Duel in de Wetenschapsstraat. Het Belgische wetenschapsbeleid
Een voet tussen de deur (van de wetenschap)
Scientia potestas est
De aanval
Paniek in de Egmontstraat. Jean Willems riep alle NFWO-leiders op om hun netwerken te mobiliseren om de onafhankelijkheid van het Fonds te verdedigen en overwoog zelfs een beroep op de Koning. Deze mobilisatie heeft het Lefèvre-project tot stilstand gebracht: het NFWO was veilig. Zijn commissies zouden de selectie, opleiding en basisfinanciering voor onderzoekers behouden. Om echter elke kritiek te vermijden, greep het Fonds het voortouw en nam het maatregelen om de gelijkheid tussen de gemeenschappen te waarborgen: de taalpariteit in de raad van bestuur en in de wetenschappelijke selectiecomités, vervolgens de scheiding van de budgetten voor Nederlandstaligen en Franstaligen en ten slotte een overfinanciering als inhaalslag ten gunste van de Vlaamse onderzoekers (1970).[21] De drie duellisten verdwenen kort daarna. Jacques Spaey overleed in 1971, slechts 63 jaar oud. Een jaar eerder was Jean Willems hem voorgegaan en in 1974 stierf Dubuisson, 'de laatste prins-bisschop van Luik', in een auto-ongeval. Met de economische crisis van de jaren zeventig, de bezuinigingen en de staatshervormingen begon er een nieuw tijdperk voor het Belgische wetenschapsbeleid…
|
Bronnen
- Parlementaire Stukken, Kamer, Zitting 1967-1968, Doc. nr. 551, 1 februari 1968, “Wetsvoortsel tot oprichting van een Nationaal Instituut voor Fundamenteel Wetenschappelijk Onderzoek”.
- La Relève, 27ste jaar, n°31-37 (herdenkingsnummer ter ere van Jacques Spaey), 11/09/1971.
- Un effort national en faveur de la science. Discours prononcés lors de la séance académique tenue le 5 mai 1959 en présence de Sa Majesté le Roi au Palais des Académies, Brussel, [s.n.], [1959].
- OCDE, Politiques nationales de la science: Belgique, Parijs, OCDE, 1966.
- Spaey, J. (dir.) et al., Le développement par la science. Essai sur l’apparition et l’organisation de la politique scientifique des États, Parijs, UNESCO, 1969.
- Herinneringen aan Jean Willems (1895-1970), Brussel, FWO, 1972.
- Dubuisson, M., Mémoires, Luik, Vaillant-Carmanne, 1977.
- Nationaal Raad voor Wetenschapsbeleid, Rapport d’activité (1972-1979), Brussel, 1980.
- Molitor, A., Servir l’État, UCL, Louvain-la-Neuve, 1982.
- Fox, C. R., Le Château des Belges. Un peuple se retrouve, 3de editie, vertaling door Weber E., Brussel, Duculot, 1997.
Literatuur
- Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, t. III, Tielt, Lannoo, 1999,
- Halleux, R. et al., Histoire des sciences en Belgique (1815-2000), t. II, Brussel, La Renaissance du Livre, 2001.
- Dujardin, V., Pierre Harmel, Brussel, Le Cri, 2004.
- Bertrams, K., Université & Entreprises. Milieux académiques et industriels en Belgique (1880-1970), Brussel, Le Cri, 2006.
- Halleux, R., Xhayet, G., La liberté de chercher. Histoire du Fonds national belge de la recherche scientifique, Luik, Éditions de l’Université de Liège, 2007.
- Bertrams, K. et al., Pour une histoire de la politique scientifique en Europe (XIXe-XXe siècles) : actes du colloque des 22 et 23 avril 2005 au Palais des Académies, Brussel, Académie royale des Sciences, 2007.
- Pirot, P., “La ‘Commission nationale des sciences’ et l’émergence d’un concept de politique scientifique en Belgique” in Malpangotto, M., Jullien, V., Nicolaidis, E., L’homme au risque de l’infini. Mélanges d’histoire et de philosophie des sciences offerts à Michel Blay, Brussel, Brepols, 2013. (Coll. “De Diversis Artibus”, deel 93).
- Pirot, P., La dynastie belge et la science, Doctoraatsthesis in de geschiedenis, onuitgegeven, Universiteit Luik, academiejaar 2014-2015.
- Halleux, R. et al., Tant qu’il y aura des chercheurs, Luik, Luc Pire, 2015.
- Jump up ↑ Pirot, Pascal, “La ‘Commission nationale des sciences’ et l’émergence d’un concept de politique scientifique en Belgique” in Malpangotto, M., Jullien, V., Nicolaidis, E., L’homme au risque de l’infini. Mélanges d’histoire et de philosophie des sciences offerts à Michel Blay, Brussel, Brepols, 2013. (Coll. “De Diversis Artibus”, deel 93), p. 401-402.
- Jump up ↑ "Tout faillit sauter à plusieurs reprises. De fortes personnalités s’affrontèrent : Dubuisson, Seeldraers, Janne et bien d’autres, dont les vues étaient loin de coïncider, et qui au-delà d’elles-mêmes, représentaient des intérêts matériels et surtout intellectuels considérables." Molitor, A., Servir l’État, UCL, Louvain-la-Neuve, 1982, p. 131.
- Jump up ↑ Dubuisson, M., Mémoires, Liège, Vaillant-Carmanne, 1977, p. 441.
