Difference between revisions of "Massart, Jean Baptiste (1865-1925)"

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
m (Biografie)
m
 
(85 intermediate revisions by 2 users not shown)
Line 1: Line 1:
Plantkundige, geboren te Etterbeek op 7 maart 1865 en overleden te Houx op 16 augustus 1925.
+
<div style="text-align:right;">[http://www.bestor.be/wiki/index.php/Massart,_Jean_Baptiste_(1865-1925) FR]</div>
[[category:Wetenschappers]][[category:Geboorte 1851-1875]][[category: Professoren]] [[category:Leden Akademie]] [[category:Plantkundigen]][[category:Professor aan de ULB-VUB]] [[category:Biologen]] [[category: Geneeskunde]]
+
[[category:Wetenschappers]][[category:Geboorte 1851-1875]][[category: Professoren]] [[category:Leden Akademie]] [[category:Plantkundigen]][[category:Professor aan de ULB-VUB]] [[category:Biologen]][[category:Fysiologen]][[category: Mariene biologen]]
 +
[[file: Massart jean.jpeg|right|300px]]
 +
Plantkundige, geboren op 7 maart 1865 in Etterbeek en overleden op 16 augustus 1925 in Houx.<br/>Massart heette officieel 'Massar'.<ref>De schrijfwijze 'Massar' wordt aangehouden op zijn geboorteakte en huwelijksakte. Die laatste ondertekende hij echter zelf met 'Massart'. Ook Jean-Baptistes vader schreef 'Massar'. Met dank aan H. Bovens</ref>.
  
 +
<br/>
 
===Biografie===
 
===Biografie===
Jean Massart werd geboren te Etterbeek op 7 maart 1865. Hij was de zoon van een tuinier en plantenkweker die eigenaar was van een kleine winkel. Massart volgde les in gemeenschapsscholen. Het was echter dankzij zijn leraar Charles Héneau dat hij kon overstappen naar het vijfde jaar latijn aan het Sint Michiels College. <br/>
+
'''Jeugd en opleiding'''<br/>
Na het voltooiien van zijn humanoria schreef hij zich aan de Faculteit Wetenschappen aan de [[ULB]].<ref> Stockmans, François, [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFBiographieNationaleTome2096.pdf#page=290 "Jean Massart"], In: ''Biographie Nationale'', vol. 38, kol. 562.</ref><br/>
+
Massart groeide op in Etterbeek, in en rond de kleine kamerplantenkwekerij van zijn ouders. Het gezin behoorde tot de bescheiden middenklasse. De jonge Massart volgde middelbaar onderwijs aan de plaatselijke gemeenschapsschool. Via bemiddeling van één van zijn leraren kon hij echter overstappen naar een hoger jaar van de humaniora van het Sint-Michielscollege (huidig Sint-Jan Bergmanscollege). Met zijn kennis van Latijn en Grieks op zak kon hij zich nadien zonder probleem aan de Faculteit Wetenschappen van de [[Universiteit van Brussel]] inschrijven. Hij was op dit moment slechts vijftien jaar.
Door de dood van zijn vader moest hij zijn studies onderbreken en zich wijden aan de familiezaak.<ref> Marcal, E., [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/MASSARTJeanARB_19278750.pdf "Jean Massart"], In: ''Annuaire ARB'', jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 73.</ref> Hij richtte echter een klein laboratorium in, waar hij zijn eerste onderzoek uitvoerde.<ref> Stockmans, François, "Jean Massart", in: ''Florilège des sciences en Belgique'', 1968, p. 707.</ref> In 1884 besliste Massart op aanraden van een familievriend om zijn studies terug op te pikken. Op 2 juli 1885 werd hij kandidaat in de natuurwetenschappen. In 1887 promoveerde hij tot doctor in de natuurwetenschappen, specialisatie botanica.<ref> Marcal, E., [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/MASSARTJeanARB_19278750.pdf "Jean Massart"], In: ''Annuaire ARB'', jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 74.</ref> Na het behalen van dit doctoraat startte hij met de opleiding geneeskunde. In 1888 werd hij kandidaat in de geneeskunde en zijn doctoraat behaalde hij op 20 juli 1891.<ref> Marcal, E., [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/MASSARTJeanARB_19278750.pdf "Jean Massart"], In: ''Annuaire ARB'', jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 75.</ref> Hij begon zijn carrière als assistent aan de Faculteit Geneeskunde aan de [[ULB]]. In 1892 vroeg [[Errera, Leo (1858-1905) | Leo Errera]] hem om diens assistent te worden aan het Institut Botanique aan de ULB.<ref> Stockmans, François, "Jean Massart", in: ''Florilège des sciences en Belgique'', 1968, p. 708.</ref> Hij assisteerde [[Errera, Leo (1858-1905) | Leo Errera]] in de praktische oefeningen en in de begeleiding van de aanwezige onderzoekers.<ref> Stockmans, François, "Jean Massart", in: ''Florilège des sciences en Belgique'', 1968, p. 709.</ref> Hij bleef deze functie drie jaar lang uitoefenen. Nadien was hij twee jaar repetitor.<ref> Stockmans, François, [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFBiographieNationaleTome2096.pdf#page=290 "Jean Massart"], In: ''Biographie Nationale'', vol. 38, kol. 562.</ref><br/>
+
De onverwacht vroege dood van zijn vader dwong de kersverse student echter zijn studies te staken en de familiezaak over te nemen. Zijn uitlaatklep in deze periode was een zelf ingericht huislaboratoriumpje, waar hij microscopische observaties en kleine experimenten uitvoerde. Na enkele jaren aan het hoofd van het familiebedrijf besliste Massart in 1884, op aanraden van een familievriend om toch zijn studies terug op te nemen. Hij bleef ondertussen ook actief in het familiebedrijf. In 1887 promoveerde hij tot doctor in de natuurwetenschappen met specialisatie plantkunde.  
In juli en augustus 1897 trok hij samen met [[Lameere, Auguste (1865-1942) | Auguste Lameere]] door de Walliser Alpen. Hij schreef samen met Lameere hierover: ''La dissémination des plantes alpines''.<ref> Marcal, E., [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/MASSARTJeanARB_19278750.pdf "Jean Massart"], In: ''Annuaire ARB'', jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 90.</ref> <br/>
+
 
In 1897 werd hij gepromoveerd tot hoogleraar aan de [[ULB]]. In 1898 reisde hij samen met [[Lameere, Auguste (1865-1942) | Auguste Lameere]] naar de Sahara. Zijn klimatologische en geobotanische observaties schreef hij neer in: ''Un voyage botanique au Sahara''.<ref> Marcal, E., [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/MASSARTJeanARB_19278750.pdf "Jean Massart"], In: ''Annuaire ARB'', jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 91.</ref> <br/>
 
Hij wilde echter zijn wetenschappelijke horizon verder verruimen en ging als arts aan boord van een schip dat islamitische pelgrims van Djeddah naar Indonesië terugbracht. Op Java ging hij op zoek naar planten; de specimens die hij verzamelde, verrijkten de verzamelingen van de [[Nationale plantentuin van België – Jardin botanique national de Belgique|Rijksplantentuin]] en van het botanisch instituut van de Brusselse universiteit. <ref> Poncelet, Marc & Nicolaï, Henri & Delhal, Jacques & Symoens, Jean-Jacques, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0044.php "De overzeese wetenschappen"], In:{{Halleux 2}}, p. 263.</ref><br/>
 
