculteit van Wetenschappen," Annuaire de l'Université Catholique de Louvain, 1920-1922, CCXII-CCXV.
- Gustave Gilson, "Éloge funèbre de M. le professeur François-Alphonse-Ignace-Marie Janssens prononcé en la grande salle de l'Institut de Spoelberch, le 3 juin 1925," Annuaire de l'Université Catholique de Louvain, 1920-1922, CCXVI-CCXIX.
- A. Louis, "Janssens, Franciscus, Alphonsius, Ignatius, Maria," Nationaal Biografisch Woordenboek, 2 (1966) col. 384-385.
- Pierre Martens, "Janssens (François-Alphonse-Ignace-Marie (dit Frans)," Biographie Natonale, 38 (1975) col. 344-353
- Pierre Martens, "Frans Janssens," Florilège des Sciences en Belgique, vol. II (Brussel, 1980), 559-567.