Difference between revisions of "Centre wallon de Recherches agronomiques-Gembloux"

From Bestor_NL
Jump to: navigation, search
 
Line 57: Line 57:
  
 
===Noten===
 
===Noten===
<references>
+
<references/>

Latest revision as of 11:31, 29 January 2021

Centrum voor landbouwwetenschappelijk onderzoek in Gembloux, opgericht in 1872.
2003- Centre wallon de recherches agronomiques (CRA-W)
1951- Rijkscentrum voor landbouwkundig onderzoek te Gembloers – Centre de recherches agronomique de l’Etat à Gembloux
1909-1951 Station agronomique de l’Etat
1900-1907 Institut chimique et bactériologique de l’Etat
1887- 1900 Station agronomique de l’Etat
1883- 1887 Station expérimentale de l’Etat
1872-1883 Station agricole de l'Association pour la fondation de stations agricoles en Belgique

Historiek

Bron: Petermann, A., Station agronomique et laboratoires d’analyses de l’État 1871-1896: historique, organisation, travaux. Rapport 1896, 1896, Brussel

De wortels van het CRA gaan terug tot 1872, jaar waarin de Association pour la fondation de stations agricoles en Belgique naar het voorbeeld van Duitsland een landbouwstation op Belgische bodem oprichtte. Het station was gevestigd in het Rijkslandbouwinstituut van Gembloux. Het bestond uit een preparatielokaal, een lokaal voor handelingen met verhittingsinstrumenten, een groot analyselaboratorium en een directeursbureau. Op de entresol was een opslagplaats voor collecties, producten en stalen. Op het gazon voor het station was een omheinde proeftuin met serre en plantenkassen ingericht.[1] Eerste directeur en de facto oprichter was de Duitse doctor in de wetenschappen Arthur Petermann. Petermann richtte op verzoek van de Association ook in Gent, Hasselt en Luik landbouwlaboratoria voor mestcontrole op. De vier instellingen vielen onder dezelfde opdrachtomschrijving. Ze moesten experimenteel chemische onderzoek uitvoeren rond plant en bodem, rationele veevoeding en de bemestende waarde van diverse stoffen. Advies verlenen aan particulieren was een tweede belangrijke taak. Tot slot moesten de instellingen ook kwaliteitscontroles op kunstmeststoffen en andere landbouwproducten uit de Belgische handel uitvoeren en vulgariserend wetenschappelijke projecten op touw zetten.


In 1883, na het faillissement van de Association pour la fondation de stations agricoles en Belgique werden de vier landbouwstation- en laboratoria officieel als staatsinstellingen heropgericht (onder het ministerie van Binnenlandse Zaken en vanaf 1884 onder het ministerie van Landbouw). Het Koninklijk besluit van 30 december 1883 stipuleerde dat de inrichtingen voortaan als taak hadden om op verzoek van particulieren analyses van bodem, zaad, meststoffen en andere landbouwproducten uit te voeren. Van onderzoek werd pas met het Koninklijk besluit van 3 augustus 1887 opnieuw gewag gemaakt. Dit besluit voerde een organisatorische scheiding tussen onderzoek en controle door. Terwijl de taak van mestcontrole voortaan aan de rijksontledingslaboratoria werd toegewezen, zou het landbouwstation van Gembloux als enige chemisch en fysiologisch onderzoek, toegepast op de landbouw, uitvoeren. Het zou ook advies verlenen aan de departementen van het landbouwministerie. Het station werd officieel heropgericht als Laboratoire agronomique de l’Etat. De personeelsstaf werd uitgebreid.


