Boulenger, Georges Albert (1858-1937)
Het bekken van de Iguanodon Bernissartensis. |
Brits Belgisch ichtyoloog en plantkundige, geboren te Brussel op 19 oktober 1858 en overleden te Saint-Malo op 23 november 1937. Gaf zijn naam aan de Iguanodon Bernissartensis Boulenger.
Biografie
Georges Boulenger volgde in zijn jeugd privé-lessen. Hij studeerde in 1876 af als natuurwetenschapper aan de ULB. In hetzelfde jaar begon zijn carrière als assistent-naturalist aan het Koninklijk Natuurhistorisch Museum. Hij was hier verantwoordelijk voor de bepaling van de reptielen, amfibieën en vissen.[1]
In deze periode begon Boulenger aan het museum ook met het bestuderen van de dinosauriërs die in 1878 waren ontdekt in Bernissart. Een groot deel van de dinoskeletten waren ondertussen opgegraven en, via tussenkomst van directeur Edouard Dupont, getransporteerd naar het museum, waar ze door preparateur Louis De Pauw gemonteerd waren. Via onderzoek van het bekken kwam Boulenger tot de conclusie dat de dino in Bernissart een nieuwe, nog niet geziene soort was. Met die stelling ging hij radicaal in tegen dierkundige Pierre Van Beneden. Deze had in 1878 de vondsten in Bernissart als de al gekende soort Iguanodon mantelli geïdentificeerd. Boulenger achtte Van Benedens identificatie verkeerd en bepleitte de oprichting van een nieuwe soort. In een nota, die hij aan de Academie voor Wetenschappen verzond, zette hij zijn bewijsvoering uiteen en stelde hij de nieuwe naam 'Iguanodon Bernissartensis' voor.[2] Van Beneden, die dit beschouwde als een aanslag op zijn claim van ontdekker, ging tegen de jonge onderzoeker in het verweer. De nota van Boulenger werd op de zitting van februari 1882 wel besproken, maar nooit gepubliceerd. De zeer kritische repliek van Van Beneden, die bovendien de sessie voorzat, wel. Boulenger haalde uiteindelijk wel zijn gelijk. De iguanodons van Bernissart staan nu bekend als Iguanodon bernissartensis Boulenger.
In 1880 stelde Boulenger in opdracht van het British Museum een beschrijvende catalogus van de amfibieën in het museum op.[3] Na de publicatie van deze catalogus werd hem een positie als assistent 1ste klasse aan het British Museum aangeboden.[4] Boulenger verhuisde hierop naar Groot-Britannië. In 1902 werd hij genaturaliseerd tot Engelsman. Hij bracht zijn verdere carrière aan het British Museum door en ging op pensioen in 1919.[5] Na zijn pensioen raakte hij geïnteresseerd in rozen en de botanica in het algemeen.
In 1898 was Boulenger nauw betrokken bij de oprichting van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika-Musée royal de l'Afrique centrale.[6] Hij werd op 1 juni 1912 verkozen tot corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique . Hij was van 1921 tot 1922 voorzitter van de Société royale zoologique de Belgique - Koninklijke Belgische Vereniging voor Dierkunde en van de Société scientifique de Bruxelles. Hij was ook van 1929 tot 1937 vice-voorzitter van de Société royale de botanique de Belgique.[7] Hij was corresponderend lid van het Institut de France, lid van de Société Royale van Londen, buitenlands lid van de Academie van Zweden, Turijn, Philadelphia en New York. Hij ontving eredoctoraten van de universiteiten van Leuven, Grisson en St. Andrews. Hij was ook Officier in de Leopoldsorde.[8]
Hij overleed op vakantie in Saint-Malo (Frankrijk) op 23 november 1937.
