Difference between revisions of "Een talisman voor de agronomen"
m |
|||
(2 intermediate revisions by the same user not shown) | |||
Line 22: | Line 22: | ||
|width="100"|'''Émile Marchal, rector van het [[Gembloux Agro-Bio Tech|Institut agronomique de Gembloux]] van 1925 tot 1928.''' <small>Bron: ''Bulletin de la Société Royale de Botanique de Belgique'', 88 (1957).</small> | |width="100"|'''Émile Marchal, rector van het [[Gembloux Agro-Bio Tech|Institut agronomique de Gembloux]] van 1925 tot 1928.''' <small>Bron: ''Bulletin de la Société Royale de Botanique de Belgique'', 88 (1957).</small> | ||
|} | |} | ||
− | <br/> Heel wat ingenieurs van Gembloux, aangevoerd door professor [[Marchal, Émile Jules Joseph (1871-1954) | Émile Marchal]], pleitten voor een grondige hervorming van het curriculum van de landbouwkundig ingenieur. In hun ogen had de Belgische landbouw meer nood aan onderzoekers dan aan technici of vulgarisatoren. In deze zienswijze hadden de natuurwetenschappen natuurlijk een prominente plaats: met seminaries, laboratoriumoefeningen en persoonlijk onderzoek dat met een doctoraat in de agronomische wetenschappen kon worden bekroond. Het hoogtepunt van deze grondige hervorming zou dan de aanhechting van de twee staatslandbouwinstituten aan de twee staatsuniversiteiten zijn (Luik in het geval van Gembloux).<Ref> Marchal, É., "L’Enseignement supérieur agronomique dans le cycle des hautes études | + | <br/> Heel wat ingenieurs van Gembloux, aangevoerd door professor [[Marchal, Émile Jules Joseph (1871-1954) | Émile Marchal]], pleitten voor een grondige hervorming van het curriculum van de landbouwkundig ingenieur. In hun ogen had de Belgische landbouw meer nood aan onderzoekers dan aan technici of vulgarisatoren. In deze zienswijze hadden de natuurwetenschappen natuurlijk een prominente plaats: met seminaries, laboratoriumoefeningen en persoonlijk onderzoek dat met een doctoraat in de agronomische wetenschappen kon worden bekroond. Het hoogtepunt van deze grondige hervorming zou dan de aanhechting van de twee staatslandbouwinstituten aan de twee staatsuniversiteiten zijn (Luik in het geval van Gembloux).<Ref> Marchal, É., "L’Enseignement supérieur agronomique dans le cycle des hautes études" in: ''Académie Royale de Belgique. Bulletins de la Classe des Sciences'', 1921, 5de serie, d. VII, Brussel, 1922, 803. </ref> Een soortgelijke discours bestond in Leuven. Rector magnificus Monseigneur Ladeuze bestempelde het Landbouwkundig Instituut zelfs als een gespecialiseerde afdeling van de Faculteit der Wetenschappen.<ref>Monseigneur Ladeuze, Recteur Magnifique, "Discours", in: ''Agricultura, 1878-1929 : Numéro Jubilaire des Fêtes du Cinquantenaire de l'Institut Agronomique. Jubelnummer der Half-Eeuwfeesten van het Landbouwinstituut'', 1929.</ref> |
<br/>De commissie slaagde er uiteindelijk in een overeenkomst te bereiken over een ontwerp van Koninklijk besluit. Op 10 oktober 1934 werd het afgekondigd. Het ontwerp verdeelde de studies van de landbouwingenieur in twee kandidatuursjaren, die grotendeels natuurwetenschappen en wiskunde draaiden, twee jaren ingenieursstudies, waarin technische toepassingen werden behandeld, en een optioneel specialisatiejaar. Ook nieuw was dat het toelatingsexamen werd afgeschaft en vervangen door het verplicht voorleggen van een certificaat van een volledig afgelegde humaniora (Latijn-Grieks of Latijn-wiskunde). De humaniora werd daarbij niet zozeer beschouwd als een nodige kennisbasis, maar wel als een bewijs van geletterdheid, maturiteit en algemene beschaving, zaken die onontbeerlijk waren om ‘geestelijk mán te worden’.<ref> Ferrand, M., "À propos de l’Enseignement Supérieur Agronomique. Courte réponse à M. le Professeur Leplae", in: ''Annales de Gembloux'', 43 (1937), nr. 12 (december), 412.