Doordat de financiële middelen van de ULB echter zeer beperkt waren, werd hij in 1902 benoemd tot conservator aan de [[Nationale plantentuin van België – Jardin botanique national de Belgique|Rijksplantentuin]]. Hij was hier ook verantwoordelijk voor de buitentuinen, de koude serres en de orangerie. Daarnaast hield hij zich ook bezig met het oprichten van onderzoeksstations in België, onder meer in Francorchamps en te Koksijde. Hier werden verschillende plantensoorten bestudeerd en vergeleken. In 1905 bij het overlijden van [[Errera, Leo (1858-1905) | Leo Errera]] nam Massart de cursussen van Errera over en werd eveneens directeur van het Botanisch Instituut aan de ULB. Hij nam ontslag uit zijn functies aan de Rijksplantentuin.<ref> Stockmans, François, "Jean Massart", in: ''Florilège des sciences en Belgique'', 1968, p. 709.</ref><br/>
 
In 1912 pleitte hij in ''Pour la protection de la nature'', verschenen naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de [[Société royale de botanique de Belgique]], als één van de eersten voor de vestiging van natuurreservaten in de verschillende regio's van het land.<ref> Lawalrée, André, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0022.php "De plantkunde"], In: {{Halleux 2}}, p. 250.</ref><br/>
 
Tijdens de Eerste Wereldoorlog werkte hij mee aan de Belgische clandestiene pers en schreef verschillende pamfletten waaronder : ''Comment les Belges résistent à la domination allemande'' en ''Le chiffon de papier''.<ref> Marcal, E., [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/MASSARTJeanARB_19278750.pdf "Jean Massart"], In: ''Annuaire ARB'', jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 113.</ref> Begin juli 1915 kwam hij in moeilijkheden met de Duitse bezetter. Hij vluchtte via Nederland naar Frankrijk, waar hij zich vestigde in Antibes. Hij was werkzaam aan het laboratorium van Poirault.<ref> Stockmans, François, "Jean Massart", in: ''Florilège des sciences en Belgique'', 1968, p. 710.</ref> Hij doceerde ook cursussen aan het Parijse Museum voor Natuurhistorie.<ref> Stockmans, François, [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFBiographieNationaleTome2096.pdf#page=290 "Jean Massart"], In:''Biographie Nationale'', vol. 38, kol. 565.</ref><br/>
 
Na de wapenstilstand keerde hij terug naar de [[ULB]], waar hij zich wijdde aan het onderzoek voor de heraanplanting van het zwaargetroffen gebied rond de Ijzer. Hij installeerde hiervoor een laboratorium in Nieuwpoort.<ref> Stockmans, François, "Jean Massart", in: ''Florilège des sciences en Belgique'', 1968, p. 710.</ref> <br/>
 
Daarnaast richtte hij voor de ULB een experimentele tuin op te Oudergem in het bos van Soignes. Deze tuin was niet afgewerkt op het moment van zijn overlijden, maar kreeg toch de naam ''Jardin botanique expérimental Jean Massart''.<ref> Stockmans, François, [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFBiographieNationaleTome2096.pdf#page=290 "Jean Massart"], In: ''Biographie Nationale'', vol. 38, kol. 566.</ref><br/>
 
Vanaf 1919 ijverde hij ook voor de oprichting van een biologisch instituut in Congo.<br/>
 
In 1922 reisde hij samen met andere wetenschappers naar Brazilië om onder meer botanisch materiaal te verzamelen. De resultaten van deze reis werden gepubliceerd in: ''Une mission biologique au Brésil''. In 1924 na zijn terugkeer uit Brazilië ging hij in op de uitnodiging van Amerikaanse universiteiten om door Amerika te reizen en verschillende wetenschappers te ontmoeten. Bij zijn terugkeer uit Amerika, werd hij ernstig ziek en overleed te Houx op 16 augustus 1925.<ref> Stockmans, François, "Jean Massart", in: ''Florilège des sciences en Belgique'', 1968, p. 711.</ref><br/>
 
Hij werd op 4 juni 1904 verkozen tot corresponderend lid van de [[Académie royale des sciences des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique - Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten|Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique ]] en tot effectief lid op 10 juni 1911.<br/>
 
Hij maakte daarnaast deel uit van de administratieve raad van de ''Société de vulgarisation: Les Naturalistes Belge''.<ref> Stockmans, François, "Jean Massart", in: ''Florilège des sciences en Belgique'', 1968, p. 721.</ref><br/>
 
 
<br/>
 
<br/>
 +
'''Vooroorlogse carrière: hoogleraar, conservator en ontdekkingsreiziger'''<br/>
 +
Na het behalen van zijn doctoraat vatte Massart onmiddellijk een nieuwe opleiding aan, dit keer aan de Geneeskundefaculteit. Zijn tweede doctoraatstitel volgde in 1891. Hierna ging hij gedurende één jaar als assistent aan de geneeskundefaculteit aan de slag. In 1892 vroeg hoogleraar [[Errera, Leo (1858-1905) | Leo Errera]] hem om hem bij zijn onderzoek en onderwijs te assisteren. In Errera's [[Institut Botanique]] stond Massart drie jaar lang in voor de praktische oefeningen en de begeleiding van onderzoekers.  Hierna was hij nog twee jaar repetitor. In 1897 bevorderde het Brussels universiteitsbestuur Massart tot hoogleraar.
 +
 +
<br/>[[File:Massart reisroute Sahara.jpg|250px|left|Bron: Brussel, Archives de l'Université libre de Bruxelles, in: Halleux, R. (e.a) (red.), ''Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000'', volume 2, Brussel, 2001]] Vanaf het begin van zijn carrière was Massarts botanisch onderzoek toegespitst op plantengeografie. In tegenstelling tot het onderzoek naar de Belgische flora stond deze studie van de geografische verspreiding van gewassen, de samenstelling en de definiëring van de verschillende Belgische florale regio's (vegetaties) nog in een beginstadium. Massart verkoos bovendien de vrije natuur boven de goed  uitgeruste laboratoria van het Institut Botanique als site van onderzoek en studie. De jonge vorser behoorde daarmee tot een nieuw soort natuurwetenschappers die, nu opnieuw, stelden dat biologische laboratoriumstudie zonder veldwerk niet compleet kon zijn.<ref>Robert Kohler, ''Landscapes and labscapes. Exploring the lab-field border in biology'', Chicago, 2002, 23-59.</ref> Massart hechtte ook in zijn onderwijs belang aan veldwerk. Om de twee weken ondernam hij met zijn studenten - onder wie [[Wéry (Schouteden), Josephine (1879-1954)|Josephine Wéry]] - een verzamelexpeditie in een bepaalde regio van het land.<ref>[[ Wéry (Schouteden), Josephine (1879-1954)|Wéry]] bundelde hun observaties in het verslag ''Excursions scientifiques (Géographie, géologie, botanique et zoologie) organisées par l'extension de l'Université libre de Bruxelles et dirigées par M. le professeur Jean Massart'', Brussel, 1908 en 1913.</ref> Het laboratorium werd door Massart n&aacute;&aacute;r het veld gebracht: samen met zijn oud-studiegenoot en collega [[Lameere, Auguste Alfred Lucien Gaston (1864-1942) | Auguste Lameere]] stelde hij een mobiele laboratoriumkit voor de universiteit samen, waarmee zij het hele land doorkruisten. Ook het fototoestel vormde een belangrijk instrument bij hun onderzoek.
 +
 +
<br/>Lameere was ook Massarts voornaamste bondgenoot bij excursies buiten de landsgrenzen. In de zomer van 1897 trokken de twee wetenschappers door de Zwitserse Walliser Alpen. Hun bevindingen over de plaatselijke fauna en flora bundelden ze in ''La dissémination des plantes alpines'' (1898). Een reis naar de Sahara, opnieuw in het gezelschap van Lameere, volgde in 1898. Zijn klimatologische en biogegografische observaties schreef Massart neer in ''Un voyage botanique du Sahara'' (1898). Omdat hij zijn wetenschappelijke horizon verder wilde verruimen, scheepte de jonge hoogleraar vervolgens in als arts aan boord van een schip dat islamitische pelgrims van Djeddah naar Indonesië terugbracht. Hij pende zijn verslag neer in ''Medecin pour hadji'' (1896). Op Java verbleef hij enige tijd aan het laboratorium van Buitenzorg en ondernam hij een botanische verzamelexpeditie. De rijke oogst aan plantenstalen droeg hij over aan de [[Nationale plantentuin van België – Jardin botanique national de Belgique|Rijksplantentuin]] en het Botanisch Instituut van de Brusselse universiteit. <ref> Poncelet, Marc & Nicolaï, Henri & Delhal, Jacques & Symoens, Jean-Jacques, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0044.php "De overzeese wetenschappen"], In:{{Halleux 2}}, p. 263.</ref> Massart zou zijn leven lang blijven reizen. Nog in 1922 trok hij samen met [[Bouillenne, Raymond Léon Eugène (1897-1972) |Raymond Bouillenne]], [[Brien, Paul Louis Philippe (1894-1975) |Paul Brien]], [[Paul Vincent Désiré Ledoux|Paul Vincent Ledoux]] en [[Albert Edouard Navez]] naar Brazilië om onder meer botanisch materiaal te verzamelen. De resultaten van deze reis werden gepubliceerd in: ''Une mission biologique au Brésil'' (1929). Onmiddellijk daarna ging hij in op de uitnodiging van Amerikaanse universiteiten om door de Verenigde Staten te reizen en verschillende wetenschappers te ontmoeten.
 +
 +
<br/>Doordat de financiële middelen van de [[Universiteit van Brussel|Brusselse universiteit]] zeer beperkt waren, nam Massart vanaf 1902 naast zijn hoogleraarschap ook de functie van conservator aan de [[Nationale plantentuin van België – Jardin botanique national de Belgique|Rijksplantentuin]] op. Hij was er verantwoordelijk voor de buitentuinen, de koude serres en de orangerie. Daarnaast richtte hij een aantal onderzoeksstations in België op, onder meer in Francorchamps en Koksijde. Hier werden lokale plantensoorten bestudeerd en vergeleken. Ook dit was een manier om het laboratorium naar het veld te brengen. In 1905, bij het overlijden van [[Errera, Leo (1858-1905) |Errera]] nam Massart diens cursussen over. Hij werd eveneens tot directeur van het Botanisch Instituut aangesteld. De werklast noodzaakte hem zijn tweede functie, in de Plantentuin, op te zeggen.
  
