Meridiaanlijn van Quetelet in Antwerpen
Meridiaanlijn, vervaardigd door Adolphe Quetelet in 1838, in Antwerpen.
Zie ook:
Voorstelling
De meridiaanlijn is gevisualiseerd in een dunne lijn koperen strip van enkele millimeter breed en bijna 67 meter lang die in de zwarte tegelvloer van de Onze-Lieve-Vrouwkathedraal is ingeslepen. Het gaat hier nog om de originele door Adolphe Quetelet aangebrachte strip. De lijn snijdt het transept van de kerk diagonaal. Op die manier volgt ze precies de geografische meridiaan van deze plek. Op sommige plaatsen zijn banken op de lijn gezet. Ook het nieuwe hoofdaltaar kwam bovenop de lijn te staan.
In de hoogte, boven de lijn, kan men in het glasraam, helemaal aan de linkerzijde, in de bovenste rij vakjes, een ronde, met metaal afgeboorde opening ontwaren. Dit is het oculus. De ronde lichtvlek die door het oculus valt, beschrijft een baan over de kerkvloer. Op de astronomische middag kruist de lichtvlek de meridiaanlijn. Het oculus is niet het originele, door Quetelet aangebrachte oog. Opeenvolgende restauratiewerken maakten dat het oculus op vandaag niet meer op de correcte plaats zit. Volgens berekeningen van astronomen is er een afwijking van ongeveer 105 seconden.[1] bovendien maakt de verplaatsing van het oculus het niet meer mogelijk om tussen half november en half januari het lichtspel in werking te zien omdat de meridiaanlijn te kort is.[2]
Historiek
De astronoom Adolphe Quetelet vervaardigde deze meridiaanlijn op vraag van de overheid (koninklijk besluit van februari 1836). De aanleg ervan maakte deel uit van een grootschalig inrichtingsproject van maar liefst 41 geplande meridiaanlijnen op verschillende plaatsen in het land – waarvan Quetelet er uiteindelijk tien aanlegde. De overheid wilde met dit project de variaties in de tijdsopgave op verschillende plekken in het land harmoniseren. Steden en dorpen hanteerden op dit moment namelijk allemaal een eigen tijdsbepaling. Dat maakte dat het uur tussen verschillende plekken in België tot soms wel tot 25 minuten uiteenliep. De meridiaanlijnen van Quetelet maakten het heel gemakkelijk om het moment van de zonnemiddag voor die plek af te lezen. Via berekening of vergelijking in concordantietabellen kon men zo het middelbare uur op deze plek en in andere steden precies te weten komen.
Het was de uitbouw van het Belgische spoornetwerk (vanaf 1835) die de harmonisering plots urgent maakte. Ongelijke tijden maakten het namelijk onmogelijk om de treinen “op tijd” te laten rijden. Dat was vervelend, maar vooral levensgevaarlijk op die trajecten waar treinen in beide richtingen hetzelfde spoor gebruikten, en men dus moest weten of de tegenligger al voorbij was.
Om die reden gebood de overheid Quetelet om eerst de steden van het spoornetwerk aan te pakken. Nadat zijn werk aan de meridiaanlijn van Brussel was afgerond, reisde hij in 1836 af naar Antwerpen om daar een prospectie te doen. Zijn keuze viel op de Onze-Lieve-Vrouwkathedraal. Al snel werd een oculus in positie geplaatst. Daarna stokten de werken. Renovatiewerken aan de poort maakten dat het oculus moest verhuizen. In 1838 kon Quetelet de minister eindelijk melden dat de meridiaan er lag.
Ter voorbereiding op de meridiaanlijn kwam er in Antwerpen in 1837 ook een mini-observatorium met een meridiaankijker, zoals het koninklijk besluit van 1836 stipuleerde. De meridiaankijker was niet alleen nuttig om heel precies het middaguur te bepalen. Hij liet Quetelet ook toe om bij het aanleggen van de Antwerpse meridiaanlijn met het exacte zonneuur van deze stad te werken, zonder vooraf chronometers die hij met de meridiaankijker in het Observatorium te moeten kalibreren. Als locatie koos Quetelet voor het Bassin Bonaparte. De meridiaankijker kon dan ook voor maritieme doeleinden worden gebruikt. Het observatorium werd tegen het huis van de sluiswachter aangebouwd. Een zekere heer Kemmel nam de observaties voor zijn rekening. Schippers die in de haven aanmeerden konden bij Kemmel hun chronometers binnenbrengen om precies te laten afstellen. Tijdens zijn voorbereidend bezoek werd Quetelet vergezeld van zijn Italiaanse collega Ernesto Capocci, directeur van het Koninklijk Observatorium van Napels.
Al enkele jaren na de aanleg van de meridiaanlijn werd het hele systeem nochtans overbodig. Treinbestuurders namen nu een klok mee op de trein. En de telegraaf maakte het vanaf 1840 mogelijk om heel snel het juiste uur door te seinen. De meridiaanlijn raakte dus buiten gebruik. Het mini-observatorium bleef wel nog lange tijd in gebruik.
Locatie
De meridiaanlijn bevindt zich in Onze-Lieve-Vrouwkathedraal, Antwerpen. Bij een verkennend bezoek aan de stad Antwerpen viel Quetelets keuze onmiddellijk op de prachtige gotische Onze-Lieve-Vrouwkathedraal. De kerk was lang genoeg om een noord-zuidlijn van enkele tientallen meter te bevatten. Zo’n lange lijn was nodig om zowel in de zomer, wanneer de zon hoog stond, als in de winter, wanneer ze laag stond, stralen of schaduw te kunnen vangen. Spijtig was wel, aldus Quetelet dat het gebouw niet zo goed was georiënteerd: de meridiaanlijn zou het schip diagonaal kruisen.
Doorslaggevende troef van de imposante Antwerpse kathedraal was haar historische en culturele waarde, aldus Quetelet. Het gebouw was mede daardoor een drukbezochte ontmoetingsplek. Veel mensen zouden de meridiaanlijn in werking zouden kunnen zien. Publieke toegankelijkheid was in de ogen van Quetelet een cruciale voorwaarde bij de keuze van een locatie. Hoewel, Quetelet merkte na een tijdje op dat kerken de neiging hadden hun poorten te sluiten… op de middag. Dat was een streep door zijn rekening.
Quetelet had wellicht ook in Antwerpen weinig moeite om de kerkfabriek te overtuigen om mee te werken. De door licht gevisualiseerde vergankelijkheid van de tijd paste goed bij de symbolenwereld van het katholieke geloof. Veel kerken over heel Europa bezaten om deze reden al eeuwenlang zonnewijzers en meridiaanlijnen.
Bibliografie
- Quetelet, Adolphe, "Rapport", in: Correspondance mathématique et physique, 11 (1839), 314-329.
- Van Boxmeer, Henri, “Poussières d’archives. Les méridiennes de Quetelet. Le pavillon astronomique et la méridienne d'Anvers”, in: Ciel et terre, 113 (1997), nr. 6, 205-207.
- Baudoux, Bernard, “Les Méridiennes de Quetelet (3)”, in: L'astronomie, 2011, nr. 34, 42-43.
- Vandenbruaene, Jan, Astronomische gids voor België, Brussel, 2009, 141-142.
Noten
- ↑ Van Boxmeer, Henri, “Poussières d’archives. Les méridiennes de Quetelet. Le pavillon astronomique et la méridienne d'Anvers”, in: Ciel et terre, 113 (1997), nr. 6, 207.
- ↑ In de tijd van Quetelet was het wel mogelijk om de winterzonnewende te aanschouwen.