</ref> | <br/>De commissie slaagde er uiteindelijk in een overeenkomst te bereiken over een ontwerp van Koninklijk besluit. Op 10 oktober 1934 werd het afgekondigd. Het ontwerp verdeelde de studies van de landbouwingenieur in twee kandidatuursjaren, die grotendeels natuurwetenschappen en wiskunde draaiden, twee jaren ingenieursstudies, waarin technische toepassingen werden behandeld, en een optioneel specialisatiejaar. Ook nieuw was dat het toelatingsexamen werd afgeschaft en vervangen door het verplicht voorleggen van een certificaat van een volledig afgelegde humaniora (Latijn-Grieks of Latijn-wiskunde). De humaniora werd daarbij niet zozeer beschouwd als een nodige kennisbasis, maar wel als een bewijs van geletterdheid, maturiteit en algemene beschaving, zaken die onontbeerlijk waren om ‘geestelijk mán te worden’.<ref> Ferrand, M., "À propos de l’Enseignement Supérieur Agronomique. Courte réponse à M. le Professeur Leplae", in: ''Annales de Gembloux'', 43 (1937), nr. 12 (december), 412.</ref> | ||
Line 72: | Line 72: | ||
|width="100"|'''Jules Duesberg, minister van openbaar onderwijs in 1939.''' <small>Bron: Jules Duesberg, photographie, s.d., Musée Wittert ULiège, inv. 22238.</small> | |width="100"|'''Jules Duesberg, minister van openbaar onderwijs in 1939.''' <small>Bron: Jules Duesberg, photographie, s.d., Musée Wittert ULiège, inv. 22238.</small> | ||
|} | |} | ||
− | <br/>Aangezien de hervorming nog steeds geen consensus bewerkt had, hervatte de beperkte commissie haar werk in 1936. Uiteindelijk mondde dit in 1937 uit in een compromis tussen de instituten om de opleiding te verlengen tot 5 jaar. De Verenigingen gingen over tot het smeden van een coalitie, genaamd, ‘Comité Permanent d’Entente des Associations Belges d’Ingénieurs-Agronomes’, die het Parlement eiste om hun titel gelijk te maken aan die van de universitaire ingenieurs. De hervorming van 1934 was een belangrijk punt in hun betoog. De nieuwe minister van openbaar onderwijs en pro-rector van de [[Universiteit van Luik]] [[Duesberg, Jules (1881-1947) | Jules Duesberg]] deponeerde uiteindelijk op 13 december 1939 een wetsvoorstel om het agronomische diploma de academische waardigheid toe te kennen. De | + | <br/>Aangezien de hervorming nog steeds geen consensus bewerkt had, hervatte de beperkte commissie haar werk in 1936. Uiteindelijk mondde dit in 1937 uit in een compromis tussen de instituten om de opleiding te verlengen tot 5 jaar. De Verenigingen gingen over tot het smeden van een coalitie, genaamd, ‘Comité Permanent d’Entente des Associations Belges d’Ingénieurs-Agronomes’, die het Parlement eiste om hun titel gelijk te maken aan die van de universitaire ingenieurs. De hervorming van 1934 was een belangrijk punt in hun betoog. De nieuwe minister van openbaar onderwijs en pro-rector van de [[Universiteit van Luik]] [[Duesberg, Jules (1881-1947) | Jules Duesberg]] deponeerde uiteindelijk op 13 december 1939 een wetsvoorstel om het agronomische diploma de academische waardigheid toe te kennen. De Oorlog verhinderde echter de goedkeuring van dit belangrijke wetsvoorstel. |
<br/> | <br/> | ||
Latest revision as of 13:27, 28 November 2024
Landbouwkundigen, zijn dat nu eigenlijk echte wetenschappers? In het interbellum luidde het antwoord op deze vraag volmondig 'ja'. Belgische agronomische instituten maakten vanaf toen steeds meer plaats voor natuurwetenschappen in hun onderwijsprogramma's. Het was niet voor niets de glorietijd van de toegepaste biologie, een discipline waarin de natuur zich voor het eerst kneedbaar toonde, voor wie haar wetten doorgrondde. 'Deze [onderwijs]evolutie is het directe resultaat van de voortschrijdende kennis en de nieuwe behoeften van de landbouw', zo klonk het in het jubileumboek van het Landbouwinstituut van Gembloux ...[1] Maar hoe zat dat met de behoeften van de agronomen zelf?
Rebellen
De boeren verlichten?
Prestige als talisman tegen de werkloosheid
Epiloog
|
Bronnen
Monografieën
- Institut agricole de l'Etat à Gembloux. Historique, organisation, enseignement, annexes, Brussel, 1901.
- Association des Ingénieurs sortis de l’Institut agronomique de l’État à Gembloux, Compte-rendu de la Journée des Ingénieurs agronomes de Gembloux organisée le 23 août 1930 à Liége, à l’occasion du XLe Anniversaire de la Fondation de l’Association, Brussel, 1930.