Werken
De handgeschreven nota waarin Boulenger het bestaan van een nieuwe dinosoort bepleitte, werd nooit gepubliceerd. |
Gedurende zijn carrière beschreef Boulenger 1096 soorten vissen, 556 soorten amfibieën en 871 soorten reptielen.[9] Aan het British Museum schreef hij twee volumes over amfibieën: Catalogue of the Batrachia Salientia S. Ecaudata in the collection of the British Museum en de Catalogue of the Batrachia Gradientia S. Caudata in het collection of the British Museum. Daarnaast maakte hij systematische studies van slangen, hagedissen en reptielen. Enkele voorbeelden hiervan zijn: Vertebrate Fauna of the Malay Peninsula. Reptilia and Batrachia (1912) en Monograph of the Lacertidae (1920-1921).[10] Boulenger schreef ook een hele reeks van werken over de vissen die waren meegebracht uit Centraal-Afrika. Het ging hier zowel over bekende als onbekende vissoorten. Hij publiceerde deze studies in de Annales du Musée du Congo. Daarnaast schreef hij hierover ook hele reeks aparte studies onder andere: Les Poissons du Bassin du Congo (1907), The Fishes of the Nile (1907) en het uit vier volumes bestaande werk Catalogue of the Fresh Water Fishes of Africa in the British Museum (1909-1916).[11]
Na zijn pensioen schreef hij op advies van Émile de Wildeman een brief naar de Minister van Landbouw om als vrijwillig attaché aan het werk te gaan aan de Rijksplantentuin. In 1920 vestigde hij zich definitief in Brussel en startte aan de revisie van de plantencollectie van François Crépin. Het resultaat van deze revisie was het belangrijke werk Les Roses d'Europe de l'herbier Crépin. [12]
Boulenger was de auteur van 876 bijdragen in verschillende tijdschriften. Een volledige lijst hiervan werd gepubliceerd in: Annales de la Société royale de Zoologie et de Malacolgie de Belgique, vol. LII, 11921, p. 11-88.
Publicaties
- Lijst met publicaties in Internet Archive Search Results, geconsulteerd op 16/08/2011 om 11u. Een lijst van Boulengers plantkundige publicaties is te vinden in Robyns, W., "Notice biographique sur G. A. Boulenger", in: Bulletin de la Société royale de Botanique de Belgique, 71 (1938), nr. 1, 15-16.
Bibliografie
- Académie Royale de Belgique, Archives contemporaines [1816], Classe des Sciences, Communications et lectures, G. Boulenger, Sur l’arc pelvien chez les dinosauriens de Bernissart, s.d, onuitgegeven.
- Poll, Max, "Georges Albert Boulenger", In: Biographie Nationale, vol. 38, kol. 37-41.
- Poll, Max, "George-Albert Boulenger", In: Florilège des sciences en Belgique pendant le 19e et le début du 20e, Brussel : Académie royale de Belgique, Classe des sciences, 1968, p. 907-927.
- Robyns, W., "Notice biographique sur G. A. Boulenger", in: Bulletin de la Société royale de Botanique de Belgique, 71 (1938), nr. 1, 9-16.
- Robyns, Walter, "G. A. Boulenger 1858-1937. Sa vie et son oeuvre rhodologique", in: Bulletin du jardin botanique de l'Etat à Bruxelles, 15 (1938), 1-24.
Nota’s
- ↑ Poll, Max, "George-Albert Boulenger", In: Florilège des sciences en Belgique pendant le 19e et le début du 20e, Brussel : Académie royale de Belgique, Classe des sciences, 1968, p. 907.
- ↑ Poll, Max, "Georges Albert Boulenger", In: Biographie Nationale, vol. 38, kol. 38.
- ↑ Poll, Max, "George-Albert Boulenger", In: Florilège des sciences en Belgique pendant le 19e et le début du 20e, Brussel : Académie royale de Belgique, Classe des sciences, 1968, p. 908.
- ↑ Poll, Max, "George-Albert Boulenger", In: Florilège des sciences en Belgique pendant le 19e et le début du 20e, Brussel : Académie royale de Belgique, Classe des sciences, 1968, p. 909.
- ↑ Poll, Max, "Georges Albert Boulenger", In: Biographie Nationale, vol. 38, kol. 39.
- ↑ Poll, Max, "George-Albert Boulenger", In: Florilège des sciences en Belgique pendant le 19e et le début du 20e, Brussel : Académie royale de Belgique, Classe des sciences, 1968, p. 912.
- ↑ Poll, Max, "George-Albert Boulenger", In: Florilège des sciences en Belgique pendant le 19e et le début du 20e, Brussel : Académie royale de Belgique, Classe des sciences, 1968, p. 925.
- ↑ Poll, Max, "George-Albert Boulenger", In: Florilège des sciences en Belgique pendant le 19e et le début du 20e, Brussel : Académie royale de Belgique, Classe des sciences, 1968, p. 925.
- ↑ Poll, Max, "Georges Albert Boulenger", In: Biographie Nationale, vol. 38, kol. 40.
- ↑ Poll, Max, "Georges Albert Boulenger", In: Biographie Nationale, vol. 38, kol. 39.
- ↑ Poll, Max, "Georges Albert Boulenger", In: Biographie Nationale, vol. 38, kol. 40.
- ↑ Poll, Max, "George-Albert Boulenger", In: Florilège des sciences en Belgique pendant le 19e et le début du 20e, Brussel : Académie royale de Belgique, Classe des sciences, 1968, p. 909.