- Jump up ↑ Daarnaast werden twee andere instellingen voor het wetenschapsbeleid in het leven geroepen: het Ministerieel Comité voor Wetenschapsbeleid (waarin alle ministers vertegenwoordigd waren die het fundamenteel of toegepast wetenschappelijk onderzoek subsidieerden, onder voorzitterschap van de eerste minister) en de Interministeriële commissie voor Wetenschapsbeleid (waarin de hoge ambtenaren van bovengenoemde ministeries werden samengebracht om de uitvoering van de besluiten van hun hoofden te coördineren).
- Jump up ↑ OCDE, Politiques nationales de la science : Belgique, Parijs, OCDE, 1966, p. 32-35.
- Jump up ↑ Andere ondervoorzitters waren onder meer Hubert Ansiaux, directeur van de Nationale Bank; Corneel Heymans, hoogleraar aan de Universiteit Gent en Nobelprijswinnaar voor Geneeskunde; Jean Willems voor het NFWO (hij verliet de Raad in 1964); en Henri Janne, Prorector van de Université Libre de Bruxelles.
- Jump up ↑ Volgens Dubuisson heeft Eerste Minister Theo Lefèvre daarna Massart het rectoraat van het Rijksuniversitair Centrum Antwerpen aangeboden om zich van hem te ontdoen. Hij werd vervangen door Jef Rens, een hoge socialistische ambtenaar.
- Jump up ↑ En dus lid van het Ministerie van Openbaar Onderwijs. Darimont was socialist. Halleux, R., "La marche des idées" in Halleux, R. et al., Histoire des sciences en Belgique (1815-2000), t. II, Brussel, La Renaissance du Livre, 2001, p. 25.
- Jump up ↑ "Une politique de la science […] doit se faire avec les scientifiques, mais non par eux. » Citaat uit “Jacques Spaey vu par ses collaborateurs” in La Relève, 27ste jaar, nr. 31-37, 11 september 1971, p. 2.
- Jump up ↑ Spaey, J.(dir.) et al., Le développement par la science. Essai sur l’apparition et l’organisation de la politique scientifique des États, Parijs, UNESCO, 1969, resp., p. 99 en p. 84.
- Jump up ↑ OCDE, Politiques nationales de la science : Belgique, Parijs, OCDE, 1966, p. 20, p. 36-38.
- Jump up ↑ "Par circonspection, il s’efforcera donc de maintenir en vie, par l’octroi d’un minimum de ressources, tous les bourgeons de la pensée scientifique et de n’en sacrifier délibérément aucun." Idem, p. 102.
- Jump up ↑ Citaat in Halleux R. et al., Tant qu’il y aura des chercheurs, Luik, Luc Pire, 2015, p. 141.
- Jump up ↑ “Les travaux sont orientés par des statistiques dont tout le monde sait qu’elles peuvent être présentées d’une manière’, on perd beaucoup de temps à les commenter, et puis, comme il faut à un moment donné finir, on hâte le travail en approuvant des textes d’autant plus volumineux que l’on a eu moins de temps pour les faire courts.” schrijft Marcel Dubuisson. Dubuisson, M., Mémoires, Luik, Vaillant-Carmanne, 1977.
- Jump up ↑ De andere rectoren herzagen hun beslissing en oefende zoveel druk uit op Dubuisson dat hij terugkwam in de Raad in 1970. In het voorjaar van 1971 verliet hij de Raad niettemin opnieuw naar aanleiding van de wet van 24 maart 1971 betreffende de inrichting van het universitaire onderwijs door de Staat. Deze wet beperkte de autonomie van de universiteiten en was opgelegd in weerwil van hun verzet. Dubuisson gaf ook het rectorale hermelijnbont op.
- Jump up ↑ De liberalen en socialisten hadden zich er gedurende de jaren 60 tegen verzet, maar de christendemocratische formateur Paul Vanden Boeynants was er in het regeerakkoord van 12 juni 1968 in geslaagd deze concessie van de Belgische Socialistische Partij te verkrijgen. Molitor, A., Servir l’État, UCL, Louvain-la-Neuve, 1982, p. 137.
- Jump up ↑ Tussen 1954 en 1965 waren slechts zes van de 25 instellingen voor hoger onderwijs in België uitsluitend Nederlandstalig. De Vlaamse onderzoekscentra waren aanzienlijk ondergefinancierd en onvoldoende uitgerust. Het merendeel van de NFWO-beurzen werd nog steeds toegekend aan Franstaligen, evenals de beurzen van het FGWO, het IWONL, de US... Uit de statistieken blijkt echter dat het gebrek aan wetenschappelijke roepingen in Vlaanderen dit onevenwicht gedeeltelijk kan verklaren. Vanpaemel, G.; Van Camp, B., “Wetenschapsbeoefening” in Nieuwe Encyclopedie van de Vlaamse Beweging, deel III, p. 3721-3723.
- Jump up ↑ Jean Willems in 1967, citaat na Halleux R. et al., Tant qu’il y aura des chercheurs, Luik, Luc Pire, 2015, p. 166.
- Jump up ↑ Parlementaire stukken, zitting 1967-1968, Doc. nr. 551, 1 februari 1968, “Wetsvoorstel tot Oprichting van een Nationaal Instituut voor Fundamenteel Wetenschappelijk Onderzoek”, p. 1.
- Jump up ↑ Idem, p. 3-4.
- Jump up ↑ Halleux, R. et al., Tant qu’il y aura des chercheurs, Luik, Luc Pire, 2015, p. 167-168.