- Leplae, E., La menace de dépopulation des Instituts Supérieurs Agronomiques belges par le Programme d’étude de 1934, Leuven, 1937.
- Leplae, E., Projet d’un nouveau Programme d’études pour les Instituts Supérieurs Agronomiques belges, Leuven, 1937.
- Istace, A., Le grave problème des études agronomiques d’après l’interprétation des statistiques des diplômés de l’enseignement supérieur en Belgique, Gembloux, , [1946] (Extrait des Annales de Gembloux, 2de trimestertre 1946).
- Ragondet, G., Le cinquantième anniversaire de la fondation des Annales de Gembloux, Gembloux, , [1947] (Extrait des Annales de Gembloux, 2e Trimestre 1947).
- Fêtes commémoratives du Centenaire de l’Institut agronomique de l’État à Gembloux – Juillet 1960, placées sous le Haut Patronage de Sa Majesté Le Roi, Gembloux, 1961.
- Vandamme, E., Faculteit Landbouwkundige en Toegepaste Biologische Wetenschappen. Jubileumboek (1920-1995), Gent, 1995.
Tijdschriften
- Agricultura, 1928-1939.
- Annales de Gembloux, 1928-1939.
- Bulletijn van het Verbond der ingenieurs en licenciaten van de Landbouwhoogeschool van den Staat te Gent, 1929-1932.
- Bulletin de l’Institut Agronomique et des Stations de Recherches de Gembloux, v. 1, nr., februari, 1932.
- Académie Royale de Belgique, Bulletins de la Classe des Sciences, 1922, 1931.
- De Ingenieur-Agronoom, 1933-1940.
Literatuur
- Woestenborghs, B., Hermans, R., Segers, Y., In het spoor van Demeter. Faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen K.U.Leuven (1878-2003), Leuven, Universitaire Pers Leuven, 2005.
- Lagast, N., "Histoire succincte de l’enseignement supérieur en agronomie en Belgique francophone. 150 ans en 2010", in: L’Ing. 13. Bulletin trimestriel de l’UFIIB, 28, Jan-feb-maart 2010.
Lagast, N., Vijfhonderd jaar geschiedenis van de ingenieur, Van 1500 tot 2010, Antwerpen, 2011.
- ↑ Lecrenier, "Discours prononcé par M. le Recteur Decrenier", in: Fêtes commémoratives du Centenaire de l’Institut agronomique de l’État à Gembloux – Juillet 1960, placées sous le Haut Patronage de Sa Majesté Le Roi, Gembloux, 1961.
- ↑ Op dat moment waren deze instituten volledig onafhankelijk van de universiteiten waaraan zij vandaag zijn gehecht.
- ↑ Marchal, É., "L’Enseignement supérieur agronomique dans le cycle des hautes études" in: Académie Royale de Belgique. Bulletins de la Classe des Sciences, 1921, 5de serie, d. VII, Brussel, 1922, 803.
- ↑ Monseigneur Ladeuze, Recteur Magnifique, "Discours", in: Agricultura, 1878-1929 : Numéro Jubilaire des Fêtes du Cinquantenaire de l'Institut Agronomique. Jubelnummer der Half-Eeuwfeesten van het Landbouwinstituut, 1929.
- ↑ Ferrand, M., "À propos de l’Enseignement Supérieur Agronomique. Courte réponse à M. le Professeur Leplae", in: Annales de Gembloux, 43 (1937), nr. 12 (december), 412.
- ↑ Woestenborghs, B., Hermans, R., Segers, Y., In het spoor van Demeter. Faculteit Bio-Ingenieurswetenschappen K.U.Leuven (1878-2003), Leuven, 2005, 96.
- ↑ Leplae, E., La menace de dépopulation des Instituts Supérieurs Agronomiques belges par le Programme d’étude de 1934, Leuven, 1937, 12 en 26.
- ↑ Leplae, E., La menace de dépopulation des Instituts Supérieurs Agronomiques belges par le Programme d’étude de 1934, Leuven, 1937, 13.
- ↑ Idem, 3.
- ↑ Idem, 10.
- ↑ "Statistiques universitaires (recensement 1937)", in: Annales de Gembloux, 44 (1938), nr. 12 (december), 434.
- ↑ Idem , 435.
- ↑ Mertens, A., "L’enseignement supérieur agricole", in: Agricultura, 33 (1931), 4, (december), 166.
- ↑ Ferrand, M., "À propos de l’Enseignement Supérieur Agronomique. Courte réponse à M. le Professeur Leplae", in: Annales de Gembloux, 43 (1937), 12 (december), 413.