===Werken===
 
Hij en [[Errera, Leo (1858-1905) | Leo Errera]] onderstreepten het belang van mutaties in het evolutionaire mechanisme. In de tweede editie van ''Une leçon élémentaire sur le Darwinisme'' werden de onderzoeksresultaten van de Nederlandse botanicus Hugo De Vries opgenomen.<ref> Tentoonstellingsbrochure, "De evolutietheorie van Darwin, de sensatie van de 19de eeuw", [http://www.astrolabium.be/IMG/pdf/brochure_Nedl_03112009.pdf "Darwin in de collecties van de Koninklijke Bibliotheek"], georganiseerd door het Nationaal Centrum voor de geschiedenis van de Wetenschap, p. 19.</ref><br/>
 
Hij deed onderzoek naar de doorstroming van witte bloedlichaampjes doorheen de bloedvaatwanden.<ref> Halleux, Robert, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0025.php "Naar de kern van het leven: de biologie"], In: {{Halleux 1}}, p. 298.</ref><br/>
 
Hij bestudeerde vooral de vegetatie van België. Samen met Charles Bommer (1866-1938) publiceerde hij ''Les aspects de la végétation en Belgique'' (1908 en 1912).<ref> Lawalrée, André, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0022.php "De plantkunde"], In: {{Halleux 2}}, p. 250.</ref><br/>
 
In het begin van zijn carrière lag de nadruk vooral op de fysiologie en de pathologie. Wanneer hij ging werken voor het Botanische Instituut aan de ULB richtte hij zich vooral op de plantkunde.<br/>
 
Aan de [[Rijksplantentuin]] publiceerde hij onder meer: ''Notice sur la serre des plantes grasses au Jardin botanique de l'Etat''.<ref> Stockmans, François, [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFBiographieNationaleTome2096.pdf#page=290 "Jean Massart"], In: ''Biographie Nationale'', vol. 38, kol. 563.</ref><br/>
 
Hij bracht de verschillende regio's van België systematisch in kaart en publiceerde hierover al in 1893 een bijdrage: ''Biologie de la végétation du littoral belge''.<ref> Marcal, E., [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/MASSARTJeanARB_19278750.pdf "Jean Massart"], In:''Annuaire ARB'', jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 87.</ref><br/>
 
In 1910 publiceerde hij naar aanleiding van het 3de Internationaal Botanisch Congres een belangrijk synthesewerk namelijk: ''Esquisse de la Géographie botanique de la Belgique''. Hij beschreef hierin de verdeling van de vegetatie in ons land in functie van factoren zoals milieu, bodem en klimaat.<ref> Marcal, E., [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/MASSARTJeanARB_19278750.pdf "Jean Massart"], In: ''Annuaire ARB'', jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 103.</ref><br/>
 
Zijn onderzoek was voornamelijk gebaseerd op observatie ter plaatse. Hij werkte zelden in een laboratorium.<ref> Stockmans, François, [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFBiographieNationaleTome2096.pdf#page=290 "Jean Massart"], In:''Biographie Nationale'', vol. 38, kol. 564.</ref><br/>
 
Hij schreef ook over zijn onderzoek naar de herkolonisatie van het verwoeste gebied rond de Ijzer. In 1922 verscheen het resultaat van al zijn observaties in dit gebied : ''La Biologie des Inondations de l'Yser.<ref> Marcal, E., [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/MASSARTJeanARB_19278750.pdf "Jean Massart"], In: ''Annuaire ARB'', jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 119.</ref><br/>
 
 
<br/>
 
<br/>
'''Wetenschapssociologie'''<br/>
+
'''Eerste Wereldoorlog: verzet en vlucht'''<br/>
Jean Massart en Emile Vandervelde (1866-1938) deden onderzoek naar "organisch" en "sociaal" parasitisme.<ref> Wils, Kaat, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0026.php "De sociologie""], in {{Halleux 1}}, p. 313.</ref>
+
Tijdens de Eerste Wereldoorlog staakte Massart zijn wetenschappelijk werk, omdat hij, zo vond hij, niet afzijdig kon blijven. Zijn bittere verontwaardiging over de bezetting werd nog versterkt toen Duitse collega-wetenschappers in oktober 1914 hun manifest ''Aufruf an die Kulturwelt'' publiceerden. Massart begon met het aanleggen van een omvangrijke collectie van Duitse documenten en propagandateksten die de leugenachtigheid en de wreedheid van de bezetter moesten bewijzen. Begin juli 1915 kwam hij daardoor in moeilijkheden. Hij vluchtte en slaagde erin om met valse papieren zichzelf, zijn echtgenote, kinderen en zijn bronnenverzameling het land uit te krijgen, naar Nederland. Via Engeland kwam het gezin ten slotte in Frankrijk terecht, waar het zich vestigde in Antibes. Gedurende die periode werkte Massart aan het laboratorium van de agronoom Georges Poirault. Hij bestudeerde er vooral de  seizoensverschillen en hun invloed op de flora van de Cote d’Azur en België, in het bijzonder op ontkiemingen. Hij doceerde ook cursussen aan het Parijse Museum voor Natuurhistorie en gaf gratis les als leraar Engels aan het plaatselijk college. Ook werkte hij mee aan de Belgische clandestiene pers. Hij schreef verschillende pamfletten waaronder: [http://gallica.bnf.fr/ark:/12148/bpt6k372325b  ''Comment les Belges résistent à la domination allemande''] (1916) en [http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/803/921/BIB-V-001586-03_2009_0001_AC.pdf  ''Le chiffon de papier''] (1917). Ondertussen stond de woning van het gezin doorlopend open voor frontverpleegsters die op adem wilden komen.
Hij schreef in 1897 samen met twee andere Brusselse wetenschappers Jean Demoor (1867-1941) en Vandervelde verder over dit onderwerp:: ''L'evolution régressive en biologie et en sociologie''. Het boek was een poging om biologische wetten op de maatschappelijke evolutie toe te passen. Hun stelling was dat de "samenleving een organisme is en het organisme was een cellenstaat".<ref> VANPAEMEL, Geert, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0023.htm "De darwinistische revolutie"], in {{Halleux 1}}, p. 266. </ref><br/>
+
 
