Louis, Jean Laurent Prosper (1903-1947)

From Bestor_NL
Revision as of 15:28, 19 March 2014 by Bestor (talk | contribs) (Created page with '<div style="text-align:right;">[NL]</div> category:Wetenschapperscategory:Plantkundigencategory:Geboorte 1851-1875category:Botanische tuinen[[category: Beleidsex…')
(diff) ← Older revision | Latest revision (diff) | Newer revision → (diff)
Jump to: navigation, search
[NL]

Plantkundige, agronomisch ingenieur en hoogleraar. Geboren op 24 mei 1903 in Ath en gestorven op 12 september 1947 in Schaarbeek.


Biografie

Louis studeerde in 1926 af als landbouwingenieur aan de Rijkslandbouwschool van Gembloux. Zoals veel jonge mannen in die tijd koos hij voor de avontuurlijkheid van een koloniale carrière: hij scheepte in voor Congo. De Belgische kolonie had op dat moment grote nood aan landbouwwetenschappers om de economische exploitatie zo efficiënt mogelijk te organiseren. Louis belandde in Katanga, waar hij in opdracht van de Régie des Plantations de la Colonie de leiding van een proefboerderij kreeg. Hij was er vooral bezig met veekweek en –selectie. Hij maakte ook een studiereis doorheen het Congolees gebied, de eerste van vele. Na vijf jaar keerde hij naar zijnmoederland terug. Tijdens zijn verblijf in de kolonie bleek hij de smaak voor onderzoek te hebben opgepikt, want hij schreef zich in aan de Universiteit van Leuven om er onder leiding van Victor Grégoire in het laboratorium voor Cytologie te werken aan een doctoraat. In 1934 ontving hij de titel van doctor in de plantwetenschappen met een dissertatie over de vascularisatie van de bebladerde twijgen van de tweezaadlobbigen en de naaktzadigen. Het daaropvolgende jaar vertrok hij opnieuw naar Congo, ditmaal voor een periode van vier jaar. In opdracht van het NILCO assisteerde hij in de oprichting van een onderzoekscentrum in Yangambi. Hij nam de creatie van de afdeling voor plantkunde op zich en leidde een geheel van agrarische wetenschappelijke diensten. Hij richtte bovendien een biologisch laboratorium in en legde de basis voor een botanische tuin. Hij ondernam opnieuw een aantal studiereizen in Midden-Afrika, waarvan een hem tot aan de vulkanen van Kivu bracht. Tijdens zijn reizen oogstte hij een enorm aantal plantenspecimens, zo’n zeventienduizend in totaal. Ze vormen ook nu nog het meest belangrijke en omvattende herbarium van de regio centraal Afrika.


In 1939 keerde Louis definitief naar België terug. Zijn koloniale ambtenarencarrière kon hij onmiddellijk verzilveren in een universitaire benoeming: hij kreeg een post als assistent aan het Rijkslandbouwinstituut, maar klom daarna snel op tot docent in 1941 en ten slotte in 1944 tot gewoon hoogleraar. Hij behield deze positie tot aan zijn dood.


Louis won voor zijn fytosociologisch onderzoek de François Crépin prijs uit handen van de Société royale de botanique de Belgique. Hij was de oprichter van een centrum voor fytosociologische en ecologisch onderzoek. Verder was Louis onder meer lid van de Conseil supérieur des Forêts, van de Conseil de Surveillance van de Rijksplantentuin]], het uitvoeringscomité van de Flore de Congo en de bestuurscommissie van NILCO.


Publicaties

Louis’ publicaties zijn grotendeels gewijd aan plantenstudies. Het Koloniaal biografisch woordenboek drukt deze publicatielijst af. Het is niet duidelijk of deze lijst exhaustief is.

  • Ontogenèse du système conducteur dans la pousse feuillée des Dicotylédones et des Gymnospermes. La Cellule, 44 : 85-172 (1935).
  • Révision des espèces congolaises du genre Erythrina L. Bull. Jard. Bot. Etat Bruxelles, 13 : 295-319 (1935).
  • Aperçu floristique sommaire sur la région de Yangambi. Journées Agric. colon. Bruxelles, 1937 : 338-353 (1937).
  • L’origine botanique du Copal. Bull. Agric. Congo belge, 29 : 838-839 (1938).
  • (En coll. avec Lebrun, Jean) Premier aperçu sur les groupements végétaux en Belgique. Bull. Agron. et Stat. Rech. Gembloux, 11 : 86 pp. (1942).
  • Contribution à l’étude du genre Afrormosia au Congo belge. Bull. Jard. Bot. Etat Bruxelles, 17 : 109-116 (1943).
  • (En coll. avec Fouarge, Joseph) Essences forestières et bois du Congo belge. Public. INEAC : 1. Introduction (1943) ; 2. Afrormosia elata. 22 pp. (1943) ; 3. Guarea thompsoni, 38 pp. (1944); 4. Entadophragma palustre, 75 pp. (1947) ; 5. Guarea Laurentii, XIV + 14 pp. (1948); 6. Macrolobium dewevrei, 44 pp. (1949).
  • Rapport sur la mission d’information scientifique accomplie en Grande-Bretagne (7-23 mai 1945). Bruxelles, FNRS, 59 pp. dactylogr. (1945).
  • Contribution à l’étude des forêts équatoriales congolaises. Public. INEAC, HS, C.R. Semaine agricole Yangambi, 902-915 (1947).
  • La phytosociologie et le problème des jachères au Congo. eod. loc., pp. 916-923 (1947). — L’origine de la végétation des îles du fleuve dans la région de Yangambi. eod. loc., pp. 924-933 (1947) .
  • (En coll. avec Boutique, Raymond) Une espèce nouvelle d’Anacalosa au Congo belge. Bull. Jard. Bot. Etat Bruxelles, 18, 255-258 (1947).
  • Le Centre de Recherches écologiques et phytosociologiques de Gembloux. Ann. Gembloux, 1947, 140-144 (1947).
  • (En coll. avec Leonard, Jean) Olacaceae, Fl. Congo belge et Ruanda-Urundi, Spermatophytes, 1, 249-278 (1949) ; Opiliaceae, eod. loc., pp. 279-297 (1949) ; Octoknemaceae. eod. loc., pp. 288-293 (1949).


Bibliografie

  • Staner en Fouarge, "In memoriam le professeur Jean Louis" , in: Aannales de Gembloux, 1-10.
  • "Jean Louis" , in: Bulletin de l’institut agronomique et des stations de recherches de Gembloux, 17 (1949), I-XV.
  • Lebrun, J., "Louis, Jean”, in: Biographie Nationale, 5(1965), kol. 451-455.
  • "Louis, Jean", in Gallerij van botanisten op de website van de Nationale Plantentuin, geraadpleegd op 21/02/14.
  • Lawalrée, André, "Louis, Jean", deel 9 (2002).
  • "Jean Louis (1903-1944), ce merveilleux professeur, trop tôt disparu", in: Bull. Inform. Assoc. roy. Ingénieurs issus de la Faculté Sci. agronom. Gembloux, (2002) 30-32.