Association Royale des Ingénieurs de Gembloux

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search

Afkorting: AIGx
Vereniging van afgestudeerde landbouwkundige ingenieurs van de Rijkslandbouwinstituut van Gembloers. Opgericht in 1890, het bestaat nog steeds.

Logo de l’AIGx

Oprichting


Tijdens de afscheidsreceptie van de proclamatie in 1887 zette professor Joseph Pyro de alumni toe aan een beroepsvereniging op te richten. In antwoord op deze oproep begonnen drie assistenten uit het Station agronomique de l’État en uit het Rijksontdelingslaboratorium hun vakgenoten bijeen te brengen. Zij richtten een voorlopig comité op en organiseerden op 22 juni 1890 een eerste algemene vergadering onder voorzitterschap van Jacob-Joseph Leyder, hoogleraar zoötechniek.
De AIGx had oorspronkelijk drie doelstellingen: het groepsgevoel van de landbouwkundigen onderhouden, hun professionele belangen verdedigen en bijdragen aan de vooruitgang van de landbouwkunde.[1]


In 1936 telde het maar liefst 700 leden, waaronder veel buitenlanders. Niet alleen gingen de alumni van Gembloers vaak naar het buitenland om te werken, maar ook kwamen er elk jaar talloze jongeren uit de nieuwe landen (Oost- en Zuid-Europa, Latijns-Amerika...) op de banken van de oude abdij zitten, om vervolgens terug te keren in hun thuisland. Daar bekleedden ze vaak leidinggevende posities. De functie van vice-voorzitter van de vereniging was dan ook voorbehouden voor een lid dat in het buitenland woonde.


De AIGx was aangesloten bij de Fédération belge des Sociétés scientifiques.


Diensten


De vereniging was onderverdeeld in afdelingen:

  • Het Feestcommissie organiseerde conferenties en lezingen, lunches en banketten, concerten en excursies, fabrieks- en schoolbezoeken, en de algemene vergaderingen van de Vereniging. Deze activiteiten vonden soms plaats in samenwerking met de Société générale des étudiants de Gembloux. Soms waren ze apart gewijd aan de leden van de Vereniging, namen ze vaak buitenstaanders op. Zo diende de vereniging als sociale schakel tussen zakenlui, politieke beslissers en ingenieurs.
  • Het plaatsingsbureel, opgericht in 1894: Alle leden werden verzocht om alle relevante vacatures waarvan zij (wereldwijd) op de hoogte waren, bekend te maken. Leden die hun contributie hadden betaald mochten hun cv’s opsturen en kregen vacatures.
Achillegrégoire.png
Achille Grégoire, een van de stichers van de AIGx. Hij was directeur van het Station voor Landbouwchemie en -fysica. In 1894 werd hij lid van de administratieve commissie en richtte hij in datzelfde jaar het Plaatsingsbureau op. Hij gebruikte zijn zakelijke netwerken in Zuid-Amerika ten voordeel de landbouwkundigen. In 1895 werd hij penningmeester, en van 1903 tot 1907 en van 1926 tot 1927 was hij voorzitter. Hij was ook aangesloten bij het redactiecomité van de Annales de Gembloux. Bron : Keuller V., "Portrait d'Achille Grégoire" in "La Manifestation Grégoire" in Annales de Gembloux, 39ste jaar, nr. 2, Februari 1933, p. 48.
  • Het redactiecomité, verantwoordelijk voor de publicatie van de Annales de Gembloux.
  • De Documentatiedienst, opgericht in 1928, was bereid om wetenschappelijke en technische vragen van leden te beantwoorden en hen in contact te brengen met andere, meer deskundige vakgenoten. De dienst had ook een bibliotheek in haar kantoor in Brussel, waar de leden vrij boeken en tijdschriften mochten raadplegen en uitlenen.
  • Het Fonds voor toelage en hulp: Het fonds werd opgericht in 1939 en bood hulp aan landbouwkundigen in nood. Daarnaast financierde het (in de vorm van leningen of beurzen) onderzoek, publicaties, studiereizen, stages en prijzen voor studenten. De opbrengsten van de activiteiten van de vereniging bekostigden het Fonds.


Andere activiteiten


De vereniging hield ook toezicht op wedstrijden: de Prijs van de oud-professoren, de Michel-prijs (voor studenten) en de Prijs van de Chileense producenten natriumnitraat.