 +
<br/>Na de wapenstilstand keerde Massart terug naar de [[Universiteit van Brussel]], en hernam zijn botanische observaties. In het bijzonder [[Strijd der soorten. Massart en het herstel van de IJzervlakte|bestudeerde hij het fascinerende herstel van de natuur in het zwaargetroffen gebied rond de IJzer]], waar hij de ''struggle for life'' in al zijn heftigheid meende te zien voltrekken. De bioloog installeerde hiervoor een laboratorium in Nieuwpoort. Het resultaat van zijn opzoekingen en observaties bundelde hij in de publicatie ''La Biologie des Inondations de l'Yser et la flore des ruines de Nieuport'' (1920). Daarnaast richtte hij voor de ULB een experimentele tuin op in Oudergem in het Zoniënwoud. Deze tuin, die de naam 'Jardin botanique expérimental Jean Massart' kreeg, was op het moment van zijn overlijden onafgewerkt. De tuin bestaat vandaag nog steeds.  
 +
 
 +
<br/>Massart werd op 4 juni 1904 verkozen tot corresponderend lid van de [[Académie royale des sciences des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique - Koninklijke Vlaamse Academie van België voor wetenschappen en kunsten|Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique]] en tot effectief lid op 10 juni 1911. In 1925 werd hij tot bestuurder van de Klasse Wetenschappen verkozen. Hij maakte daarnaast deel uit van de administratieve raad van het genootschap [[Les Naturalistes belges]]. Ook was hij lid en een tijdlang voorzitter van de [[Société royale de botanique de Belgique]]. Hij was laureaat van de [[Tienjaarlijkse prijs van de Belgische Regering voor Plantkundige Wetenschappen]] voor de periode 1899-1908.
 +
 
 
<br/>
 
<br/>
'''Cursussen'''<br/>
+
'''Natuurengagement'''<br/>
Tussen 1922 en 1924 publiceerde hij ''Eléments de Biologie Générale et de Botanique'', een geïllustreerde synthese van zijn cursussen die hij doceerde in de voorbereidende kandidaturen geneeskunde en natuurkunde.<br/>
+
Het was wellicht onder invloed van zijn intense biogeografisch onderzoek en zijn focus op veldwerk dat Massart een bijzonder natuurengagement ontwikkelde. Al in de jaren 1890 pleitte hij voor de bescherming van de natuur. België behoorde op dit moment tot de meest geïndustrialiseerde en verstedelijkte landen van de wereld. Groene ruimte stond er steeds meer onder druk. Kritiek op deze nefaste ontwikkelingen kwam er vooral vanuit artistieke  en literair intellectuele hoek. Vertegenwoordigers van deze groepen aagden er soms in via lokale volksvertegenwoordigers een bepaalde klacht het parlementair halfrond binnen te loodsen. In de vroege twintigste eeuw  betraden ook steeds meer Belgische biologen, waaronder [[Bommer, Charles (1866-1938) |Charles Bommer]] en [[Frédéricq, Léon (1851-1935)| Léon Frédéricq]],  het debat, zij met een eigen, wetenschappelijk pleidooi. Hierbij wezen zij vooral op het cruciale belang van ongerepte natuur voor hun onderzoek. Zonder dit was kennisverwerving onmogelijk, zo luidde het.
 +
 
 +
<br/>Massart was dus niet de enige die in deze periode een lans brak voor de natuur. Wel was hij de eerste die een concreet en realistisch programma voor natuurbescherming in België uittekende, dat bovendien het lokale niveau oversteeg. De oprichting van verschillende soorten natuurreservaten in  diverse regio's van het land was daarbij Massarts opmerkelijkste eis. Hij werd daarbij geïnspireerd door de campagnes voor de oprichting van nationale parken in andere landen, zoals de Verenigde Staten  in de jaren 1870. In zijn rijk geïllustreerde  [http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/707/098/BIB-116L027_2009_0001_AC.pdf  ''Pour la protection de la nature''] (1912) lichtte de wetenschapper-activist onder meer dit voorstel toe. <ref> Lawalrée, André, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0022.php "De plantkunde"], in: {{Halleux 2}}, 250.</ref> Naar aanleiding van deze publicatie riep Massart in een lezing voor de Klasse Wetenschappen Academie zijn collega's op om de teloorgang van natuurgebied voor onderzoek aan te klagen. In 1912 stichtte hij bovendienn de [[Ligue belge pour la protection de la nature]], waartoe onder andere ook zijn vriend [[Lameere, Auguste Alfred Lucien Gaston (1864-1942) | Lameere]], [[Hector Leboucq]] en [[Frédéricq, Léon (1851-1935)| Frédéricq]] toetraden. Massart leverde ook later belangrijke bijdragen aan de Belgische en internationale natuurbescherming. Zo zetelde hij vanaf 1912 een tijdlang in de afdelingen Landschappen van de Koninklijke Commissie voor de Monumenten.<ref>Raf de Bont en Rajesh Heynickx, "Landscapes of nostalgia: Biologists and Literary Intellectuals Protecting Belgium's 'Wilderness'", in: ''Environment and History'', 18 (2012), nr. 2 , 237-260.</ref> In 1921 lanceerde de ecologist ''avant la lettre'' nog een grootschalige oproep aan leden van de Touring Club de Belgique en de [[Société royale de botanique de Belgique]] om aan de Commissie voor Monumenten voorstellen voor te creëren natuurreservaten te doen. Ondanks herhaaldelijke oproepen kwam een eerste natuurreservaat in België er pas in 1957.
 +
 
 
<br/>
 
<br/>
'''Educatieve publicaties'''<br/>
+
 
Hij publiceerde ook het werk ''Un jardin botanique pour les écoles moyennes'', waarin hij het belang verdedigde van het aanleggen van een botanische tuin in scholen. Hij beschreef de meest essentiële planten voor zo'n botanische tuin.<ref> Marcal, E., [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/MASSARTJeanARB_19278750.pdf "Jean Massart"], In: ''Annuaire ARB'', jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 97.</ref><br/>
+
===Werken===
 +
Massart heeft heel wat publicaties over uiteenlopende onderwerpen op zijn naam staan. In het begin van zijn carrière lag de nadruk daarbij vooral op fysiologie en de pathologie. Massart deed onder meer onderzoek naar de doorstroming van witte bloedlichaampjes doorheen de bloedvaatwanden.<ref> Halleux, Robert, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0025.php "Naar de kern van het leven: de biologie"], in: {{Halleux 1}}, p. 298.</ref> Nadat hij in het Botanische Instituut van de Universiteit van Brussel aan de slag was gegaan, heroriënteerd Massart zich naar plantkunde. Samen met [[Errera, Leo (1858-1905) |Errera]] onderstreepte Massart het belang van mutaties in het evolutionaire mechanisme.<ref> Tentoonstellingsbrochure, "De evolutietheorie van Darwin, de sensatie van de 19de eeuw", [http://www.astrolabium.be/IMG/pdf/brochure_Nedl_03112009.pdf "Darwin in de collecties van de Koninklijke Bibliotheek"], georganiseerd door het Nationaal Centrum voor de geschiedenis van de Wetenschap, 19.</ref>
 +
 
