Pasquier, Ernest Louis Joseph (1849-1926)

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
Bron: A. Collard, "Le Professeur Ernest Pasquier (1849-1926)", in: Ciel et Terre 42 (1926), 165.

Astronoom en wiskundige, geboren te Fleurus (Henegouwen) op 20 oktober 1849 en overleden te Leuven op 6 april 1926.


Biografie

Ernest Pasquier studeerde aan de Normaalschool in Henegouwen, waar hij een graduaat in de letteren, aggregaat hoger middelbaar onderwijs behaalde. Hierna schreef hij zich in aan de wetenschapsfaculteit van de universiteit van Gent. De gerenommeerde wiskundige Paul Mansion doceerde er de mathematische vakken. Na het behalen van zijn doctorsdiploma in de natuur- en wiskundige wetenschappen bezocht Pasquier enkele buitenlandse universiteiten. Hij studeerde onder meer bij Victor Puiseux, Charles Hermite, Joseph de Serret, Joseph Bertrand, Alfred Clebsch en Camille Jordan.


Pasquier was nog piepjong toen hij, in 1874 door de Universiteit van Leuven tot geaggregeerd hoogleraar werd benoemd. Tot 1890 doceerde hij er de cursus toegepaste mechanica. Van 1876 tot 1900 gaf hij ook de cursussen geodesie en astronomie, dat als wetenschapsdomein zijn voorkeur wegdroeg. Vanaf 1891 doceerde hij de hemelmechanica, en vanaf 1892 analytische mechanica. Ondertussen volgden zijn promoties elkaar op: in 1875 werd Pasquier buitengewoon hoogleraar en in 1878 gewoon hoogleraar. Hij doceerde ook nog de fysische en wiskundige sterrenkunde en een cursus méthodologie mathématique (grondslagen van de wiskunde). Pasquier gaf ook college aan het Hoger Instituut voor Wijsbegeerte over de kosmologische hypothesen. Zijn lessen werden gepubliceerd in het Revue Neo-scolastique.


Pasquier zette zich in het bijzonder in voor de eenmaking van het uur. Op dit moment werkten steden min of meer allen met een plaatselijke middelbare tijd gebaseerd op de ware middag van deze plek. Via concordantietabellen kon het tijdsverschil met de meridiaan van Brussel berekend worden. Dit was vooral voor de spoorwegen van belang. Het Belgische treinverkeer liep in deze periode op de Brusselse middelbare tijd, die via on board klokken werd afgelezen. Door het toenemende treinverkeer echter drong de nood aan een eengemaakte tijd voor het hele land zich op. Pasquier pleitte voor de invoering van de Greenwichtijd in België. Die gold sinds 1884 als de officiële nulmeridiaan. Als belangrijkste initiatiefnemer van dit fel bediscussieerde project haalde hij zijn slag thuis. Op 16 maart 1892 was Sint-Gillis de eerste Brusselse gemeente om de Greenwichtijd te aanvaarden. Laken en Schaarbeek volgden. Uiteindelijk ging met de wet van 29 april 1892 de Greenwichtijd van kracht in heel België.


Pasquier was sinds 1919 lid van de Union Astronomique internationale. Een jaar later werd hij lid van de Internationale Commissie voor Maten en Gewichten. Pasquier was van bij haar oprichting in 1899 lid van de Wetenschappelijke raad van de Koninklijke Sterrenwacht van België en vanaf 1907 voorzitter in opvolging van Ernest Rousseau. Hij was ook stichtend lid van de Société belge d'Astronomie. Hij was één van de eerste leden van de Société Scientifique de Bruxelles en lid van de beheerraad.


Daarnaast was Pasquier één van de ontwerpers van de wet van 10 april 1890 over de toekenning van de academische graden. Deze wet bepaalde voor het eerst dat voor het behalen van een doctoraat de student een dissertatie met origineel onderzoekswerk moest voorleggen. Onderzoek werd zo een onderdeel van de universitaire opleiding.


Pasquiers vijftigjarig professoraat in 1923 werd door de de Leuvense universiteit luister bijgezet met een plechtige viering, waarop onder meer Pasquiers pupil Charles de la Vallée Poussin het woord nam. Het daaropvolgende jaar werd Pasquier tot het emeritaat toegelaten. Hij overleed twee jaar later.


Publicaties

Pasquier publiceerde over tal van onderwerpen: kometen, eclipsen, slinger van Foucault, de passage van Venus, het perihelium van Mercurius, de newtoniaanse zwaartekracht,... Het overgrote deel van zijn studies verscheen in de Bulletins de l’Académie royale des Sciences, des Lettres et des Beaux-Arts de Belgique, de Annales de la Société Scientifique de Bruxelles, de Revue des questions scientifiques of Ciel et terre.


Grote belangstelling oogstte Pasquier met zijn vertaling van de monumentale studie van de Oostenrijkse astronoom Theodore von Oppolzer naar het Frans (Volume 1: Traité de la détermination des orbites des comètes et des planètes, 1886) .Biograaf A. Collard noemde het Pasquiers 'grande oeuvre'. Zijn vertaling maakte het werk voor het eerst toegankelijk voor de Franse wetenschapswereld. Paquier vertaalde niet alleen, maar bracht ook correcties in het werk aan, vooral in de tabellen over tijdrekening, lengtelijnen en de meridiaan van Greenwich.



Bibliografie