Difference between revisions of "Instituts Trasenster - Universiteit Luik"

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
m (De instellingen en hun locatie)
m (Bibliografie)
Line 73: Line 73:
  
 
===Bibliografie===
 
===Bibliografie===
*Hamoir, G. Frère-Orban (1812-1896) et l’Université de Liège? Club Universitaire Réforme et Liberté, 1996, 16pp.  
+
*Hamoir, G., ''Frère-Orban (1812-1896) et l’Université de Liège? Club Universitaire Réforme et Liberté'', Luik, 1996.  
* Liber memorialis 1967-1992, Université de Liège
+
 
Claude, Jacqueline ; Doppagne, Philippe ; Duquenne-Herla, Kathleen e.a.; publ. par Paul Gérin
+
*Claude, Jacqueline, Doppagne, Philippe, Duquenne-Herla, Kathleen (e.a.), ''Liber memorialis 1967-1992, Université de Liège'', Luik, 1993.
Liège, 1993
+
 
*Halkin, L., « Trasenster contre Kurth », in : Marcel Florkin en Léon-E. Halkin, ''Chronique de l'Université de Liège'', Luik, 1967, 319-333.
+
*Halkin, L., "Trasenster contre Kurth", in: Marcel Florkin en Léon-E. Halkin, ''Chronique de l'Université de Liège'', Luik, 1967, 319-333.
 +
 
 +
*Collignon, A., "A l’origine des grands Instituts universitaires liégeois: le vieux “Quartier de Bêche”", in: ''Revue médicale de Liège'', 41 (1986), 755-775.
 +
 
 +
*Gabriel, G., "L’extension de l’Université sur la rive droite à la fin du 19è siècle", in: ''Revue médicale de Liège'', 41 (1986), 776-778.
 +
 
 +
*''Université de Liège. Esquisse historique sur les bâtiments universitaires'', Luik, 1892.
 +
 
 +
*''Université de Liége. Inauguration solennelle des instituts universitaires le 24 novembre 1883'', Luik, 1883.
  
 
<br/>
 
<br/>
 +
 
===Noten===
 
===Noten===

Revision as of 09:56, 5 September 2017

[ FR]

Benaming voor een groep van universitaire wetenschapsinstellingen aan de Universiteit van Luik, gecreeërd rond 1883-1895.


Oprichting

De oprichting van de Instituts Trasenster kadert in de nieuwe ontwikkelingen aan de Belgische universiteiten in de jaren 1860-1870. Experiment en practica vonden toen ingang aan de wetenschapsfaculteiten van de Belgische universiteiten, naar het voorbeeld van Duitsland, waar het experimentalistisch model, weg van ex cathedra onderwijs, al eerder was doorgebroken. De wet Delcour van 1876 institutionaliseerde deze nieuwe ontwikkelingen door voortaan practica voor studenten te verplichten. Vertegenwoordigers van de universiteit maakten beleidsmakers echter duidelijk dat zij met de bestaande wetenschapsinfrastructuur –grotendeels schamel, armoedig en zelfs ongezond – niet aan de nieuwe wetgeving kónden voldoen. Nieuwe, modern uitgeruste gebouwen, apparatuur en instrumenten, kortom een financiële input van de overheid, was onontbeerlijk.


Louis Trasenster was een van de grootste propagandisten voor een dergelijke grootschalige overheidssubsidie. Deze dynamische, liberaalgezinde hoogleraar van de Universiteit van Luik was een groot bewonderaar van het Duitse universitaire onderwijsmodel. Hij was overtuigd van de noodzaak om aan zijn universiteit een goede, up-to-date onderzoeksinfrastructuur te voorzien. Een meevaller was dat Trasenster bevriend was met Walthère Frère-Orban, die in 1878 aan het hoofd van de liberale regering kwam te staan. Verder had hij banden met de industrie en met de meest toonaangevende en welvarende families uit de lokale bourgeoisie. Trasenster woog ook zelf op de politiek via zijn directeurschap van het invloedrijke Journal de Liège. Dat de overheid in 1879 inderdaad met 4,5 miljoen frank, waarvan 3 miljoen voor de Rijksuniversiteit van Luik over de brug kwam, was voor een groot deel zijn verdienste. Zijn – nogal evidente- verkiezing tot rector in 1879 maakte het Trasenster bovendien mogelijk om diepgaand zijn stempel op de toekomstige uitbreidingswerken te drukken.