 +
<br/>In Massarts botanisch onderzoek stond het systematisch in kaart brengen van de Belgische vegetatie centraal. Samen met zijn plantentuincollega [[Bommer, Charles (1866-1938)| Bommer]] publiceerde hij het tweedelige ''Les aspects de la végétation en Belgique'' (1908 en 1912), een werk tal van foto’s en platen op groot formaat bevatte.<ref> Deel 1 is online raadpleegbaar via [http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/891/761/RUG01-000891761_2009_0001_AC.pdf Lib.Ugent]. Lawalrée, André, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0022.php "De plantkunde"], in: {{Halleux 2}}, 250.</ref> Het waren vooral de kuststreken en alluviale vlakten die Massarts wetenschappelijke belangstelling wekten. Hij publiceerde hierover al in 1893 de bijdrage ''Biologie de la végétation du littoral belge''. In 1910 ten slotte liet Massart, naar aanleiding van het Derde Internationaal Botanisch Congres zijn synthesewerk ''Esquisse de la Géographie botanique de la Belgique'' verschijnen. Hij beschreef hierin de verdeling van de vegetatie in ons land in functie van factoren zoals milieu, bodem en klimaat.
 +
 
 +
<br/>Aan de [[Nationale plantentuin van België – Jardin botanique national de Belgique|Rijksplantentuin]] verscheen van zijn hand onder meer: ''Notice sur la serre des plantes grasses au Jardin botanique de l'Etat''.
 +
 
 +
<br/>'''Wetenschapssociologie'''<br/>
 +
Samen met de socialistische politicus Emile Vandervelde deed Massart onderzoek naar "organisch" en "sociaal" parasitisme.<ref> Wils, Kaat, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0026.php "De sociologie"], in {{Halleux 1}}, 313.</ref> Hij schreef in 1897 samen met [[Demoor, Jean Henri (1867-1941)|Jean Demoor]] en Vandervelde verder over dit onderwerp: ''L'evolution régressive en biologie et en sociologie''. Het boek was een poging om biologische wetten op de maatschappelijke evolutie toe te passen. Hun stelling was dat de samenleving een organisme is en het organisme een cellenstaat.<ref> VANPAEMEL, Geert, [http://www.dbnl.org/tekst/hall014gesc02_01/hall014gesc02_01_0023.htm "De darwinistische revolutie"], in {{Halleux 1}}, 266. </ref>
 +
 
 +
<br/>'''Natuurbescherming'''<br/>
 +
[[File:Massart Protection gedraaid.jpg|230px|left|Kaft, ontworpen door Louise Héger van ''Pour la protection de la nature'']]
 +
Massart was (één van de) eerste Belgische wetenschapper(s) die vanaf het midden van de jaren 1890 voor natuurbescherming pleitte. In 1895-6 deed hij dit in een notitie over de Javaanse wouden.<ref>"Notes javanaises: protection des fôrets", in: ''Revue de l'Université de Bruxelles'', 1 (1895-1896), 257-263.</ref> In 1912 volgde zijn [http://lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/000/707/098/BIB-116L027_2009_0001_AC.pdf  “Protection de la nature”], uitgegeven naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de [[Société royale de botanique de Belgique]], waarin hij zich onder meer voor de oprichting van natuurreservaten uitsprak. In het werk lijstte Massart, op basis van het wetenschappelijk onderzoek naar vegetaties dat hij doorheen de jaren had verricht, 75 natuursites op die  volgens hem beschermd moesten worden. Daarbij besteedde hij niet alleen aandacht aan botanisch waardevolle sites, maar ook aan zoölogisch, geografisch, geologisch en archeologisch unieke of representatieve gebieden. De vele pittoreske of monumentale landschapsfoto’s in het werk laten nochtans zien dat voor de auteur naast wetenschappelijke argumenten ook esthetische genoegens een rol speelden in zijn pleidooi. De natuur was een levend monument, én bovendien een getuige van het verleden.<ref>Voor een bespreking van deze mengeling van esthetische, historisch-archivalische en wetenschappelijke motieven bij wetenschappelijke natuuractivisten zie Raf de Bont en Rajesh Heynickx, "Landscapes of nostalgia”, 247-253. </ref> Verder stelde Massart in zijn publicatie ook een aantal eenvoudige maatregelen voor, zoals een verbod op het snijden van plaggen voor verbranding, de beperking van het droogleggen van moerassige gronden en het strafbaar maken van de uitroeiing van bedreigde diersoorten zoals de raaf. Massarts boek werd in de daaropvolgende decennia een referentiepunt voor de Belgische “natuuractivistische” wetenschappers. 
 +
<br clear= "all">
 +
 
 +
<br/>'''Cursussen'''<br/>
 +
Tussen 1922 en 1924 publiceerde Massart ''Eléments de Biologie Générale et de Botanique'', een geïllustreerde synthese van zijn cursussen die hij doceerde in de voorbereidende kandidaturen geneeskunde en natuurkunde.
 +
 
 +
<br/>'''Educatieve publicaties'''<br/>
 +
De hoogleraar publiceerde ook het werk ''Un jardin botanique pour les écoles moyennes'', waarin hij het belang verdedigde van het aanleggen van een botanische tuin in scholen. Hij beschreef de meest essentiële planten voor zo'n botanische tuin.
 +
 
 
<br/>
 
<br/>
  
 
===Publicaties===
 
===Publicaties===
* lijst met publicaties in: Marcal, E., [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/MASSARTJeanARB_19278750.pdf "Jean Massart"], In: ''Annuaire ARB'', jaargang 1927, Brussel: ARB, p. 141-158.<br/>
+
* Lijst met publicaties in: Marchal, E., [http://www.academieroyale.be/academie/documents/MASSARTJeanARB_19278750.pdf "Jean Massart"], in: ''Annuaire ARB'', 141-158.
 +
 
 +
<br/>Een groot aantal publicaties van Massart en ook een aantal brieven zijn via [http://lib.ugent.be/nl/catalog?q=%22Jean+Massart%22&search_field=author de catalogus Lib.Ugent] online raadpleegbaar gemaakt (geraadpleegd 30/06/2015).
 +
 