De daaropvolgende eeuw kende het Rijkslandbouwstation van Gembloux een grote uitbreiding. Niet alleen kwam er een nieuwe grote serre, maar er bestond tussen 1900 en 1907 ook een bacteriologische sectie aan het station. Ook werden er onderzoeksdomeinen van het rijkslandbouwstation afgesplitst om zelfstandige rijksstations te worden: een Zuivelstation (1900) en rijksstations voor entomologie, landbouwtechniek (1912), plantenziektenleer (1912), plantenveredeling (1913), bosbouwkundig onderzoek (1920) en aardappelteelt (1920 in Libramont en vanaf 1929 in Orgeo) zagen het licht. In de jaren daarna volgden nog stations voor fytofarmacie, veeteeltkunde, fruitboomteeltverbetering (na verloop van tijd werd daar moestuinteeltverbetering aan toegevoegd) en landbouwgewassen. Tegen 1951 waren er twaalf kleine stations rondom het instituut van Gembloux gegroepeerd.[2] De werking van de stations werd aanvankelijk geregeld door aparte koninklijke besluiten. Een drietal kerntaken kwamen daarin naar voor. Het onderzoek van vraagstukken in verband met landbouw en veeteelt was een eerste belangrijke opdracht. Het onderzoeksprogramma van het station werd door de minister bepaald, wellicht op voorstel van het stationspersoneel. Elk station had daarnaast ook de plicht om gratis consultaties te verlenen aan particulieren en bedrijven over vraagstukken die behoorden tot het eigen expertisedomein. Sommige stations ten slotte deden ook aan controle en inspectie. De rechtspersoonlijkheid die de stations sinds 1927 bezaten, maakte ook dat de instellingen zelfstandig goederen konden beheren en contracten afsluiten. Inkomsten uit taksen en verkoop van zelfgemaakte producten konden bijgevolg voor de eigen werking worden ingezet. Rond de jaren 1930 maakten de rijksstations een nieuwe uitbreidingsfase mee. Dit keer was niet Gembloux het actieterrein, maar wel Gent, waar in de nabijheid van het landbouwinstituut op korte tijd een groot aantal rijksstations het licht zag.


In 1951 werden de rijksstations van Gembloux onder de koepel Rijkscentrum voor landbouwkundig onderzoek te Gembloers – Centre de recherches agronomique de l’Etat à Gembloux bijeengebracht. Voortaan vielen ze onder een zelfde koninklijk besluit. In 2002 werd het Rijkscentrum geregionaliseerd. Onder de naam Centre wallon de recherches agronomiques (CRA-W) draagt het ook vandaag nog, aldus zijn missieverklaring, bij aan de duurzame ontwikkeling van de Waalse landbouw in zijn economische, ecologisch en culturele dimensies. Het ontwikkelt expertise in domeinen als bio-energie, genetische modificatie, plantbescherming en rationele mestvoering en levert advies aan particulieren en bedrijven.

Publicaties

  • Bulletin de la station agricole de Gembloux, (1873-1883).
  • Bulletin de la Station Agricole Expérimentale de l’Etat à Gembloux, (1883-.).
  • Recente publicaties zie de database op de website van CRA-W, geraadpleegd op 6 november 11u00.


Bibliografie

  • Koninklijk besluit van 30 december 1883, rakende de landbouwstatiën en landbouwlaboratoriums.
  • Koninklijk besluit van 3 augustus 1887 houdende oprichting der standplaats voor landbouw-wetenschap en van het landbouwkundig laboratorium te Gembloers.
  • Koninklijk besluit van 12 juli 1888: specifieke bepalingen inrichting station.
  • Koninklijk besluit van 25 maart 1907 over de loskoppeling van de bacteriologische sectie van het institut chimique et bactériologique de l’Etat.
  • Koninklijk besluit van 26 juli 1909 voor de heroprichting van het station agronomique de l’Etat.
  • Koninklijk besluit van 15 oktober 1951 in verband met organiek reglement Rijksstations.
  • Station expérimentale et stations agricoles de l’état. Règlement d’administration, Brussel, 1884.
  • Association pour la Fondation de Stations Agricoles en Belgique, Statuts de l’Association, s.l., sd.
  • Van Molle, Leen, 100 jaar ministerie van Landbouw. Het Belgisch landbouwbeleid in de wisselwerking tussen economische en sociale toestanden, politiek en administratie 1884-1984, Leuven, 1984.
  • Diser, Lyvia, Wetenschaps op de proef. Laboratoria in het Belgisch overheidsbeleid (1870-1940), Leuven, 2016.
  • Missieverklaring op website van het CRA-W, geraadpleegd op 6 november 11u00.

Noten

  1. Petermann, A., Station agricole de Gembloux 1872 - 1877 : création, organisation, travaux, Brussel, 1877, 4 en 6 en Association pour la Fondation. Compte rendu 1873, s.l., s.d., 10-11.
  2. Koninklijk besluit van 15 oktober 1951.