De instellingen en hun locatie

De universiteit koos voor een ambitieus infrastructuurplan met, naar Duits voorbeeld, aparte gebouwen voor de verschillende afdelingen van de universiteit. De oorspronkelijke plannen wezen de Botanische tuin als vestigingslocatie aan. Dit was absoluut niet naar de zin van buurtbewoners, welstellendende burgers die sneerden dat “la ventilation d’un laboratoire de chimie a pour effet d’écarter du local les vapeurs nuisibles et de les déverser sur le voisinage. » Verenigd in een Comité du Défense du Botanique lanceerden ze een petitie voor het behoud van hun nette wijk. Bevreesd voor deze electorale zwaargewichten[1] krabbelde het stadsbestuur terug. Enkel het Institut de Botanique en het Institut de Pharmacie werden in de tuin weerhouden. De andere instituten vonden een onderkomen elders in de stad. Trasenster slaagde erin (es zoeken in plenum? de overheid te bewegen tot een gezamenlijk aankoop met de stad Luik van het terrein van de Quartier de Bêche en Outremeuse, met inbegrip van het Hospice des Incurables, een gebouw aan de kade van de Maas.[2] Deze locatie had als voordeel dat ze niet te ver verwijderd was van de Place de l’Université (de huidige place du Vingt Août ) en tegelijk dicht bij de Vieux-Bavière (huidige Place de l’Yser) lag. Het Institut de Zoologie kreeg op deze site een plek, net als het Institut de Physiologie en het aangrenzende Institut d’Anatomie, in de uiterste hoek, aan de Place Delcour de rue de Pitteurs en de rue Méan. Aan de Place de l’Université, het brandpunt van het universitaire leven, werden aan het hoofdgebouw een instituut voor fysica en een voor chemie aangebouwd. Het Astronomisch Instituut kwam verderaf te ligen, in Cointe, waar de lucht minder vervuild is. Het kostenplaatje was niet min: samen met de bouw van het nieuwe ziekenhuis op de terreinen van de Prés Saint-Denis kwam de totaaluitgave op zeven miljoen frank. De staat zegt uiteindelijk toe voor 4,5 miljoen daarvan. De stad levert één miljoen frank.

Astronomisch Instituut 1880-1882?
Of 1882-3?
Plateau van Cointe 270.000 frank
Institut de Botanique 1882-1883 Uithoek van de botanische tuin, op de hoek van de rue Courtois en rue Fusch 175.000 frank
Institut de Pharmacie 1882-1883 Uithoek van de botanische tuin , langs de rue Fusch 325.000 frank
Institut d’Anatomie 1883-1886 Bij de place Delcour 490.000 frank
Institut de Physiologie 1885-1888 Place Delcour, op de hoek van de rue Méan en de rue de Pitteurs 240.000 frank
Institut de Zoologie 1885-1888? Langs de quai des Pêcheurs (huidige quai Van Beneden), de rue de Pitteurs en de place Delcour 550.000 frank
Institut de Chimie 1886 Rue de l’Université (huidige place du Vingt Août) met annex quai de l’Université (huidige quai Roosevelt) 245.000 frank
Institut de Physique 1892-1893 Place de l’Université (huidige place du Vingt Août)
(Ecole Electrotechnique Montefiore) 1893 (installatie en start bouw annex) Voormalig botanische afdeling
(Hôpital universitaire (vroeger Hôpital Bavière)) 1891-1895 (verplaatsing en heropbouw) Prés Saint Denis. 500.000 frank


Alle instituts Trasenster bestaan vandaag nog, maar sommige ervan kregen na verloop van tijd een andere bestemming.


Bibliografie

  • Hamoir, G., Frère-Orban (1812-1896) et l’Université de Liège? Club Universitaire Réforme et Liberté, Luik, 1996.
  • Claude, Jacqueline, Doppagne, Philippe, Duquenne-Herla, Kathleen (e.a.), Liber memorialis 1967-1992, Université de Liège, Luik, 1993.
  • Halkin, L., "Trasenster contre Kurth", in: Marcel Florkin en Léon-E. Halkin, Chronique de l'Université de Liège, Luik, 1967, 319-333.
  • Collignon, A., "A l’origine des grands Instituts universitaires liégeois: le vieux “Quartier de Bêche”", in: Revue médicale de Liège, 41 (1986), 755-775.
  • Gabriel, G., "L’extension de l’Université sur la rive droite à la fin du 19è siècle", in: Revue médicale de Liège, 41 (1986), 776-778.
  • Université de Liège. Esquisse historique sur les bâtiments universitaires, Luik, 1892.
  • Université de Liége. Inauguration solennelle des instituts universitaires le 24 novembre 1883, Luik, 1883.


Noten

  1. In het systeem van censuskiesrecht wogen de stemmen van de rijke burgers van de Botanqie zwaar door.
  2. De Staat betaalde 1 miljoen van de 1,1 miljoen totale kostprijs van het Hospice.