 
<br/>
 
<br/>
 +
 
===Bibliografie===
 
===Bibliografie===
* Marcal, E., [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/MASSARTJeanARB_19278750.pdf "Jean Massart"], In: ''Annuaire ARB'', jaargang 1927, Brussel: ARB, 69-140.
+
*Etterbeek, ''Burgerlijke stand'', Geb., Afk., Huw., Ovl. 1861-1865, akte 39, gedigitaliseerd op [https://zoekakten.nl/snelz.php?id=MjEwMDV8TTk3NS1YN1h8MDA0Mzg4NjUyfDAwNTkyfDU5MnwxfDY1N3xCUnxFdHRlcmJlZWt8R2ViLiwgQWZrLiwgSHV3LiwgT3ZsLiAxODYxLTE4NjV8LTU5 ''Zoekakten.nl''], geraadpleegd op 16/01/2018 (met dank aan H. Bovens).
* Stockmans, François, [http://www2.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFBiographieNationaleTome2096.pdf#page=290 "Jean Massart"], In: ''Biographie Nationale'', vol. 38, kol. 561-569.   
+
*[https://hetarchief.be/nl/pid/k93125tq83/2 "Le patriotisme d'un savant belge"], in: '' Le Belge indépendant'', s.n. 1919, 25 januari, geraadpleegd op 7/08/2018.
* Stockmans, François, "Jean Massart", in: ''Florilège des sciences en Belgique'', 1968, p. 705-726.<br/>
+
*Brussel, ''Burgerlijke stand'', Huwelijken jan-maart, jul... Geboorten jan-maart 1898, akte  2063, gedigitaliseerd op [https://www.familysearch.org/ark:/61903/3:1:S3HT-D8Q3-DQ7?i=413&cc=1482191 ''Familysearch.org''], geraadpleegd op 16/01/2018 (met dank aan H. Bovens).
 +
* Marchal, E., [http://www.academieroyale.be/academie/documents/MASSARTJeanARB_19278750.pdf "Jean Massart"], in: ''Annuaire ARB'', 1927, Brussel, 69-140.
 +
*Marchal, E., "Jean Massart 1865-1925", in: ''Bulletin de la Société Royale de Botanique de Belgique'', 59 (1926), nr. 1, 7-10.
 +
* Stockmans, François, [http://www.academieroyale.be/academie/documents/FichierPDFBiographieNationaleTome2096.pdf#page=290 "Jean Massart"], in: ''Biographie Nationale'', vol. 38, 561-569.   
 +
* Stockmans, François, "Jean Massart", in: ''Florilège des sciences en Belgique'', 1968, 705-726.<br/>
 +
*Raf de Bont en Rajesh Heynickx, "Landscapes of nostalgia: Biologists and Literary Intellectuals Protecting Belgium's 'Wilderness'",  in: ''Environment and History'', 18 (2012), nr. 2 , 237-260.
 +
*Denaeyer-De Smet, Simone (e.a.), [https://books.google.be/books?id=G_1lzsxAS1AC&lpg=PA1&hl=nl&pg=PA26#v=onepage&q&f=false "Jean Massart: Pionnier de la conservation de la nature en Belgique"], in: Dan Gafta en John Akeroyd (red.), ''Nature conservation: Concepts and practices'', Berlijn, 2006, 26-45.
 +
*Notteboom, Bruno, "De verborgen ideologie van Jean Massart. Vertogen over landschap en (anti)stedelijkheid in België in het begin van de twintigste eeuw", in: [https://www.uantwerpen.be/images/uantwerpen/container33800/files/2006-1_fulltext.pdf ''Tijdschrift voor stadsgeschiedenis''], 1 (2006), 51-68.
 +
*Stynen, Andreas, "Vaderlandse weelde op de kaart gezet. Belgische botanici, wetenschappelijke ijver en nationale motieven", in: ''Bijdragen en mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden'', 121 (2006), 680-710.
 +
 
 
<br/>
 
<br/>
 +
 
===Nota’s===
 
===Nota’s===
  
 
<references/>
 
<references/>

Latest revision as of 15:44, 19 February 2021

Massart jean.jpeg

Plantkundige, geboren op 7 maart 1865 in Etterbeek en overleden op 16 augustus 1925 in Houx.
Massart heette officieel 'Massar'.[1].


Biografie

Jeugd en opleiding
Massart groeide op in Etterbeek, in en rond de kleine kamerplantenkwekerij van zijn ouders. Het gezin behoorde tot de bescheiden middenklasse. De jonge Massart volgde middelbaar onderwijs aan de plaatselijke gemeenschapsschool. Via bemiddeling van één van zijn leraren kon hij echter overstappen naar een hoger jaar van de humaniora van het Sint-Michielscollege (huidig Sint-Jan Bergmanscollege). Met zijn kennis van Latijn en Grieks op zak kon hij zich nadien zonder probleem aan de Faculteit Wetenschappen van de Universiteit van Brussel inschrijven. Hij was op dit moment slechts vijftien jaar. De onverwacht vroege dood van zijn vader dwong de kersverse student echter zijn studies te staken en de familiezaak over te nemen. Zijn uitlaatklep in deze periode was een zelf ingericht huislaboratoriumpje, waar hij microscopische observaties en kleine experimenten uitvoerde. Na enkele jaren aan het hoofd van het familiebedrijf besliste Massart in 1884, op aanraden van een familievriend om toch zijn studies terug op te nemen. Hij bleef ondertussen ook actief in het familiebedrijf. In 1887 promoveerde hij tot doctor in de natuurwetenschappen met specialisatie plantkunde.


Vooroorlogse carrière: hoogleraar, conservator en ontdekkingsreiziger
Na het behalen van zijn doctoraat vatte Massart onmiddellijk een nieuwe opleiding aan, dit keer aan de Geneeskundefaculteit. Zijn tweede doctoraatstitel volgde in 1891. Hierna ging hij gedurende één jaar als assistent aan de geneeskundefaculteit aan de slag. In 1892 vroeg hoogleraar Leo Errera hem om hem bij zijn onderzoek en onderwijs te assisteren. In Errera's Institut Botanique stond Massart drie jaar lang in voor de praktische oefeningen en de begeleiding van onderzoekers. Hierna was hij nog twee jaar repetitor. In 1897 bevorderde het Brussels universiteitsbestuur Massart tot hoogleraar.


Bron: Brussel, Archives de l'Université libre de Bruxelles, in: Halleux, R. (e.a) (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, volume 2, Brussel, 2001
Vanaf het begin van zijn carrière was Massarts botanisch onderzoek toegespitst op plantengeografie. In tegenstelling tot het onderzoek naar de Belgische flora stond deze studie van de geografische verspreiding van gewassen, de samenstelling en de definiëring van de verschillende Belgische florale regio's (vegetaties) nog in een beginstadium. Massart verkoos bovendien de vrije natuur boven de goed uitgeruste laboratoria van het Institut Botanique als site van onderzoek en studie. De jonge vorser behoorde daarmee tot een nieuw soort natuurwetenschappers die, nu opnieuw, stelden dat biologische laboratoriumstudie zonder veldwerk niet compleet kon zijn.[2] Massart hechtte ook in zijn onderwijs belang aan veldwerk. Om de twee weken ondernam hij met zijn studenten - onder wie Josephine Wéry - een verzamelexpeditie in een bepaalde regio van het land.[3] Het laboratorium werd door Massart náár het veld gebracht: samen met zijn oud-studiegenoot en collega Auguste Lameere stelde hij een mobiele laboratoriumkit voor de universiteit samen, waarmee zij het hele land doorkruisten. Ook het fototoestel vormde een belangrijk instrument bij hun onderzoek.


Lameere was ook Massarts voornaamste bondgenoot bij excursies buiten de landsgrenzen. In de zomer van 1897 trokken de twee wetenschappers door de Zwitserse Walliser Alpen. Hun bevindingen over de plaatselijke fauna en flora bundelden ze in La dissémination des plantes alpines (1898). Een reis naar de Sahara, opnieuw in het gezelschap van Lameere, volgde in 1898. Zijn klimatologische en biogegografische observaties schreef Massart neer in Un voyage botanique du Sahara (1898). Omdat hij zijn wetenschappelijke horizon verder wilde verruimen, scheepte de jonge hoogleraar vervolgens in als arts aan boord van een schip dat islamitische pelgrims van Djeddah naar Indonesië terugbracht. Hij pende zijn verslag neer in Medecin pour hadji (1896). Op Java verbleef hij enige tijd aan het laboratorium van Buitenzorg en ondernam hij een botanische verzamelexpeditie. De rijke oogst aan plantenstalen droeg hij over aan de Rijksplantentuin en het Botanisch Instituut van de Brusselse universiteit. [4] Massart zou zijn leven lang blijven reizen. Nog in 1922 trok hij samen met Raymond Bouillenne, Paul Brien, Paul Vincent Ledoux en Albert Edouard Navez naar Brazilië om onder meer botanisch materiaal te verzamelen. De resultaten van deze reis werden gepubliceerd in: Une mission biologique au Brésil (1929). Onmiddellijk daarna ging hij in op de uitnodiging van Amerikaanse universiteiten om door de Verenigde Staten te reizen en verschillende wetenschappers te ontmoeten.