Tijdens de fondsenwerving in 1928 voor de oprichting van het Nationaal Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek, leverde de vereniging een belangrijke bijdrage. Dat had het bedoelde effect: het NFWO stemde erin toe om het onderzoek in de agronomie te financieren. In datzelfde jaar deed de Vereniging ook een schenking aan het Landbouwkundig Instituut, dat zojuist rechtspersoonlijkheid had verworven.

Tijdens het Interbellum droeg de AIGx bij tot de hervorming van de leerplannen en de erkenning en de bescherming van het diploma van landbouwkundig ingenieur, door een voortdurende druk op de overheid. De vereniging werkte samen met de academische raad van het Instituut van Gembloers.


Relaties met andere landbouwkundige verenigingen


De relaties tussen de Vereniging van Gembloers en die van Leuven waren niet altijd goed. Het Ministerie van Landbouw was een katholiek bolwerk, en de Gembloerse ingenieurs beschuldigden het van het systematisch bevoordelen van Leuvense kandidaten voor de beambten. De strijd tegen die politieke benoemingen was een reden voor de oprichting van de Vereniging in 1890. Niettemin waren gediplomeerden bang om zich bij die vereniging aan te sluiten, uit angst dat dit hen de deuren van de publieke sector zou sluiten.


De verenigingen van Gembloers en Leuven konden elkaar desalniettemin ook helpen. In 1898 coördineerden ze hun protesten tegen de aanwerving van gediplomeerden van het landbouwkundig technisch onderwijs in de administratie, in functies die de landbouwkundigen als voor hen voorbehouden beschouwden.[2] Tussen 1912 en 1920, werkten de twee verenigingen opnieuw samen om de titel van landbouwkundige te vervangen door de meer prestigieuze titel van landbouwingenieur.


Door de wet van 1929 op het toekennen van de academische graden (die het diploma van landbouwkundige buiten beschouwing liet) en de werkloosheid die de landbouwkundige ingenieurs in de jaren dertig trof, kwam de toenadering tussen de AIGx en de AILv in een stroomversnelling. Toch was het niet makkelijk een consensus te vinden over de hervorming van het leerplan. Uiteindelijk konden landbouwkundige ingenieurs uit Leuven, Gembloers en Gent een "Comité permanent d’Entente" oprichten, dat druk diende uit te oefenen op de overheid voor de erkenning van hun titels. Ze richtten samen ook een hulpcomité op voor landbouwkundigen in nood.


Regionale afdelingen

  • De Luikse afdeling: In februari 1913 opgericht door de landbouwkundigen Courtoy en Gallaix. De afdeling verzamelde de ingenieurs uit Gembloers die werkzaam waren in de provincies Luik, Limburg en Luxemburg. Van 1914 tot 1925 werd het voorzitterschap ingevuld door de ingenieur Marousé, vervolgens door L. Desmet en daarna door Crahay (1928). Ze was altijd de grootste (in 1929 telde ze een honderdtal leden) en de meest actieve afdeling tussen de regionale afdelingen uit Gembloers. Er werd zelfs een Bulletin uitgegeven dat concurreerde met de Annales de Gembloux (dit werd afgeschaft in 1929 onder druk van de Vereniging). Haar activiteiten bestonden voornamelijk in conferenties, excursies (bijvoorbeeld naar de thermen van Spa), banketten, een oudejaarsbal, bezoeken aan fabrieken en aan landbouwbedrijven.
  • De Henegouwse afdeling: Opgericht in 1937 door de landbouwkundigen J. Haccart (voorzitter), De Rauw, Lonay en Reinquet in Bergen, als reactie op wat zij beschouwden als de toe-eigening van officiële functies door afgestudeerden van een lager niveau dan de landbouwkundige ingenieurs. De opdracht van de afdeling was het organiseren van perscampagnes tegen dergelijke benoemingen, betrekkingen vinden voor gediplomeerden uit Gembloers, en druk uit te oefenen op de overheid om de titel beter te beschermen. Ze organiseerde ook een driemaandelijks lunch, waarvoor de grondbezitters en industriëlen werden uitgenodigd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog zette de Henegouwse afdeling haar conferenties voort, bereidde ze de hervorming van de leerplannen voor en organiseerde ze collecties ten behoeve van haar gevangene leden in Duitsland.
  • De Congolese afdeling: ze werd op het grondgebied van de kolonie tijdens de Tweede Wereldoorlog opgericht, terwijl alle communicatie met de bezette metropool verbroken waren. De verschillende landbouwkundigen van Gembloers, verspreid over Congo, ontmoetten elkaar voor het eerst op 28 mei 1944 in Costermansville (nu Bukavu, Zuid-Kivu). Eind 1945 telde de Congolese sectie 57 leden. Ze richtte haar eigen tijdschrift op, de Revue d'Agronomie coloniale, en organiseerde conferenties en recepties. De opbrengst werd gebruikt om colli naar de gevangene collega's in Duitsland te sturen.
  • De Antwerpse afdeling.
  • De Franse afdeling.


