Cartuyvels, Jules (1843-1919)

From Bestor_NL
Revision as of 11:55, 19 December 2012 by Bestor (talk | contribs)
Jump to: navigation, search

Agronoom, hoogleraar en ambtenaar

Biografie

Cartuyvels behaald in 1867 zijn diploma van mijnbouwingenieur aan de Ecole des Mines van de Universiteit van Luik. Hierna vervolledigde hij zijn studies aan de universiteit van Bonn in Duitsland. Van 1869 tot 1892 was Cartuyvels beheerder van het domein Bernissem, bij Sint-Truiden, waar ook een suikerfabriek gevestigd was. Tegelijk stichtte hij een laboratorium voor suikeranalyse in Tienen. In de jaren 1870 was hij een propagandist voor de oprichting van een Landbouwinstituut van Leuven, als katholieke tegenhanger voor het vanouds liberaalgezinde Rijkslandbouwinstituut van Gembloux. In 1878 werd hij, samen met Alphonse Proost als docent van het nieuwe landbouwinstituut aangesteld. In 1890 werd Cartuyvels samen met zijn collega Alphonse Proost naar het Rijkslandbouwinstituut van Gembloux overgebracht. Zijn benoeming als docent was mede in die tijd, door politieke motieven ingegeven: het katholieke ministerie wenste het liberale overwicht in het professorenkorps te doorbreken door een uitbreiding ervan met katholiekgezinde krachten.[1]


Naast zijn docentschap bouwde Cartuyvels vanaf 1886, overigens net als Alphonse Proost een carrière als ambtenaar aan het pas opgerichte ministerie van Landbouw uit.[2] Hij bracht het er rond de eeuwwisseling tot de functie van inspecteur-generaal. Cartuyvels nam deel aan de uitbouw van zowel de Société royale centrale d'agriculture de Belgique, als de Société Scientifique de Bruxelles.

Publicaties

Cartuyvels was samen met de Luxemburgse scheikundige Karl Stammer de auteur van het handboek Traité complet théorique et pratique de la fabrication de la bière et du malt (Brussel, 1879) waarvoor hij enige bekendheid verwierf.


Bibliografie

Noten

  1. Jump up Van Molle, L., Katholieken en Landbouw. Landbouwpolitiek in België 1884-1914, Leuven, 1989, 118 en 196.
  2. Jump up De katholieken hadden in 1884 de absolute meerderheid in het parlement verworven en hadden in datzelfde jaar een ministerie voor landbouw opgericht. Ambtenaren werden zoveel mogelijk uit katholieke rangen gerekruteerd.