Doordat de financiële middelen van de Brusselse universiteit zeer beperkt waren, nam Massart vanaf 1902 naast zijn hoogleraarschap ook de functie van conservator aan de Rijksplantentuin op. Hij was er verantwoordelijk voor de buitentuinen, de koude serres en de orangerie. Daarnaast richtte hij een aantal onderzoeksstations in België op, onder meer in Francorchamps en Koksijde. Hier werden lokale plantensoorten bestudeerd en vergeleken. Ook dit was een manier om het laboratorium naar het veld te brengen. In 1905, bij het overlijden van Errera nam Massart diens cursussen over. Hij werd eveneens tot directeur van het Botanisch Instituut aangesteld. De werklast noodzaakte hem zijn tweede functie, in de Plantentuin, op te zeggen.


Eerste Wereldoorlog: verzet en vlucht
Tijdens de Eerste Wereldoorlog staakte Massart zijn wetenschappelijk werk, omdat hij, zo vond hij, niet afzijdig kon blijven. Zijn bittere verontwaardiging over de bezetting werd nog versterkt toen Duitse collega-wetenschappers in oktober 1914 hun manifest Aufruf an die Kulturwelt publiceerden. Massart begon met het aanleggen van een omvangrijke collectie van Duitse documenten en propagandateksten die de leugenachtigheid en de wreedheid van de bezetter moesten bewijzen. Begin juli 1915 kwam hij daardoor in moeilijkheden. Hij vluchtte en slaagde erin om met valse papieren zichzelf, zijn echtgenote, kinderen en zijn bronnenverzameling het land uit te krijgen, naar Nederland. Via Engeland kwam het gezin ten slotte in Frankrijk terecht, waar het zich vestigde in Antibes. Gedurende die periode werkte Massart aan het laboratorium van de agronoom Georges Poirault. Hij bestudeerde er vooral de seizoensverschillen en hun invloed op de flora van de Cote d’Azur en België, in het bijzonder op ontkiemingen. Hij doceerde ook cursussen aan het Parijse Museum voor Natuurhistorie en gaf gratis les als leraar Engels aan het plaatselijk college. Ook werkte hij mee aan de Belgische clandestiene pers. Hij schreef verschillende pamfletten waaronder: Comment les Belges résistent à la domination allemande (1916) en Le chiffon de papier (1917). Ondertussen stond de woning van het gezin doorlopend open voor frontverpleegsters die op adem wilden komen.


Na de wapenstilstand keerde Massart terug naar de Universiteit van Brussel, en hernam zijn botanische observaties. In het bijzonder bestudeerde hij het fascinerende herstel van de natuur in het zwaargetroffen gebied rond de IJzer, waar hij de struggle for life in al zijn heftigheid meende te zien voltrekken. De bioloog installeerde hiervoor een laboratorium in Nieuwpoort. Het resultaat van zijn opzoekingen en observaties bundelde hij in de publicatie La Biologie des Inondations de l'Yser et la flore des ruines de Nieuport (1920). Daarnaast richtte hij voor de ULB een experimentele tuin op in Oudergem in het Zoniënwoud. Deze tuin, die de naam 'Jardin botanique expérimental Jean Massart' kreeg, was op het moment van zijn overlijden onafgewerkt. De tuin bestaat vandaag nog steeds.


Massart werd op 4 juni 1904 verkozen tot corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique en tot effectief lid op 10 juni 1911. In 1925 werd hij tot bestuurder van de Klasse Wetenschappen verkozen. Hij maakte daarnaast deel uit van de administratieve raad van het genootschap Les Naturalistes belges. Ook was hij lid en een tijdlang voorzitter van de Société royale de botanique de Belgique. Hij was laureaat van de Tienjaarlijkse prijs van de Belgische Regering voor Plantkundige Wetenschappen voor de periode 1899-1908.


Natuurengagement
Het was wellicht onder invloed van zijn intense biogeografisch onderzoek en zijn focus op veldwerk dat Massart een bijzonder natuurengagement ontwikkelde. Al in de jaren 1890 pleitte hij voor de bescherming van de natuur. België behoorde op dit moment tot de meest geïndustrialiseerde en verstedelijkte landen van de wereld. Groene ruimte stond er steeds meer onder druk. Kritiek op deze nefaste ontwikkelingen kwam er vooral vanuit artistieke en literair intellectuele hoek. Vertegenwoordigers van deze groepen aagden er soms in via lokale volksvertegenwoordigers een bepaalde klacht het parlementair halfrond binnen te loodsen. In de vroege twintigste eeuw betraden ook steeds meer Belgische biologen, waaronder Charles Bommer en Léon Frédéricq, het debat, zij met een eigen, wetenschappelijk pleidooi. Hierbij wezen zij vooral op het cruciale belang van ongerepte natuur voor hun onderzoek. Zonder dit was kennisverwerving onmogelijk, zo luidde het.


Massart was dus niet de enige die in deze periode een lans brak voor de natuur. Wel was hij de eerste die een concreet en realistisch programma voor natuurbescherming in België uittekende, dat bovendien het lokale niveau oversteeg. De oprichting van verschillende soorten natuurreservaten in diverse regio's van het land was daarbij Massarts opmerkelijkste eis. Hij werd daarbij geïnspireerd door de campagnes voor de oprichting van nationale parken in andere landen, zoals de Verenigde Staten in de jaren 1870. In zijn rijk geïllustreerde Pour la protection de la nature (1912) lichtte de wetenschapper-activist onder meer dit voorstel toe. [5] Naar aanleiding van deze publicatie riep Massart in een lezing voor de Klasse Wetenschappen Academie zijn collega's op om de teloorgang van natuurgebied voor onderzoek aan te klagen. In 1912 stichtte hij bovendienn de Ligue belge pour la protection de la nature, waartoe onder andere ook zijn vriend Lameere, Hector Leboucq en Frédéricq toetraden. Massart leverde ook later belangrijke bijdragen aan de Belgische en internationale natuurbescherming. Zo zetelde hij vanaf 1912 een tijdlang in de afdelingen Landschappen van de Koninklijke Commissie voor de Monumenten.[6] In 1921 lanceerde de ecologist avant la lettre nog een grootschalige oproep aan leden van de Touring Club de Belgique en de Société royale de botanique de Belgique om aan de Commissie voor Monumenten voorstellen voor te creëren natuurreservaten te doen. Ondanks herhaaldelijke oproepen kwam een eerste natuurreservaat in België er pas in 1957.


Werken

Massart heeft heel wat publicaties over uiteenlopende onderwerpen op zijn naam staan. In het begin van zijn carrière lag de nadruk daarbij vooral op fysiologie en de pathologie. Massart deed onder meer onderzoek naar de doorstroming van witte bloedlichaampjes doorheen de bloedvaatwanden.[7] Nadat hij in het Botanische Instituut van de Universiteit van Brussel aan de slag was gegaan, heroriënteerd Massart zich naar plantkunde. Samen met Errera onderstreepte Massart het belang van mutaties in het evolutionaire mechanisme.[8]


In Massarts botanisch onderzoek stond het systematisch in kaart brengen van de Belgische vegetatie centraal. Samen met zijn plantentuincollega Bommer publiceerde hij het tweedelige Les aspects de la végétation en Belgique (1908 en 1912), een werk tal van foto’s en platen op groot formaat bevatte.[9] Het waren vooral de kuststreken en alluviale vlakten die Massarts wetenschappelijke belangstelling wekten. Hij publiceerde hierover al in 1893 de bijdrage Biologie de la végétation du littoral belge. In 1910 ten slotte liet Massart, naar aanleiding van het Derde Internationaal Botanisch Congres zijn synthesewerk Esquisse de la Géographie botanique de la Belgique verschijnen. Hij beschreef hierin de verdeling van de vegetatie in ons land in functie van factoren zoals milieu, bodem en klimaat.


