Vanlair, Constant François (1839-1914)

From Bestor_NL
Revision as of 12:20, 24 February 2012 by Wendy (talk | contribs)
Jump to: navigation, search

Histoloog en fysioloog, geboren te Créteil op 21 januari 1839 en overleden te Luik op 23 maart 1914.

Biografie

Constant Vanlair werd geboren te Créteil in Frankrijk op 21 januari 1839. Hij was de zoon van een Belgische vader en een Franse moeder. Hij volgde middelbaar onderwijs aan het Atheneum van Namen en volgde les aan de Universiteit van Luik.
In 1857 ging hij als leerling-arts bij het medische korps van het Belgische leger. In 1862 werd hij arts en drie jaar later werd hij docent van de cursus hygiëne aan de Koninklijke Militaire School. Hij onderhield nauwe banden met Jean-Servais Stas.
Op 8 februari 1868 werd hij buitengewoon hoogleraar en doceerde pathologische anatomie en legale geneeskunde aan de Universiteit van Luik. Aan deze universiteit werkte hij nauw samen met Jean-Baptiste-Nicolas-Voltaire Masius.
Om zich verder bij te school reisde hij in 1868 naar Berlijn bij Virchow. Hij keerde terug uit Duitsland met het besef van de noodzakelijkheid van praktica bij het wetenschappelijk onderwijs.[1]
Hij, Jean-Baptiste-Nicolas-Voltaire Masius en Édouard Joseph Louis Marie Van Beneden werkten aan de Universiteit van Luik samen aan de oprichting en de organisatie van onderzoekslaboratoria en het onderwijs in de wetenschappen.[2]
In 1872 werd hij aan de Universiteit van Luik benoemd tot gewoon hoogleraar en in hetzelfde jaar werd hij belast met het onderwijs in de interne pathologie.[3]
In 1873 trouwde hij met een zus van Édouard Joseph Louis Marie Van Beneden.[4]
In 1898 werd hij toegelaten tot het emeritaat.[5]
Hij werd op 14 december 1888 corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique en effectief lid op 16 december 1889.
Hij werd in 1891 effectief lid van de Académie royale de médecine de Belgique.
In 1898 werd hij buitenlands lid van de Académie Médecine de Paris en hij was corresponderend lid van de Société médicale van Stockholm.
Hij was Commandeur in de Leopoldsorde en in het Erelegioen. Hij ontving het Burgerkruis eerste klasse en de epidemie-medaille.[6]
Hij overleed te Luik op 23 maart 1914.

Werken

Terwijl hij doceerde aan de Koninklijke Militaire School publiceerde hij een reeks van notities en analyses in Presse médicale belge en Archives belges de médecine militaire.[7]
In 1865 publiceerde hij Les Névralgies en in 1889 over de hechting van zenuwen. Beide werken werden bekroond door de Société des sciences médicales et naturelles de Bruxelles.
Hij publiceerde ook werken over pathalogische anatomie: over inwendige lymfadenopathie (1870), over microcytose (1871) en over elefantiase of olifantsziekte bij Arabieren (1872).[8] In 1871 analyseerde hij met Jean-Baptiste-Nicolas-Voltaire Masius een geval van spieratrofie.
Hij bestudeerde de fysiologie van het zenuwstelsel. Zo wijdde hij van 1882 tot 1896 een hele reeks van werken over de degeneratie en regeneratie van perifere zenuwen.[9] Zijn eerste werk hierover verscheen in Archives de Biologie.[10]
Hij ontdekte samen met Jean-Baptiste-Nicolas-Voltaire Masius de zitting en de afmetingen van de centra toegewezen aan de reflectiviteit van de ledematen van de kikker. De twee onderzoekers werkten ook aan de vasomotorische zenuwen en hun werking.[11]
Hij voltooide samen met Jean-Baptiste-Nicolas-Voltaire Masius, het fundamentele werk van Joseph Antoine Spring, gewijd aan de Symptomatologie morbide, de publicatie leverde hen de Vijfjaarlijkse prijs voor de medische wetenschappen op.[12]
Hij publiceerde ook drie edities van zijn "Cours de pathologie interne".Het bevat een overzicht van gebruikte methoden in de geneeskunde en bevatte heel wat documentatie en afbeeldingen.[13]
Aan de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique schreef hij de biografieën van Joseph Antoine Spring, Jean-Baptiste-Nicolas-Voltaire Masius en Gottlieb Gluge. Hij gaf ook een lezing over Physiologie du rire".

Wetenschapsfilosofie en vulgarisatie van de wetenschappen
Hij publiceerde tussen 1899 en 1914 een reeks van artikels over wetenschapsfilosofie en de vulgarisatie van de wetenschappen. Ze verschenen in "Revue bleue", in "Revue des deux mondes" en in "Revue de Belgique".[14]

Publicaties

  • Lijst met publicaties in: Nolf, P., "Constant Vanlair", In: Annuaire ARB, jaargang 1923, p. 139-150.


Bibliografie


Nota’s

  1. Frédéricq, Léon, "Vanlair Constant", In: Biographie Nationale, vol. 26, kol. 442.
  2. Frédéricq, Léon, "Vanlair Constant", In: Biographie Nationale, vol. 26, kol. 443.
  3. Nolf, P., "Constant Vanlair", In: Annuaire ARB, jaargang 1923, p. 126.
  4. Nolf, P., "Constant Vanlair", In: Annuaire ARB, jaargang 1923, p. 128.
  5. Frédéricq, Léon, "Vanlair Constant", In: Biographie Nationale, vol. 26, kol. 443.
  6. Nolf, P., "Constant Vanlair", In: Annuaire ARB, jaargang 1923, p. 127.
  7. Frédéricq, Léon, "Vanlair Constant", In: Biographie Nationale, vol. 26, kol. 442.
  8. Nolf, P., "Constant Vanlair", In: Annuaire ARB, jaargang 1923, p. 126.
  9. Frédéricq, Léon, "Vanlair Constant", In: Biographie Nationale, vol. 26, kol. 443.
  10. Nolf, P., "Constant Vanlair", In: Annuaire ARB, jaargang 1923, p. 127.
  11. VAN CAUWENBERGE, Henri S., "Masius, Jean, Baptiste, Nicolas, Votaire", in La Nouvelle Biographie nationale, vol. 8, p. 258.
  12. Frédéricq, Léon, "Vanlair Constant", In: Biographie Nationale, vol. 26, kol. 444.
  13. Frédéricq, Léon, "Vanlair Constant", In: Biographie Nationale, vol. 26, kol. 444.
  14. Frédéricq, Léon, "Vanlair Constant", In: Biographie Nationale, vol. 26, kol. 444.