Recente geschiedenis


In 1964 verenigden AIGx en AILv zich in de Federatie van Landbouwingenieurs van België (FEDIA). Door deze alliantie tussen de verenigingen konden zij hun belangen verdedigen: ze kregen achtereenvolgens het recht om hun instituten te benoemen als Faculteiten voor Landbouwwetenschappen (9 april 1965) en het recht om het voorvoegsel "Ir." te gebruiken in hun professionele documenten (30 juni 1966), net als hun universitaire collega’s. Het duurde echter tot 1972 vooraleer de grote beroepsorganisatie van burgerlijk ingenieurs, de FABI (Fédération des Associations belges d’ingénieurs diplômés en Belgique) de landbouwkundigen als volwaardige ingenieurs erkende en hen als leden aanvaardde.


Bibliografie

Bronnen

  • Association des Ingénieurs sortis de l’Institut agronomique de l’État à Gembloux, Compte-rendu de la Journée des Ingénieurs agronomes de Gembloux organisée le 23 août 1930 à Liége, à l’occasion du XLe Anniversaire de la Fondation de l’Association, Brussel, Imprimerie Louis Vogels, 1930.
  • Annales de Gembloux, 1928-1939.
  • Ragondet, G., Le cinquantième anniversaire de la fondation des Annales de Gembloux, Gembloux, Imprimerie J. Duculot, [1947] (uittreksel uit de Annales de Gembloux, 2de kwartaal 1947).
  • Joassin F., L’historique de la section liégeoise de l’A. I. Gx., Gembloux, Imprimerie J. Duculot, [1947] (uittreksel uit de Annales de Gembloux, 2de kwartaal 1947).
  • Haccart J. La section du Hainaut de l’A. I. Gx., Gembloux, Imprimerie J. Duculot, [1947] (uittreksel uit de Annales de Gembloux, 2de kwartaal 1947).
  • H. L., Historique de la section congolaise de l’A. I. Gx., Gembloux, Imprimerie J. Duculot, [1947] (uittreksel uit de Annales de Gembloux, 2de kwartaal 1947).
  • Association des Ingénieurs sortis de l’Institut agronomique de l’État à Gembloux, Liste des Membres – Annales de Gembloux – Bibliothèque – Renseignements divers, Gembloux, Imprimerie J. Duculot, oktober 1949.

Literatuur

  • Woestenborghs, B., Hermans, R., Segers, Y., In het spoor van Demeter. Faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen K.U.Leuven (1878-2003), Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2005.
  • Lagast, N., “Histoire succincte de l’enseignement supérieur en agronomie en Belgique francophone. 150 ans en 2010.” in L’Ing. 13. Bulletin trimestriel de l’UFIIB, 28, januari-februari-maart 2010.


Website


De AIGx bestaat nog steeds en heeft een eigen website.


Noten

  1. Godart, Ph., “Histoire de l’Association des Ingénieurs sortis de l’Institut agronomique de Gembloux » in Association des Ingénieurs sortis de l’Institut agronomique de l’État à Gembloux, Compte-rendu de la Journée des Ingénieurs agronomes de Gembloux organisée le 23 août 1930 à Liége, à l’occasion du XLe Anniversaire de la Fondation de l’Association, Bruxelles, Imprimerie Louis Vogels, 1930, p. 11-18
  2. Assemblée annuelle statutaire des Ingénieurs sortis de l’Institut agronomique de Louvain » in Revue générale agronomique, v. 7, 1898, Augustus-September 1898, p. 345.