Frateur, Joseph Constant Leopold (1877-1946)
Zoöloog en diergeneeskundige. Geboren op 7 maart 1877 in Boom en gestorven op 15 maart 1946 in Bekkevoort.[1]
Contents
Biografie
Leopold Frateur was de zoon van Petrus Carolus Frateur, een smid, en diens echtgenote Catharina Spruyt. De jonge Frateur studeerde in 1899 af als dierenarts aan de Rijksveeartsenijschool van Kuregem. Datzelfde jaar nog werd hij aangesteld als tot hoogleraar aan de Faculteit van Wetenschappen te Universiteit van Leuven, met leeropdracht aan het Landbouwinstituut in de Vergelijkende Anatomie en Fysiologie van huisdieren, in Landbouwdierkunde en in de Zootechniek. In 1908 richtte Frateur samen met de Boerenbond een Studiedienst voor Veeverbetering op, met medewerking van het Rijksagronomenkorps. In datzelfde jaar was hij nauw betrokken bij de oprichting van een Instituut voor Huisdierkunde Leuven. Hij was tot 1936 directeur van de instelling en werd daarna opgevolgd door Arthur Molhant. In 1930 werd Frateur aangesteld als docent aan de brouwerijschool van het Landbouwinstituut, met leeropdracht in het Nederlands en het Frans, over de theorie en praktijk van gistingsprocessen van suikers en de fabricatie van bier. In datzelfde jaar werd hij aangesteld voor het doceren van het vak Landbouweconomie aan het pas opgerichte Instituut voor Economische Wetenschappen te Leuven. In 1924 werd hij decaan van het Landbouwinstituut te Leuven. In 1940 werd Frateur gewoon hoogleraar.
Frateur was vanaf 1912 bestuurslid van de Vlaamse Wetenschappelijke Congressen. Hij was ook medeoprichter en ondervoorzitter van de Landbouwafdeling van het 'Nationaal Hulp- en Voeding Komiteit’. Bestuurslid van de Commission for the Relief of Belgium. wordt wetenschappelijk-technisch adviseur bij de Dienst voor Veeteelt van het Departement van Landbouw. Hij was corresponderend lid van de Koninklijke Academie van Geneeskunde (1926) en effectief lid in 1937.
Hij was ondervoorzitter van de Société royale centrale d'agriculture de Belgique.
In 1910 trok Frateur op expeditie naar Katanga, Congo. Meer dan zijn wetenschappelijke nieuwsgierigheid was het zijn zin voor ondernemerschap die hem trok: hij ondernam zijn expeditie in opdracht van de Compagnie foncière agricole et pastorale, waarvan hij medebeheerder was. Deze compagnie die nog onder Leopold II was opgericht, had een staatsconcessie verworven om in regio Katanga boerderijen te vestigen. Frateur werkte er mee aan de oprichting van vier modelboerderijen, die tot aan het interbellum succesvol bleven. Vanaf 1930 was Frateur ook buitengewoon lid van het Koninklijke Koloniaal Instituut en van een prestigieuze adviescommissie voor de overheid inzake Katangese expansie.
Werken
Frateur oogstte internatonale bekendheid met zijn poging om de systematiek van de bacteriën op te helderen. Zijn voorgestelde classificatie en identificatie werd in internationale wetenschapskringen aanvaard.
Bibliografie
- Boom, Burgerlijke stand, Geboorten, Akte nr. 93. gedigitaliseerd op Zoekakten.nl, geraadpleegd op 13/03/2017 (met dank aan H. Bovens).
- Woestenborghs, B., Hermans, R. en Segers, Y., In het spoor van Demeter. Faculteit Bio-ingenieurswetenschappen K.U.Leuven, 1878-2003, Leuven, 2005, 65.
- Een uitgebreide biografie, bibliografie, publicatielijst en bronnenoverzicht rond de figuur van Frateur vind je op frateur-zootechnics-belgium.com.
Noten
- ↑ Frateur ligt begraven in Abdij van 't Park, in Heverlee (Leuven)