Neuberg, Jean Baptiste Joseph (1840-1926)
Wiskundige, geboren te Luxemburg op 30 oktober 1840 en overleden te Luik op 22 maart 1926.
Biografie
Joseph Neuberg werd geboren te Luxemburg (in het Groot-Hertogdom) op 30 oktober 1840. Hij deed zijn humaniora in zijn geboortestad. Vervolgens werd hij in 1859 toegelaten tot de Ecole normale des Sciences verbonden aan de Universiteit van Gent. In 1862 studeerde hij hier af als geaggregeerde voor het hoger Onderwijs voor de wetenschappen. In het eerste deel van zijn carrière gaf hij les in het middelbaar onderwijs. Van 1862 tot 1865 aan de Normaalschool van Nijvel, van 1865 tot 1867 aan het Koninklijk Atheneum van Brugge en aan de Normaalschool van Brugge (1868-1878) en tenslotte van 1878 tot 1884 aan het Koninklijk Atheneum van Luik.[1] Vanaf zijn aankomst in Luik, werd hij als repetitor belast met de cursussen wiskunde aan de Mijnschool (verbonden aan de Universiteit van Luik) en in 1880 met de cursus infinitesimale analyse. In 1884 werd hij buitengewoon hoogleraar en in 1887 gewoon hoogleraar aan de Universiteit van Luik. Hij doceerde ook nog hogere algebra, toevoegingen aan de beschrijvende geometrie, projectieve geometrie en wiskundige methodologie.[2]
Naast doceren was hij ook nog secretaris van de academische raad van de Luikse universiteit.
In 1866 verkreeg hij de kleine naturalisatie tot Belg en in 1893 ontving hij de grote naturalisatie.[3]
In 1910 werd hij toegelaten tot het emeritaat.[4]
Hij trouwde twee maal : in 1866 met Fanny Reuter, waarmee hij twee dochters kreeg. Ze stierf echter in 1877. Hij hertrouwde met Marie de Gruytters, waarmee hij twee zonen kreeg.
Hij werd op 15 december 1891 corresponderend lid van de Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique , effectief lid op 15 december 1897 en directeur van de Klasse in 1911.
Hij was stichtend lid van het Belgisch Wiskundig Genootschap.[5] Hij was daarnaast lid van het Institut des Sciences du Grand-Duché de Luxembourg, van de Société royale des Sciences de Liège, van de Société Mathématique vvan Amsterdam en van andere wetenschappelijke genootschappen.[6]
Hij werd 12 mei 1902 Commandeur in de Kroonorde en Commandeur in de Leopoldsorde op 9 april 1921. Hij ontving ook het burgerkruis eerste klasse op 11 januari 1899.[7]
Hij overleed te Luik op 22 maart 1926.
Werken
Hij was een specialist van de ‘géometrie du triangle’.[8]
In 1874 startten Catalan en Paul Mansion met Nouvelle correspondance mathématique, een wiskundig tijdschrift dat de opvolger was van het beroemde Correspondance mathématique et physique van Lambert-Adolphe-Jacques Quetelet. In 1880 werd het vervangen door Mathesis, een tijdschrift over elementaire wiskunde, geleid door Paul Mansion en Neuberg, dat snel tot buiten de grenzen befaamd zou worden.[9]
Samen met Henri Brocard en Emile Lemoine, wordt hij beschouwd als de makers van de geometrie van de driehoek en van de tetraëder. Hij was ook betrokken in de studie van verschillende algebraïsche oppervlakken, waaronder de cyclide van Dupin, geometrie van regeerde oppervlakken en curves die voortvloeien uit verbanden.
In Mathesis publiceerde hij meer dan 100 bijdragen en een brede waaier aan notities en vragen. Hij publiceerde drie grote werken: Etudes sur les coordonnees tétraédriques; Memoire sur le tétraèdre en Sur les projecties et contre-projecties d'un driehoek fixe et sur le système de trois cijfers semblables.
Wetenschapsgeschiedenis
In het jaar dat hij met pensioen ging, 1911, publiceerde hij de interessante historische werk Vie et oeuvre van de Gregoire de Saint-Vincent over de 17e eeuw België wiskundige Gregory Saint-Vincent, die een groot deel van zijn carrière het onderwijs doorgebracht in Gent.[10]
Publicaties
- Lijst met publicaties in: Mineur, Adolphe, "Neuberg Joseph", in: Annuaire ARB, jaargang 1932, p. 170-192.
Bibliografie
- "Joseph Neuberg", geconsulteerd op 10/02/2012 om 10u.
- Godeaux, Lucien "Neuberg Joseph", in: Biographie Nationale, vol. 30, kol. 635-637.
- Mineur, Adolphe, "Neuberg Joseph", in: Annuaire ARB, jaargang 1932, p. 135-169.
Nota’s
- ↑ Godeaux, Lucien "Neuberg Joseph", in: Biographie Nationale, vol. 30, kol. 635.
- ↑ Godeaux, Lucien "Neuberg Joseph", in: Biographie Nationale, vol. 30, kol. 636.
- ↑ Mineur, Adolphe, "Neuberg Joseph", in: Annuaire ARB, jaargang 1932, p. 166.
- ↑ Godeaux, Lucien "Neuberg Joseph", in: Biographie Nationale, vol. 30, kol. 636.
- ↑ Mineur, Adolphe, "Neuberg Joseph", in: Annuaire ARB, jaargang 1932, p. 166.
- ↑ Godeaux, Lucien "Neuberg Joseph", in: Biographie Nationale, vol. 30, kol. 636.
- ↑ Mineur, Adolphe, "Neuberg Joseph", in: Annuaire ARB, jaargang 1932, p. 166.
- ↑ Mawhin, Jean "De wiskunde", in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p. 103.
- ↑ Mawhin, Jean "De wiskunde", in: Robert Halleux, Geert Vanpaemel, Jan Vandersmissen en Andrée Despy-Meyer (red.), Geschiedenis van de wetenschappen in België 1815-2000, Brussel: Dexia/La Renaissance du livre, 2001, vol. 1, p. 104-105.
- ↑ "Joseph Neuberg", geconsulteerd op 10/02/2012 om 10u.