Aan de Rijksplantentuin verscheen van zijn hand onder meer: Notice sur la serre des plantes grasses au Jardin botanique de l'Etat.


Wetenschapssociologie
Samen met de socialistische politicus Emile Vandervelde deed Massart onderzoek naar "organisch" en "sociaal" parasitisme.[10] Hij schreef in 1897 samen met Jean Demoor en Vandervelde verder over dit onderwerp: L'evolution régressive en biologie et en sociologie. Het boek was een poging om biologische wetten op de maatschappelijke evolutie toe te passen. Hun stelling was dat de samenleving een organisme is en het organisme een cellenstaat.[11]


Natuurbescherming

Kaft, ontworpen door Louise Héger van Pour la protection de la nature

Massart was (één van de) eerste Belgische wetenschapper(s) die vanaf het midden van de jaren 1890 voor natuurbescherming pleitte. In 1895-6 deed hij dit in een notitie over de Javaanse wouden.[12] In 1912 volgde zijn “Protection de la nature”, uitgegeven naar aanleiding van het vijftigjarig bestaan van de Société royale de botanique de Belgique, waarin hij zich onder meer voor de oprichting van natuurreservaten uitsprak. In het werk lijstte Massart, op basis van het wetenschappelijk onderzoek naar vegetaties dat hij doorheen de jaren had verricht, 75 natuursites op die volgens hem beschermd moesten worden. Daarbij besteedde hij niet alleen aandacht aan botanisch waardevolle sites, maar ook aan zoölogisch, geografisch, geologisch en archeologisch unieke of representatieve gebieden. De vele pittoreske of monumentale landschapsfoto’s in het werk laten nochtans zien dat voor de auteur naast wetenschappelijke argumenten ook esthetische genoegens een rol speelden in zijn pleidooi. De natuur was een levend monument, én bovendien een getuige van het verleden.[13] Verder stelde Massart in zijn publicatie ook een aantal eenvoudige maatregelen voor, zoals een verbod op het snijden van plaggen voor verbranding, de beperking van het droogleggen van moerassige gronden en het strafbaar maken van de uitroeiing van bedreigde diersoorten zoals de raaf. Massarts boek werd in de daaropvolgende decennia een referentiepunt voor de Belgische “natuuractivistische” wetenschappers.


Cursussen
Tussen 1922 en 1924 publiceerde Massart Eléments de Biologie Générale et de Botanique, een geïllustreerde synthese van zijn cursussen die hij doceerde in de voorbereidende kandidaturen geneeskunde en natuurkunde.


Educatieve publicaties
De hoogleraar publiceerde ook het werk Un jardin botanique pour les écoles moyennes, waarin hij het belang verdedigde van het aanleggen van een botanische tuin in scholen. Hij beschreef de meest essentiële planten voor zo'n botanische tuin.


Publicaties

  • Lijst met publicaties in: Marchal, E., "Jean Massart", in: Annuaire ARB, 141-158.


Een groot aantal publicaties van Massart en ook een aantal brieven zijn via de catalogus Lib.Ugent online raadpleegbaar gemaakt (geraadpleegd 30/06/2015).


Bibliografie

  • Etterbeek, Burgerlijke stand, Geb., Afk., Huw., Ovl. 1861-1865, akte 39, gedigitaliseerd op Zoekakten.nl, geraadpleegd op 16/01/2018 (met dank aan H. Bovens).
  • "Le patriotisme d'un savant belge", in: Le Belge indépendant, s.n. 1919, 25 januari, geraadpleegd op 7/08/2018.
  • Brussel, Burgerlijke stand, Huwelijken jan-maart, jul... Geboorten jan-maart 1898, akte 2063, gedigitaliseerd op Familysearch.org, geraadpleegd op 16/01/2018 (met dank aan H. Bovens).
  • Marchal, E., "Jean Massart", in: Annuaire ARB, 1927, Brussel, 69-140.
  • Marchal, E., "Jean Massart 1865-1925", in: Bulletin de la Société Royale de Botanique de Belgique, 59 (1926), nr. 1, 7-10.
  • Stockmans, François, "Jean Massart", in: Biographie Nationale, vol. 38, 561-569.
  • Stockmans, François, "Jean Massart", in: Florilège des sciences en Belgique, 1968, 705-726.
  • Raf de Bont en Rajesh Heynickx, "Landscapes of nostalgia: Biologists and Literary Intellectuals Protecting Belgium's 'Wilderness'", in: Environment and History, 18 (2012), nr. 2 , 237-260.
  • Denaeyer-De Smet, Simone (e.a.), "Jean Massart: Pionnier de la conservation de la nature en Belgique", in: Dan Gafta en John Akeroyd (red.), Nature conservation: Concepts and practices, Berlijn, 2006, 26-45.
  • Notteboom, Bruno, "De verborgen ideologie van Jean Massart. Vertogen over landschap en (anti)stedelijkheid in België in het begin van de twintigste eeuw", in: Tijdschrift voor stadsgeschiedenis, 1 (2006), 51-68.
  • Stynen, Andreas, "Vaderlandse weelde op de kaart gezet. Belgische botanici, wetenschappelijke ijver en nationale motieven", in: Bijdragen en mededelingen betreffende de Geschiedenis der Nederlanden, 121 (2006), 680-710.


Nota’s

  1. De schrijfwijze 'Massar' wordt aangehouden op zijn geboorteakte en huwelijksakte. Die laatste ondertekende hij echter zelf met 'Massart'. Ook Jean-Baptistes vader schreef 'Massar'. Met dank aan H. Bovens
  2. Robert Kohler, Landscapes and labscapes. Exploring the lab-field border in biology, Chicago, 2002, 23-59.
  3. Wéry bundelde hun observaties in het verslag Excursions scientifiques (Géographie, géologie, botanique et zoologie) organisées par l'extension de l'Université libre de Bruxelles et dirigées par M. le professeur Jean Massart, Brussel, 1908 en 1913.
  4. Poncelet, Marc & Nicolaï, Henri & Delhal, Jacques & Symoens, Jean-Jacques, "De overzeese wetenschappen", In:Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, p. 263.
  5. Lawalrée, André, "De plantkunde", in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, 250.
  6. Raf de Bont en Rajesh Heynickx, "Landscapes of nostalgia: Biologists and Literary Intellectuals Protecting Belgium's 'Wilderness'", in: Environment and History, 18 (2012), nr. 2 , 237-260.
  7. Halleux, Robert, "Naar de kern van het leven: de biologie", in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p. 298.
  8. Tentoonstellingsbrochure, "De evolutietheorie van Darwin, de sensatie van de 19de eeuw", "Darwin in de collecties van de Koninklijke Bibliotheek", georganiseerd door het Nationaal Centrum voor de geschiedenis van de Wetenschap, 19.
  9. Deel 1 is online raadpleegbaar via Lib.Ugent. Lawalrée, André, "De plantkunde", in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia, 2001, vol. 2, 250.
  10. Wils, Kaat, "De sociologie", in Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, 313.
  11. VANPAEMEL, Geert, "De darwinistische revolutie", in Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, 266.
  12. "Notes javanaises: protection des fôrets", in: Revue de l'Université de Bruxelles, 1 (1895-1896), 257-263.
  13. Voor een bespreking van deze mengeling van esthetische, historisch-archivalische en wetenschappelijke motieven bij wetenschappelijke natuuractivisten zie Raf de Bont en Rajesh Heynickx, "Landscapes of nostalgia”, 247-253.